jammer dat ik m'n tamelyk nieve, zeer handige, zeer lekker aandoende paar sandalen kwyt ben. het rare is natuurlyk vooral dat je zoiets niet echt kwyt kàn zyn; ik ben niet ooit, op een ogenblik, op myn sandalen naar buiten gegaan, om wat later weêr op m'n blote voeten terug binnen te komen. en toch...
m'n kamerjas ben ik zopas ook, gedurende twee weken, helemaal kwyt geweest - uiteindelyk bleek die aan de kapstok te hangen.
doet denken aan het verhaal van edgar allan poe, "the perloined letter" (december 1844); iemand moet een brief verstoppen; na lang en goed nadenken, komt ie tot de beslissing: de beste manier om die brief te verstoppen, is hem boudweg in het midden bovenop de schryftafel te leggen. en, inderdaad: de politie doet een huiszoeking, keert de gehele bibliotheek om, breekt de plinten in tweeën - maar: die brief krygen ze niet te pakken!
natuurlyk is het een vernederende bezigheid om myn boekjes te colporteren; om by de mensen te gaan aanbellen en schooien: "gy geen boekske van my kopen??" maar: het is toch niet méér vernederend dan een ploegbaas die tweemaal jaarlyks een gestrenge inspectie krygt; een bejaardenhulp die door de demente bejaarde die ze loopt te wassen, wordt uitgescholden; de postkantoor-bediende die iedere dag duizend keer per dag datzelfde belletje van de aftelklok moet trotseren. wel integendeel, als ik het naga...

The Jehova feeling?...
BeantwoordenVerwijderen