zondag 19 september 2021

gast-auteur

portret van de aardbeienplukster
als een jonge vrouw
door robertus baeken, vanuit de aardbeienvelden






69.

Eerder om hem tot een hernieuwd contact uit te nodigen dan uit belangstelling, vroeg Mieke hem op een avond zijn pamflet te mogen lezen. Francis zat in de woonkamer te studeren. Zij zag hem ongelovig uit zijn cursus opkijken. Daarop legde hij zijn pen neer en zuchtte, alsof het hem te veel moeite kostte dat geschrift voor haar op te zoeken. In haar rees het vermoeden dat er geen pamflet bestond.

   Francis zette het gezicht van een boetvaardige zondaar. ‘Ik heb het in de prullenmand gegooid.’

   ‘Hoezo? Nochtans had je ‘r indertijd een heel weekend voor uitgetrokken!’ Voor het eerst begon zij meer van wat hij ooit gezegd had in twijfel te trekken. Er viel een stilte waarbij ze elkaar aankeken.

   ‘Er is nog iets dat je hoort te weten…’ begon hij, als komend van heel ver. Mieke stond perplex. Zij begreep dat hij iets ging zeggen dat heel hun leven overhoop zou halen. En ja, hier kwam het dan: als een noodkreet. ‘Jouw student zal het niet ver schoppen, Mieke. Heus, ik mag al tevreden zijn het eerste jaar niet te moeten overdoen…’

   Ondanks haar schrikken, besefte Mieke wat een uiterst moeilijk moment dit voor hem moest zijn, waardoor hij, in plaats van om zijn tekortkoming te worden berispt, eerder behoefte had te worden getroost. ‘Waar praat je over? Voor mij maakt het geen verschil uit!’ hoorde ze zich manhaftig met het idee verzoenen. Wel haalde Eva haar gelijk. Haar vriendje bleek dan toch geen wonder van de geest. Wellicht zou hij later, als het erop aankwam de kost te verdienen, op dezelfde moeilijkheden stuiten als iedereen. Reeds zag zij hem aan het hoofd van een arm gezin. ‘Dacht jij nou echt dat het mij om jouw inkomen te doen is, of om een hoge maatschappelijke positie?’ Vreemd dat zij het doodeerlijke van deze bekentenis met een innerlijke vreugdekreet gepaard voelde gaan. Desondanks daagde in een klein hoekje van haar bewustzijn tevens het besef op dat ze haar vriend minder nodig had dan zij altijd had voorondersteld.

   Francis had zich opnieuw over zijn studieboek gebogen, dit keer het hoofd gesteund door beide handen en duidelijk minder geconcentreerd dan voorheen; alsof het hem een enorme inspanning kostte weer tot zijn leerstof door te dringen. Ook begon hij ongedurig op zijn stoel te schuifelen. Hij krauwde door zijn haar, staarde een poosje afwezig voor zich uit en keek op zijn horloge. Ineens klapte hij zijn leerboek dicht en veerde recht. ‘Genoeg voor vandaag! Ik moet er eventjes tussenuit!’

   Mieke reageerde verbijsterd. ‘Je laat me toch niet alleen?’ Zij veronderstelde dat hij door zijn bekentenis wat wrevelig was geworden. In dat geval had zij zelf ook een blokje om kunnen lopen; tot hij zijn kalmte had teruggevonden.

   Nadat hij zich had opgefrist, vernam ze dat hij was uitgenodigd op een vernissage. Mieke volgde hem naar de deur. ‘Doe wat je wilt! Ik ga mee!’ Haar vastbeslotenheid was hem niet ontgaan, - zoals hij op zijn horloge keek en ontstemd zijn ongeduld liet horen, maar verder niets deed om haar tegen te houden.

    Hij is niet met mijn gezelschap ingenomen! Tot dit besluit kwam ze toen hij in zo snelle vaart door de straten liep dat ze moeite had hem bij te benen. ‘Waarom nemen we de auto niet?’ vroeg ze, na enkele huizenblokken geheel buiten adem.


WORDT VERVOLGD...


Geen opmerkingen: