toen ik hier eêrgisteren noteerde dat 99% van myn geschreven nalatenschap rotzooi is, was dat gelukkig maar een boutade. zorgvuldiger geformuleerd: 80% is rotzooi, wegens téveel vorm, of anders juist té weinig geëlaboreerd; 10% is echter best leesbaar, en nog eens 10% is érg goed. dus toch een goeie duizend bladzyden is érg goed...
boeiender zyn evenwel de ontelbare, geestelyke trips die achter die bladzyden schuilgaan; wat al die vele, vele uren van schryven voor myzelf hebben betekend... of die resultaten leesbaar heten of niet, dat staat daar los van. was, o muzen, de tyd die ik verkwanselde aan al die vele, onmogelyke letterkundige projecten dan méér nutteloos dan de tyd van toen van een ander? anderen reden op dat ogenblik paard, of dronken op dat ogenblik bier op café; what's the difference?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu