EENZAAMHEID
we woonden tezamen op het vierde verdiep
in een huis waar nooit iemand sliep
dan liepen we naar beneĂȘn voor 'n goeie vriend
die ons riep door het raampje van z'n jeep
hier was alles eerlijk, hadden we nooit ambras
we leefden alledrie van de ziekenkas
en jij viel in je zomerjurk in het gras
o, we hadden mogen weten dat dit te mooi was
---
wat later liep je naakt, zelfs heel de zondag
toch zei je ons dat je daar geen zonde in zag
dan ging voor m'n ogen met die vriend overstag
en vond je nog dat dat aan mij lag
hier was alles vredig, waren we tevree
we leefden alledrie van het ocmw
toen zag zelfs je moeder mij opeens op tv
waar waren wij mee bezig, gingen wij in mee
---
eenzaamheid
is de reden waarom ik hier nu zwerf
onze buurman heeft het verkorven
onze buurman heeft het verkorven
z'n brede, zweetachtige lijf
verloren wij ver weg op een werf
en z'n gouden tanden in een blauwe autoband
eenzaamheid
blijft het woord dat ik in de muren kerf
ook mijn geliefde is gestorven
dr met een staaf doorkliefde hoofd
belooft de boomtoppen bloed in iedere nerf
een wilde winter waait dra door het land
arme honden zoeken nog een mand
laatste keer
eenzaamheid
snijdt door de ziel als een scherf
heel m'n leven naar de bijenkorven
m'n voetstappen in het krijt,
m'n tien vingertoppen in de verf
zo beland ik onderhand
op de voorkant van iedere krant
-mammie-ie-ie
waar zaten wij met ons verstand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu