ALLES GOE?
Antwerpen Is Te Druk Om Aldoor Tegen Iedereen Hallo Te Lopen Zeggen
In Antwerpen hoeven toffe gasten niet altyd persé een goeiendag tegen mekaâr te zeggen. Ik woon al vyftien jaar in dezelfde straat, in Stuyvenberg, en nooit heb ik één keer 'hallo' gezegd tegen myn buurman hier schuins-achter, hoewel die me wel geen onaardige vent leek. Soms troffen onze oogbollen mekaâr vluchtig en sympathiek in het voorbystappen, doch knikten we niet eens. In de Koekenstadt zou daar geen beginnen aan zijn, je zou binnen de kortste keren op één uur tyd wel vyfhonderd mensen moeten lopen begroeten. Na drie jaar ken je iedereen van ziens.
Een jaar of twee geleden alweêr, waren we evenwel tezamen getuige van een bizar verkeersvoorval in de Kerkstraat. Er kwam, aan een betrekkelijk hoog tempo, een witte Jeep aangereden, die kort nadat hy ons passeerde, een knal teweegbracht en daarna acuut stilviel. Een kleine chauffeur stapte uit, hy snapte d'r niks van. Maar hy stond in het midden van een bocht, dus toen hebben die buurman en kik die sukkel met vereende krachten vooruitgedrukt; de sukkel achter het stuur met zyn raampje open, myn buurman en kik àchter die auto, zwoegen tot in de Carnotstraat. Onderweg grapjes, zoals "Hopelyk wil hy niet dat we hem tot in Mortsel duwen!"
Op die manier is er tussen myn buurman en myzelf dan toch, ongewild, een uitgesproken band ontsproten. Met als nadeel dat we sindsdien wél genoodzaakt blyken, mekaâr een goeiendag te bidden, nu reeds jarenlang, telkens we mekaâr kruisen - wat gemiddeld tien keer per week plaatsgrypt. Dus intussen hebben we mekaâr al ongeveer 1040 keer begroet... Maar voorts hebben we mekaâr niks te melden. Dus dat knikken en dat 'hallo' zeggen begint ons ferm tegen te steken. Maar: diegene die ermeê stopt, is arrogant. Dus dat is de voornaamste reden waarom een mens één keer om de tien jaar zou mogen verhuizen. Een andere oplossing is er niet.
Op die manier is er tussen myn buurman en myzelf dan toch, ongewild, een uitgesproken band ontsproten. Met als nadeel dat we sindsdien wél genoodzaakt blyken, mekaâr een goeiendag te bidden, nu reeds jarenlang, telkens we mekaâr kruisen - wat gemiddeld tien keer per week plaatsgrypt. Dus intussen hebben we mekaâr al ongeveer 1040 keer begroet... Maar voorts hebben we mekaâr niks te melden. Dus dat knikken en dat 'hallo' zeggen begint ons ferm tegen te steken. Maar: diegene die ermeê stopt, is arrogant. Dus dat is de voornaamste reden waarom een mens één keer om de tien jaar zou mogen verhuizen. Een andere oplossing is er niet.
2 opmerkingen:
Ja dat ken ik. Ik heb er twee, ene tegen wie ik al zeker 12 jaar goeiedag knik en nen andere al bijna 16 jaar. Van geen van de twee weet ik meer dan dat ze ook goeiedag terugknikken. Ik probeer af te bouwen door nog maar 1 op de 2 keer terug te knikken. Dan is de schok zachter en geeft me minder het gevoel arrogant te worden.
Ze nu nog aanspreken met "wie ben jij eigenlijk" is ook zo stom, want dan ben je wel heel rap uitgeklapt en dan komt de volgende stap: hoe beeindig je zo'n grsprek.
Het sociale leven... Het is inderdaad niet altijd eenvoudig.
een masker opzetten zou je ook kunnen doen
Een reactie posten