nu byna vier maanden lang geen éne, enkele druppel alcohol meer verorberd hebbende, ook niet langs een rietje of een spons, heette het een bepaald vreemd manoeuvre van myzelf om er daarnet, in die backstage, op twee minuten tyds, een integrale pint door te gieten, opeens en onaangekondigd... juist vanwege die voorafgaande droogte, kwam dit keihard binnen. ik zweefde meteen, kreeg jeukende voeten, bevende handen, de slappe lach om myn eigen grappen...
één uur daarna, in de auto weêr onderweg naar antwerpengrad, overviel my echter, by wyze van weêrbots, een wazige droefenis, die een stille, bestemmingloze weifel was, inzake myn eigen gehele manier van zyn. waarom zo doorgaan met leven, hoe dit te kaderen?... hoe hou ik dees vol, hoeveel mensen zyn er al dood ook...
de armendokter-en-volksschyrver louis-ferdinand céline (1894-1961) had wellicht gelyk toen hy stelde dat in het westen tachtig procent van alle miserie ontspruit aan koning alcohol; voor iedere, ja iédere druppel plezier, o lezers, betaal je nadien het gelag.
ik kwam thuis, at rechtopstaand een gebraad en fietste naar het huis van luv - teneinde daarginder, uitgeput en met al myn kleren uit, neêrvallend op het bed, te bemerken dat ik, ook ten gevolge van die drank, myn computer thuis was vergeten - dus opniéf in de kleren, opniéf de fiets op...
drank maakt meer kapot dan je denkt. geloof me. ik ben ervaringsdeskundige.
BeantwoordenVerwijderen