donderdag 14 november 2013

column streekkrant afdeling kempen


(afdeling antwerpen zal kik morgen meêgeven...)


De Bossen Van Kasterlee

In Kasterlee Hebben De Mensen Meer Seks Dan Elders

Geboren ben ik in Turnhout en opgegroeid in Vosselaar. Mijn eerste lief kwam uit West-Malle. Mijn favoriete cultureel centrum is de Werft in Geel, mijn lievelingsschrijver is JMH Berckmans uit Leopoldsburg - hoewel Leopoldsburg wellicht nét niet meer in de Kempen ligt. Maar: voor een allermeest boeiend seksleven moet de gemiddelde wereldburger mijns inziens naar Kasterlee, meer specifiek naar de Bossen Van Kasterlee. In mijn zeer jonge jaren heb ik daar erg veel rondgespeeld, op die zandheuvel genaamd de "Kletskop". Nu is dat bruisende leven daar wel geminderd; in de jaren zeventig was het oord vergeven van de chalets, de bungalows en de paalwoningen; maar in de jaren tachtig kwam er dat decreet volgens hetwelk houten huisjes in de bossen plotsklaps, van de ene dag op de andere, niet meer legaal waren. Een traumatische gruwel: hoe dat hutje van ons Bomma daar met bulldozers tegen de vlakte ging - en dat ze daar dan zelfs nog voor moest betàlen ook. Eigenlijk is het toén begonnen: de evolutie die is voortgegroeid tot, heden ten dage, de superboetes, het rookverbod, de gasboetes. We laten ons allemaal geheel vrijwillig kisten.

Maar in mijn jeugd deed in Kasterlee het volgende Indianenverhaal zijn ronde: dat er een jong Kempisch koppel daar op een stille maar zwoel-warme vooravond op het idee kwam, om uit de kleren te gaan voor een erotische editie van het spelletje verstoppertje. De man, naar men zei was het zelfs een burgemeester, telde slechts tot tien, maar toen hij haar ging zoeken, op zijn basketters na naakt, kon hij haar absoluut nergens meer terugvinden. De lokale politie kwam erbij te pas. Totdat die mevrouw hem dan maar belde om hem te feliciteren. Gelukkig waren die feiten alleen maar vervelend, niet echt strafbaar. Een erger verhaal leidde daar nog zo'n bestaan; in één van die geheimzinnige houten chalets vlak àchter de kletskop, zou er een driftig stel zijn geweest dat eens iets anders wilde: de man had zich, in een opgehitste bui, met een kuisheidsgordel omkleed, dat leek hem pikant; maar: hij kreeg hem nadien niet meer los. Hier kwam na een tijdje zelfs de brandweer bij kijken... Met een slijpschijf.  De man, zo schreven de kranten van toen, zou tijdens die ingreep tweemaal na mekaar zijn flauwgevallen van pure nervositeit.

Dus, neen: bij nader inzien is het misschien toch wél goed dat die huisjes daar nu niet meer staan. Ik was toen nog maar een jaar of tien, maar die verhalen moeten mij helemaal knetter hebben gemaakt. Vandaar dat het nadien nooit meer helemaal is goed gekomen met mij...

1 opmerking:

reageer hier en nu