SOCIALE ACCIDENTEN
In Antwerpen Stad is het toch altyd ietsje drukker dan in, pakweg, Steenokkerzeel, Lanaken of Laakdal. Zelfs 's zondags 's nachts. Dat onophoudelijke gekrioel en door mekaâr lopen is grappig en inspirerend, plus: we zyn er ook allen tezamen schuldig aan - wie van ons blyft thuiszitten, gewoon met de bedoeling dat het dan op straat ietsje rustiger zou zyn? By tyd en wyle veroorzaakt ons gebrek aan een zittende kont echter een vervelende soort van botsingen - geen letterlijke aanrydingen, maar wel wat antropologen professioneel aankruisen met de benoeming "sociale accidenten". Hier nu volgt de officiële top 3 van de allermeest gebeurlyke van de dergelyke ongelukken.
1. Een prachtige jongedame staat aan de overkant van een drukke straat, byvoorbeeld de Nationalestraat, met veel enthousiasme naar je te wuiven. Hoewel je het lieve schepsel niet meteen herkent, stemt haar geestdrift jou uiteraard bly ten gemoede. Dus zonder aarzelen wuif je min of meer vertederd naar haar terug, wel hopend haar alsnog te zullen mogen herkennen. Totdat je beseft dat dit meisje niet naar jou aan het wuiven was, doch naar een groepje mensen vlak achter je. Deze mensen zien in hoe jij je vergist hebt, dus doorgaans wordt je op de koop toe nog eens uitgelachen ook. (Remedie: nooit meer terugwuiven als er iemand naar je wuift die je niet herkent.)
2. Je wandelt een drukke wandelstraat in, byvoorbeeld de Kloosterstraat op zondagnamiddag, en vlak voor je verschynt er een levendige maar veeleêr stuf gemanierde voetganger. Je besluit deze tegenligger te passeren langs links, maar deze mens zelf kiest hetzelfde traject, zodat je byna op mekaâr botst. Dus wil je hem passeren langs réchts, maar precies op dat ogenblik verandert ook je tegenligger van voornemen, en switcht ook hy zyn voetstap. Zodat je overnieuw byna op mekaâr botst. Je verandert wéér van traject maar je tegenligger ook wéér - et cetera; op die manier kunnen beiden voetgangers soms minutenlang tegenover mekaâr staan tapdansen. (Remedie: al je tegenliggers voortaan eenvoudigweg opzyduwen, voor hun eigen bestwil.)
3. Je begeeft je met je liefje naar de Sjacherbeurs op de Vogelmarkt (zeg nooit, zoals de Nederlanders doen, "Vogeltjesmarkt"!!) "Kijk daar," aldus opper je vanzelf en geestdriftig. "Daarboven staat precies zo'nzelfde rieten eendje als by ons Moemoe vroeger in de garage!" En je tikt haar zelfs op haar schouders - om pas daarna in te zien: er staat geen meisje bezyden je, dus al zeker niet jouw liefje, maar wel één of andere deftige oude vent, een senator of iets soortgelyks, die je aankykt alsof je halfgek bent. (Remedie: nooit meer, ooit nog, spontane dingen uitroepen; al je enthousiasme voortaan opkroppen tot het weêr over is…)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu