IVO VICTORIA
Alwéér Een Boek Over Het Zuid
Het leven van een waar Antwerps Nachtburgemeester gaat niet over rozen. Je mag wel overal gratis binnen, en liefst op de eerste rij zelfs, maar als je tijdens een voorstelling terug weggaat, wordt dat gezien als een daad van arrogantie. Alles dat je doet, heeft het karakter van een statement. Zo was ik vorige week op het maandelijkse festival genaamd "De Sprekende Ezels" in het geweldige café Kiebooms op het de Coninckplein. Na een kwartiertje reeds, werd ik echter weg getelefoneerd. Welnu, de gehele week lang kreeg ik haatmails van alle artiesten die op dat ogenblik nog moesten gaan optreden. Ze dachten dat ik was weggelopen: speciaal om hén niet bezig te moeten zien. Dus ja, vaak heb ik echt wel een zeer moeilijk leven. En jawel: bijna àlle mooie vrouwen willen quasi gratis met mij naar bed - maar de volgende morgen blijkt dan steeds dat ze nog ergens een agressief vriendje hebben zitten, zodat ik opniéuw op de vlucht kan. Kortom: een Nachtburgemeester voelt zich, terecht, wel eens onbegrepen.
Eergisteren was het overigens ook weer zover. De laatste jaren lees ik eigenlijk alleen nog maar De Streekkrant; met De Streekkrant weet je tenminste zéker dat de berichtgeving authentiek is, de redactie sympathiek en zelfs het drukwerk tot in de kleinste details helemaal artistiek. Toch was er mij ongewenst nog eens een àndere krant in de handen gevallen, De Standaard, welk onding ik weinig waardeer, omdat ik de columnist Marc Reynebeau een naar omhoog gevallen kwal vind, maar goed, zijn collega Tom Naegels lust ik dan weer wél, of toch alleszins enigszins.
En ziehier: op bladzijde dertig kwamen we een bespreking tegen van het nieuwste boek van de naar Amsterdam uitgeweken Sinjoor Ivo Victoria. Zijn roman is kwestie werd getiteld "Een Dief Van Vuur", en heeft als onderwerp: het Antwerpse Zuid ten tijde van de roemruchte jaren negentig. Uiteraard kom ik in dit boek, naar ik uit De Standaard kon opmaken, veelvuldig aan bod; dat bestaat niet anders, want in de jaren negentig wàs ik het Zuid. Ik had een relatie met Ann Piérlé, An Miller en Tine Reymer, deed optredens met Tom Van Laere, Mauro Pawlowski, Bent Van Looy en Peter Van den Eede, en ik ging nooit slapen behalve in Café De Scène, De Nieuwe Linde, Het Quadrivium, De Pacific en/of het Papegaaike. Kortom: hiér liggen mijn wortels als Nachtburgemeester. En dat werd in dat artikel in die stomme krant dan ook wel bevestigd. Maar op het einde zei de redacteur:"Dit is het eerste boek ooit over de Antwerpse jaren negentig,"- en die opmerking doet pijn, want vier jaar geleden publiceerde ik een 600 bladzijden tellend naslagwerk over dit onderwerp. Dat boek heet "Ik Slaap Als Een Croissant", en er werden 7.000 exemplaren van verkocht. Vandaar: alleen in De Streekkrant lees je dingen die écht waar zijn!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu