beiden myner kinderen zyn hoogbegaafd. rocco james conan is twee jaar oud, die moet zyn eerste kleuterklas nog aanvatten, maar kent nu reeds het integrale alfabet. inclusief de letters x en q, alsook de moeilyk te herkennen hoofdletter G. niét omdat ik deze stuff er by hem met stokslagen zou hebben ingeramd, maar simpelweg omdat hyzélf iedere middag komt aangerend:"papa, lettertjes lezen!"
het grote nadeel van zoveel brein-kracht en intelligentie, lezers en lezeressen, is dat ze daarom per definitie weinig slapen, maar wel graag erg veel wakker liggen. zodat vooral hun moeder, de luv-machine, geen leven meer heeft.
het plan is heden weshalve, om de kinderen, voor het slapengaan, savonds tussen zes en zeven, nog een laatste keertje goed uit te putten, door ze te laten joggen, turnen en powertrainen. zo gebeurde het eêrgisteren: eerst nam ik de al vermelde rocco james conan meê naar het park, het "spoor-noord", welk terrein er wel prachtig bylag, vroeg lentelyk groen - evenwel abstractie nemende, wy, van die ene hondendrol, precies in het midden van de luzerne, en de dreiging telkens om, by het koprollen, net dààrin te zullen belanden. doch voorts is deze buurt, de seefhoek, een okeë plek om in te spelen.
wat later met prinses mollie naar datzelfde grote park. onderweg in de pompoenstraat opnief een confrontatie met de keerzy van deze buurt; een achttal straatschoffies maakt zyn opwachting, de oudste een jaar of dertien, de andere, kleine nozems als een trosseltje hopeloze sukkels daarrond. aan de overkant van het kruispunt: twee tienermeisjes, het linkse klein en fragiel, het rechtse érg reusachtig, plus opvallend kortgerokt; twee vleesbenen onder een wit vlagje. het straattuig valt die meisjes natuurlyk lastig - "doe uw rok eens naar omhoog!" "kom eens meê met ons!"
mollie en kik steken verder over, richting het park,- mollie op haar driewielertje -, en zo belanden we eventjes tussen de twee partyen in: het geboefte links, de twee belaagde meisjes rechts. de jongens roepen hen een paar dingen toe die ik hier niet durf citeren - té walgelyk! het kleine meisje houdt zich gedeisd, de reuzin daarentegen byt van zich en roept een en ander terug.
ik moet het voor die meisjes opnemen, temeer daar ik sterker ben dan die snotapen, zeker nu ik iédere dag ga zwemmen, en dus meer sportief dan gewoonlyk in myn schoenen sta, steeds klaar voor wat actie.
maar: ik kan niks doen, doordat ik myn dochtertje by me heb.
achteraf gezien: maar goed ook - want als ik wél was ingesprongen, wat dan? achter iedere hoek van de straat staat er een grote broêr te wachten.
dus: ik loop door,- best wel voos ook...
ja, neen; ik keek een paar van die nozems wel diep in de ogen. zy nét jong genoeg zynde, om zich daar nog iéts van aan te trekken.
een kwartiertje nadien keren we terug. we komen opnief op dat vreselyke kruispunt. het grote meisje is nog stééds aan het gillen. zy en haar vriendin staan honderd meters verderop - het grote meisje heeft een MES, een getrokken keukenmes in haar hand, of eerder nog een gigantisch soort broodmes - uit haar handtas genomen?? ik sta opeens stil. de acht bullebak-jongens passeren ons, afdruipender-wyze. "zeg dat nog één keer!!" kryst en weent het meisje. "zeg dat nog één keer en ik snyd jouw ballen eraf!!" "och," gnuift de bendeleider, omringd door zyn satrapen. "ik pàk jou nog wel!"
nog steeds sta ik daar bewegingloos, tussen de twee kampen in. mollie bezig met haar fietswiel op de straatdrempel. hopelyk ziet zy dat mes niet, en hoeveel geweld hier in de lucht hangt.
ik kàn dus niets doen - maar: ik moét wel iets doen. iéts. en wat ik merk is dat ik er ineens meê bezig ben, te staan applaudisseren. voor dat grote meisje. myn klappen weêrkaatsen langs de gevels als een cynisch carnaval; een zekere provocatie, maar tegelyk iets dat enigszins ontzenuwt; "het is een toneel". het meisje kykt, in haar rillen en huilen, toch eventjes verlicht naar my op. ook weêr raar, en érg: een van die schoftjes begint ook te applaudisseren; waardoor ze myn applaus recupereren, waardoor ze my overtroeven.
deze paar seconden zyn voorby, we steken gauw over.
"waarom klapte jy in je handen?" "omdat dat meisje daar heel erg flink was." "waarom was ze boos?" "omdat die jongens vervelend deden. ze moest de hele tyd roepen: laat my gerust!"
hoe dom kan ik zyn geweest?
hoe dikwyls loop ik van deze straat naar myn eigen thuis?
don't shit where you eat, zeggen ze toch?
wat denken die ventjes van dat applaudisseren? zyn ze daar érg kwaad om? of stelde het niks voor?
wat, als ze daar wél een zaak van maken?
hoelang leven myn autospiegeltjes nog?
hoe oud zyn die kereltjes binnen drie, vier jaar?
hoe dom kan ik zyn geweest?
hoe dikwyls loop ik van deze straat naar myn eigen thuis?
don't shit where you eat, zeggen ze toch?
wat denken die ventjes van dat applaudisseren? zyn ze daar érg kwaad om? of stelde het niks voor?
wat, als ze daar wél een zaak van maken?
hoelang leven myn autospiegeltjes nog?
hoe oud zyn die kereltjes binnen drie, vier jaar?
weêr thuisgekomen, hoor ik myzelf tot luv uitspreken:"dat tuig, daar komt niéts goeds meer van, absoluut niéts!" (een maand geleden had luv datzelfde gespuis al bezig gezien met vreselyke vandalenstreken.) "van my mogen ze die gewoon neêrschieten." "hey!!" zegt luv, wyzend op de kindjes.
het hierboven beschrevene, is waar gebeurd; het hieronder beschrevene, is niét waar gebeurd. behalve dan het feit dat ik, wat later die avond, naar heverlee moest.
wat later, rond twaalf uur savonds, kom ik terug thuis na een bezoekje aan de gemeente heverlee. ik parkeer de renault - en, wat zie ik? alle ramen en deuren van het huis zyn ingeslagen. glas overal. en binnen in huis: de geur van rook, yzer en vuur. gifpylen in de muren, bromvliegjes boven de trap. in de woonkamer, tussen de rook en de glasscherven, by nader inzien pas: myn tedere gezin: dood en verhakkeld verspreid op de houten vloer...
nog meer vliegjes overal.
en daarby gemixt het geluid van iemand die staat te applaudisseren.
nog meer vliegjes overal.
en daarby gemixt het geluid van iemand die staat te applaudisseren.
-- neen, zover is het niet gekomen...
en bang zyn heeft géén zin.
geen definities opstellen. niet laf zyn maar ook niet dapper. altyd alleen maar iedere omstandigheid ter plekke inschatten zo helder mogelyk.
van ieder halfuur van de dag, het beste zien te maken...
komt aan op een nuchtere maag.. ik ga zeker doen wat ik moet doen vandaag en dat is uwe laatste zin in ere houden!!
BeantwoordenVerwijderen