jonathan druyts, een personage dat werd verzonnen door victor glorieux, een nonkel van vitalski, is gearriveerd in syrië, klaar om daar ergens zyn vriendin zarah te gaan terugzoeken en bevryden.
hy werd wakker van het geluid van een ronkende motor. zyn twee polsen lagen onder de zykant van zyn natte hoofd, en gonsden van het gestremde bloed. zeer langzaam kwam hy overeind.
wellicht, zo zag hy in, wellicht was dit de zolderverdieping van het schapenhuis. er hingen oranje doeken voor de kleine, ronde venstergaten her en der, zodat het ganse vertrek in een prachtige, exotische atmosfeer baadde, althans zo vond hy.
behalve die ronkende motor vernam hy bovendien, eveneens van daarbuiten, twee ofte drie babbelende stemmen, aannemelyk in een taal die niet de zyne was.
onderwyl viel zyn blik op een zekere salontafel. te afgemat om een gil te kunnen uitstoten, ontwaarde hy desalniettemin iets erg aangenaams: zyn kleêren, zyn schoenen, zyn notitieboekje - dit alles lag hier in stilte weêr by mekaâr, alsof het altyd zo geweest was.
hy nam de spullen ter hand - en ontdekte daar bovendien ook zyn vele, begeerlyke geldbriefjes, byna herkenbaar zoals ze waren opgerold en verkreukeld. een gevoelen van geluk overspoelde zyn gehele lichaam.
en tenslotte: zyn smartphone, lezers; ook die nog! in een rare, van buitenaf op hem inwerkende opwelling die het was, wilde jonathan zyn moeder graag opbellen - "ik ben in syrië - en," zou hy haar zeggen, "alles verloopt naar wens, maak je geen zorgen!" maar: de batteryen van dit apparaat waren ledig. uiteraard. de energie van zo'n moderne smartphone was veel vlugger opgebruikt dan die van een klassieke gsm - in het begin, toen hy die smartphone pas had, was hy er al byna toe geneigd om, om die reden, die smartphone terug weg te doen, ten behoeve van zyn aloude nokia.
hy kantelde één van die oranje doeken naar omhoog, keek naar buiten.
de twee mooie, grote zussen stonden daarbeneden, in het stoffige zandlandschap, in lange, witte jurken te converseren - met elkaâr, doch ook met een persoon die in een jeep zat, in het ryders-zitje, zyn handen nog net zichtbaar op het stuur.
dan dwaalden jonathan zyn twee ogen naar achteren - er hing, zag hy met een schok, een mensenwezen aan dit vehikel, zyn handen aan de trekhaak vastgeketend. het erbarmelyke figuur hing zo onbeweeglyk tegen de grond dat het, naar alle aannemelykheid, reeds dood moest zyn op dit moment - gestorven door aan die jeep door de woestenyen te zyn voortgesleept, zoals dit in deze contreien vandaag wel vaker gebeurde.
wordt vervolgd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu