DE FRAGMENTEN VAN
HET SLANGENMENS
feuilleton in 14 afleveringen
door don vitalski
6.
hoeveel barre voor- en namiddagen, en nog meer erge, ontelbare avonden en ziekelyke nachten waren er inmiddels verstreken? het reeds langer geleên met voldoende bombarie voorspelde noodweêr, lezers, liet nog steeds op zich wachten, maar geen énkel moment was het wolkendek ermeê opgehouden, alsmaar meer te betrekken. onderhand mocht de neusvogel, zo lamentabel als die eraan toe was, zich erby proberen neêr te leggen, dat het met zyn missie nooit meer goed zou komen. hy zocht nog wel voort, maar zonder nog enig plan, als een kip zonder kop in de rondte.
zolang zelfs maar die eerste paar kleine, bescheiden, maar toch bolronde vette regendroppels die het waren, uitbleven, die normaal gezien aan zo'n stortbuien voorafgingen, scheen ook die alom goed aangekondigde razzia in het circus geen plaats te grypen - wat geen toeval was, wellicht wilden commissaris pondi en de zynen, alvorens toch in actie te treden, dat onweêr nog afwachten; duisternis en bliksem juist heel erg leuk zynde voor zo'n razzia.
maar toch waren er al een flink wat wilde beesten, tamme huisdieren, pratende insecten, vleesetende cactussen en werkloze circusartiesten helemaal ondergedoken - vooral diegenen, die met de prediker in nauwe verbinding plachten te staan. dus vooral zeer veel vogels, naar analogie met sint-franciscus, die praatte met merels en duiven, maar ook veel dieren met en grote bek, parallel met sint-appolonia, die een zwak had voor dieren met tandpyn - alsook, ten slotte, in overeenstemming met sint-brandaan (de heilige der zeereizen) potvissen en zeemonsters. (in circus bulderdrang was er geen zee, daar was er geen plaats voor; dus vooral dié dieren, de zeedieren, hadden het by ons zwaar te verduren.)
de gestrafte giraffe, die als één van de eersten voor die aanstaande razzia gewaarschuwd was, probeerde reeds angstig, in velerlei richtingen weg te vluchten, naar de meest diverse, maar meest nutteloze schuiloorden bestaanbaar - die plekken hier nu allemaal opsommen, dat zou ons geheid veel te ver voeren; maar gelukkig, lezers: telkens wist zyn kompaan, ossipon katinocenov, de meester-spion, hem juist op tyd tot de orde te roepen. waar de giraffe vandaag uithing, door katinocenov voortgeholpen, dat was niet precies geweten. maar wél was het zeer duidelyk, geëerde lezers, dat hy niet meer thuis gaf. de menselyke neusvogel, zo bestemmingloos als die nog in de rondte doolde, was, zonder veel plan, op bezoek gegaan by een paar figuren daar in de buurt, en die zeiden het hem weinig geestdrift; "de giraffe is vertrokken, god alleen weet naar waar."
"hoe vreemd dan," aldus had, op die manier, voor een halve minuut op asem komend, de neusvogel dit slapjes geopperd. "waarom," sprak hy voort, "waarom schynen er dan toch, als ik het goed zie, rookwolken uit zyn schoorsteen te komen? kyk, daarzo - uit de giraffe zyn droevige schoorsteen..."
eender aan wie 'ie dit vroeg, bleef hem het antwoord schuldig, nu was het gekomen dat 'ie er dan maar zelf en kykje ging nemen - te voet, om niet op te vallen, maar ook omdat het vliegen te veel was beginnen te vergen; om te beginnen: hy was groggie, en om het af te ronden: het was natuurlyk ook alsmaar feller beginnen te waaien, in zeventien woeste richtingen tegelyk. en hoewel het nu nog maar halfvier in de namiddag was, toch was het al zo donker, al byna alsof het al nacht was.
WORDT VERVOLGD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu