zaterdag 2 maart 2019

ONS FEUILLETON



wat voorafging: de levende kanongskogel is nog altyd terechtgekomen in een hoog en droog herenhuis in de stad, recht tegenover het circus. een zeer oude mevrouw komt naast hem in het bed liggen...

DE VLUCHT VAN
DE LEVENDE KANONGSKOGEL


feuilleton in  17 afleveringen


door don vitalski








10.
waarom kwam die oude mevrouw nu zomaar naast hem liggen? het bed was natuurlyk van haar - maar: het was nog helemaal geen avond. of ging zy wel vaker overdag naar bed? zy legde zich op haar lange rug, precies zoals hyzelf daar ook lag. op die manier lagen ze beiden, zonder iets te zeggen, een tydlang naar het plafond te kyken. maar dan legde zy, met een zekere plechtstatigheid, haar magere, knokige linkerhand op de zyne. en haalde diep adem, en sprak:"je bent juist op tyd gekomen."
    "ik begryp het," dacht richard III, de levende kanonskogel. "die mevrouw," dacht hy, "is een beetje gek aan het worden. maar," zo dacht 'ie nog meer, "dat speelt dan wel juist in myn voordeel - want, inderdaad: als ze niét een beetje gek was, dan had ze meteen de vliegende brigade gebeld!"
    "tja," zo sprak richard nauwgezet. "maar," sprak hy, "het ding is nu echter," ging 'ie voort, "dat ik zo gauw mogelyk weêr naar het circus terug zal moeten. het klopt niet, dat ik hierzo lig. dit kan niet blyven duren."
    hy bestudeerde haar grimmige manier van ademhalen. misschien, dacht richard, misschien heb ik die mevrouw nu wel gigantisch hard gekwetst? daar werd 'ie dan zelf helemaal droevig van... en daarom opperden-'ie deze volgende woorden - al waren die zeker, wist hy, een leugen - maar: hy moest haar toch iéts zeggen? hy sprak:"maar, natuurlyk - als je wil, moet ik je zeggen, als je wil, kan ik je met my meênemen."
    dat was een onmogelyke zaak! daar hadden we nog nooit van gehoord! van iemand die er zomaar bykwam, op uitnodiging! maar ja: we hadden ook nog maar zelden gehoord van een artiest die uit ons circus was weggeraakt - laat staan van een artiest die er nadien, vrywillig dan nog, naar terugkeerde bovendien. en trouwens, zo bedacht 'ie nu ook zelf, hoé dan wel, zou richard, de levende kanonskogel, naar het circus terugkomen? toch niet zomaar langs de voordeur? hy zou moeten kunnen worden teruggeschoten - maar hoe dan, zonder de hulp van zyn goeie vriend, de kruiter? hier alles by mekaâr - inderdaad: dàt was misschien wel een oplossing; de kruiter moest hem achterna zien te komen, om hierzo, in dit mooie huis, een niéf kanon te bouwen - een kanon dat wel veel kleiner en minder krachtig mocht zyn dan het vorige,- het ballistisch, uiteraard, veel eenvoudiger zynde om vanboven naar beneên te geraken dan andersom.
    de mevrouw bleef er het zwygen toe doen. zodat de levende kanonskogel nog voortsprak:"het enige dat we nodig hebben, is een blaadje papier en een potlood - zodat ik, zo rap mogelyk, een briefje zou kunnen schryven." in stilte dacht hy voort:"en zodat ik vooral ook, als eindelyk, een plan zou kunnen uittekenen, aldus een landkaart, een stafkaart, met als onderwerp het overzicht op het gehele circus - zoals ik dit voor ogen kreeg, toen ik er, hoog in de hoge, bovenuit zweefde. daar moet ik rap meê zyn - want subiet al, ben ik het weêr helemaal vergeten..." hy werd die prachtige, zilvergys glitterende schelde-rivier indachtig, en toen bedacht hy: wààr alweêr precies, was het gigantische, legendarische berenbos gesitueerd, byvoorbeeld? hy herinnerde zich wel het uitzicht op een groot bos - maar: was dat bos in het cricus, of erbuiten? "eigenlyk," zo dacht hy fataal, "eigenlyk zyn we totaal maar dan ook totààl verkeerd bezig - ze hadden my naar de maan moeten schieten, naar de poolster, naar het land waar de regenbogen, de de engelenkarossen vandaan komen - de eenhoorns, wat ik je brom!"
    jullie zouden zeggen, lezers, dat de kanonskogel hier gemakkelyk zou kunnen worden weggehaald door één van onze vele vliegdieren, de vliegende olifanten van het circus? zo bedacht ook richard III dit opeens - als voor het uitzicht op een totaal onvermoede verlossing opeens, die reeds loerde om de hoek van zyn verwarde geest...
    toen hoorden zy, vanachter de slaapkamerdeur, vermoedelyk van dieper beneên in het huis, een viool beginnen te spelen. het was duidelyk een viool - maar toch klonk dit geheel anders dan eender welke soort van muziek die richard III ooit van zyn leven al vernomen had. geheel ogenblikkelyk begonnen er uit zyn ogen een gehele serie dikke, vette tranen te rollen - tranen die hy moeilyk van zich af kon vagen, doordat zyn armen en ook zyn handen zoveel pyn deden. maar, zo begreep 'ie, wat voor een toverachtig mooie muziek was dit! hiérom was hy tot hiér willen geraken - binnen de draden van circus bulderdrang, mensen, was muziek nooit zo mooi als dit hier. in circus bulderdrang zong iedereen vals. de meeste muziekinstrumenten waren er kapot. en er was daar ook niemand die er werkelyk om gaf. in het circus sloegen ze soms met een stok op een pot en dat was het dan.
   "o - wat een mooie muziek," sprak richard helemaal uit, zachtjes jammerend.
    "ja, hé... daarom," zei de mevrouw, "daarom ben je dus nét op tyd gekomen. dat meisje dat je nu hoort, is myn kleindochter. op wie ik moet letten. maar," ging ze voort met een rochel, "zometeen - ga ik sterven. ik lig ik hier op sterven."
    "echt?"
    "maar - intussen is dat in orde... want - nu kan jy voortaan voor haar zorgen. er is anders niemand."

WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu