wat voorafging: na, lang geleên, de zoon van de zeemeermin, wel per ongeluk, tot zelfmoord te hebben gedreven, is vandaag de luizenaap onderweg naar de barak van de levende kanonskogel...
DE VLUCHT VAN
DE LEVENDE KANONGSKOGEL
feuilleton in 17 afleveringen
door don vitalski
2.
"wat doe jy hier?"
"wat doe jy hier?"
"ikke?"
"wie anders? wat doe jy hier!"
"wel - ik dacht... ik kom eens even kyken..."
"wie anders? wat doe jy hier!"
"wel - ik dacht... ik kom eens even kyken..."
"jy - komt hier eens even kyken? die is goed! jy bent grappig!"
"maar - ... !"
"komen kyken - dat gaat niet meer! wy zitten bomvol!"
"maar - ... !"
"komen kyken - dat gaat niet meer! wy zitten bomvol!"
"toch niet helemààl?"
"zie ginder! een hele ry wachtenden!"
"en toch - het gaat wél nog..."
de luizenaap liet zich door niemand worden tegengehouden!
de levende kanonskogel stond bovenaan, op een gietyzeren ladder, zyn legendarische punthelm nog onder zyn twee armen; onderwyl zyn trawant, de kruiter, druk doende was met langs diezelfde ladder weêr naar beneên te klimmen.
overal rond de luizenaap waren toeschouwers druk doende, weddenschappen af te ronden - totdat er zich, vanuit den hoge, zeer plotseling, een zekere explosie voltrok.
maar voorts gebeurden-er niets.
maar voorts gebeurden-er niets.
"gaat 'ie speechen? laat ons niet lachen!"
"natuurlyk gaat die niet speechen! sukkel!"
"wat? wat zeg je? heb jy het tegen my? je bent anders zélf een complete sukkel!"
"natuurlyk gaat die niet speechen! sukkel!"
"wat? wat zeg je? heb jy het tegen my? je bent anders zélf een complete sukkel!"
de luizenaap wurmde zich nog dieper naar binnen, langs weg en weêr slaande ledematen, langs paarse gezichten. ter besluit stond 'ie plotseling vlak voor de kruiter, die bezig was met vuur te stoken, vlak voor de luizenaap zyn lange neus - "hu??"
"wat?"
"jy!" zei de kruiter. "jy komt als geroepen!"
"wat?"
"jy!" zei de kruiter. "jy komt als geroepen!"
"echt? waarom dan?"
"het gaat hier mislopen - ik kàn dit gewoon niet meer saboteren!"
"niet?"
"hoor je dat gefluit? ik hou dit niet meer tegen! dat gaat hier, subiet al, gaan exploderen als gek!"
de luizenaap snapten-er weinig van. hoezo, de kruiter "kon dit niet meer saboteren?" vroeger dan wel soms? saboteerde de kuiter de levende kanonskogel vroeger dan wél?
"wat te doen dan?" vroeg de luizenaap.
"wat te doen dan?" vroeg de luizenaap.
"geen idee," sprak de kruiter. hy klom naar boven, tot helemaal bovenaan - maar klauterde nog sneller weêr helemaal terug naar beneên. hy zetten'-n waspeld op zyn neus. daarna trok 'ie al zyn kleêren uit. "probeer in iéder geval dit volgende," sprak 'ie als eindelyk. hy pakte nog een emmer zand van de grond, en sprak:"ga jy alvast naar het secretariaat!"
"naar het secretariaat?" vroeg de luizenaap geschrokken.
"absoluut!" zei de kruiter. "en vlug! ga daar opbiechten wat hier aan het gebeuren is!"
"maar - het secretariaat toch niet??..."
"maar - het secretariaat toch niet??..."
"komaaaaaaaan!!" brulde inmiddels, geheel vanboven, de levende kanonskogel. tot aan zyn brede, geharnaste schouders zat die nu toch, kennelyk, in de monding van het gigantische schietkanon, zyn legendarische pruisische piekhelm nu wél op zyn hoofd, hetwelk naarstig werd omcirkeld door kleine, geel-groene vuurvliegjes. een raket vloog voorby op de achtergrond.
en dan: een gigantische knal, die zich voltrok. een fenomenale, gedurige "bafff!!!!!!", die zich, ervoer de luizenaap, tegelykertyd manifesteerden-als een byzonder merkwaardig te noemen orkaan, die het was; een waterval van krysende stemgeluiden, en van spookachtige, huilende pynkreten, van links en van rechts; en nog meer tekende zich hier een wolk af, eender waar we keken; een onuitsprekelyk bolwerk van minimale stofdeeltjes, lichtgevend alsof we met onze twéé oogbollen tezamen rechtstreeks in zonlicht staarden. een tydlang zagen we helemaal niks meer, erger dan gewoon maar verblind.
nog vooraleêr hierbinnen enige duidelykheid aanbrak, bedacht de luizenaap slechts dit volgende:"ik moet hier weg - ik moét my, ergens, iets te éten zien te vinden! ik moét my ergens iets te drinken zien te krygen!"
nog vooraleêr hierbinnen enige duidelykheid aanbrak, bedacht de luizenaap slechts dit volgende:"ik moet hier weg - ik moét my, ergens, iets te éten zien te vinden! ik moét my ergens iets te drinken zien te krygen!"
WORDT VERVOLGD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu