vrijdag 26 oktober 2018

column streekkrant editie antwerpen


WILRYKSE GEITENKOPPEN

Laat my de geëerde lezers van Deze Week maar flink op tyd vertellen, dat ik tezamen met de beroemde Ben Mouling van Radio Modern een drie dagen voortdurend Kerstfeestje aan het voorbereiden ben op Den Bist, in Wilryk, en dat ik daarom vaak in Wilryk rondhang tegenwoordig; met als gevolg dat ik nu éindelyk aan de weet ben gekomen waarom die lieve Wilrykenaren naar de bynaam "Geitenkoppen" luisteren - wat nog iets anders is dan de "Schapenkoppen" van Lier, of de "Paddenkoppen" van geheel Vlaanderen, althans zoals wylen Luc Devos ons toch bestempelde, kort voordat hy het leven liet.

De geschiedenis wil dat Wilryk wel altyd een zeer vrolyke, maar tegelyk ook tamelyk arme gemeente is geweest. Ryke heren bewoonden een "Hof van Plaisantie", waar de kippenbouten met saus erby door de lucht vlogen, en gegoede boeren beschikten over koeien. De verpauperde arbeiders van Wilryk daarentegen, hadden amper een huisje om in te wonen; om toch een béétje vlees en melk te mogen proeven, hadden ze veelal een geitje in hun kleine tuin. Eind 19e eeuw ontstond er een gigantische verkiezingsvete tussen de katholieken en de liberalen; de katholieken wonnen, maar de liberalen trokken de deur achter zich dicht met de onvergetelyke uitroep:"Stikt er maar in, geitenkoppen dat gylie zyt!" Die geitenkoppen zyn sindsdien een geuzennaam, door de Wilrykenaar met trots in het vaandel gedragen. Volgens een hardnekkige legende is de kwelduivel Lange Wapper geboren uit een gigantische rodekool in een groentetuintje te Wilryk; de jaarlykse praalwagenstoet ter ere van deze plaaggeest, heet dan ook, sinds jaar en dag, de Geitenstoet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu