maandag 21 januari 2019

ONS FEUILLETON


wat voorafging:

een zekere buckie wil onze held, jonathan druyts, betrekken in een portie vluchtelingen-smokkel. maar jonathan zelf is wakker geworden met het plan om, liefst vandaag nog, een bekende vlaming ter dood te zullen brengen...






DE MOORD OP SERVAIS VERHERSTRAETEN

feuilleton in 40 afleveringen
door victor glorieux



AFLEVERING 10

"eigenlyk," zo dacht onze held, staand aan de keukentafel, maar kykend door het kleine balkonvenster, "eigenlyk is die onophoudelyke motregen, die je nu ziet, ook wel juist goéd. die drizzel, en die klamme, natte, wit-blauwachtige mist zonder eind, hoeveel dagen en weken duren die nu al voort?" doordat dit beestenweêr alsmaar niet veranderde, bleven ook zyn gedachten, vond 'ie, steeds maar voort-kauwen in dit ene, zelfde, platgetreden stramien - maar dat was vruchtbaar, dat hielp hem vooruit.
    "regelmaat is alles," sprak 'ie zelfs hardop.
    naar binnen kwam, als eerste, natuurlyk niet zyn moeder zelf, maar wel zyn broêr, andré druyts. twee jaar jonger dan jonathan, maar nog nooit ergens ànders gewoond. de O-benige, dikke man die hy was, deed zyn aller-uiterste best om jonathan enigszins verrast toe te lachen - in waarheid kon het echter niet anders of in de gang had 'ie diens kenmerkende, natte, felgroene frak al wel zien hangen.
    "ha?? hey..."
    "hey."
    "alles 'n beetje in orde?"
    "kan d'rmeê door."
    "mammie al thuis?"
    "geen idee. ik denk van niet. ik ben hier zelf nog maar juist."
    "eet je meê?"
    die andré had het gemakkelyk! die had het voor mekaâr! die stond nooit bloot aan gevaren, en die moest nooit verplicht ergens naartoe.
    jonathans broêr, andré druyts; die had geen inkomen - maar ook geen schulden. zolang die z'n potje maar kon koken, en zolang die zich maar, meteen daarna, in z'n zetel mocht gooien - liefst met de televisie voor zich... voor het journaal, altyd maar dat journaal, dat journaal, dat journaal!
    "serieus rommelig hier," sprak jonathan - immers bedenkende, dit volgende:"met ze meê-eten? ik zou zeggen: graag - maar: op welke manier dan wel? d'r is geen zitstoel meer vry!" alle meubels rond hem, volgestapeld zynde met pannen en dozen.
    "vind je?" sprak andré - met de boodschappentassen die 'ie by zich droeg, dit onhandige interieur nog verder bedrukkend. een zekere hangkast opendoend, en daar gelyk allerlei blikken boss-ryst in wegbergend, alsook enige blikken zwan-worstjes.
    en daarna blikken met schyfjes ananas en glazen bokalen met rooi kool. onderwyl zetten-'ie ook, reeds, een steelpan op het vuur...
    "nog iets vernomen van de DOVO?"
    "tja, eigenlyk wel..."
    "hoezo?"
    "myn vingers werden te beverig, dat kon niet meer verder - maar: van de week hebben ze my toch zelf weêr gebeld - omdat ze toch 'n job voor me hadden."
    "wat gek. ben je d'r naartoe geweest?"
    "een job waarvoor dat gebibber van me, geen kwaad zou kunnen. zelfs zeiden ze me, dat voor die job die ze nu voor me hadden, beverige handen juist werden gezien als een meerwaarde."
    "- - hahahaha!"
    onze held stak een cigaret op. en draaiden-'t deurtje open, hetwelk hem naar het balkon voerde.
    een afdak bestond hier niet, dus de regendrizzel sprankelde zeer gul, als een heidense doop in de miezerige namiddag op hem neêr.
    en ook hier, optenief aan de overkant van 't straat, gryze en gele, en pikzwarte duiven - alsook, zag 'ie, één enkele, wanstaltige stadsmeeuw. die stadsmeeuw scheen jonathans eigenste, nabye, razendsnelle dood-door-geweld te voorzeggen, niks anders.
    en dieper, beneên op straat: de blauwe renault van jonathans moeder. die passeerde, en die draaide de legendarische breydelparking in...

WORDT VERVOLGD
    


    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu