vrijdag 25 januari 2019

ONS FEUILLETON

wat voorafging:

op het balkon van zyn moeder in de antwerpse breydelstraat, heeft jonathan druyts staan bellen met zyn goeie vriend buckie - hem het plan uit de doeken doende, om vanavond, op humo's pop poll in het sportpaleis, matthias schoenaerts te zullen gaan vermoorden...









DE MOORD OP SERVAIS VERHERSTRAETEN

feuilleton in 40 afleveringen
door don vitalski





AFLEVERING 15


toen jonathan druyts vanaf het benauwde balkon in de keuken terug naar binnen stapte, geleek het alsof de gehele wereld ineens helemaal was veranderd. alsof het reeds ver na middernacht was, in plaats van nog zeer vroeg 's avonds, en alsof ook het huis zelf letterlyk was veranderd - hoe dan wel? in zyn wilde jaren, als prille twintiger, had onze held wel 'ns één keertjen-'n drug tot zich genomen, die werd geheten l.s.d; zo erg raasden ook vanavond alle zeventien zyn zintuigen, op het textuur van dit behangpapier, op de vezels van iedere scheefstaande keukenstoel; tegelyk scheen hy door een ongezeglyke traagheid overmand, die op eigen beurt, zo merkten-'ie, een quasi onbegrypelyke mengeling scheen van verveling links, en levens-angst rechts. die levens-angst evenwel, die schrik die het was - dat gevoelen, zich op het uiterste randje van paniek te weten, stemde hem juist tevreên. uiteindelyk. want dit alles wilde zeggen, dat zyn plannen geen zachte, onwaarachtige flauwekul meer waren. die schrik was er de tastbare voorbode van, o geduldige lezers, dat jonathan druyts ging doorzetten vandaag; dat zometeen àlles in zyn bestaan voorgoed een kering zou nemen - zulks viel niet meer af te wenden. zulks was nu al bézig met te gebeuren.
    hy kwam in de donkere living; daar was niemand. hy begaf zich naar de slaapkamers, riep zyn broêr, riep zyn moeder - geen antwoord. hy deed de deuren daar allemaal voorzichtig open - d'r was niemand.
   d'r was niemand meer in huis, zelfs niet in het waskot.
    "des te beter," dacht jonathan hardop. "een reden erby, is dit, om hier nu werkelyk in àlleryl de plaat te poetsen. het moeder-huis!" dacht hy nog. "ik kwam hier altyd zeer graag - maar dan als een vreemdeling." ja, was jonathan niet, toch eigenlyk, zo dacht hy, alsmaar voortbordurend, was hy niet, eigenlyk, de vreemdeling zoals in het boek van die schryver, camus... "de vreemdeling..."
    hy deed zyn groene trainingsvest aan, en stapte weêr in zyn natte schoenen. in de weêrspiegelende vensters in de keuken, een cigaret opstekend, keurden-'ie z'n kapsel nog eens,  en zyn geschoren kin - zeer goed gedaan... vanzelf werd hy die liedjestekst van jim morrison indachtig:"the killer awoke before dawn... he puts his boots on..."
    en voorts:"he took a face from the ancient galery - and he walked on down the hall..."
    hy ging naar buiten - maar: in waarheid, lezers, ging hy niét naar buiten. want: de deur naar de gang gaf niet meê, niet dadelyk. bleef die klemmen? die deur, die was duidelyk op slot.
    hy greep het korfje naast de deur - daar lagen wel nog, als vanouds, allerlei bierviltjes in, en verkreukelde stekkendoosjes - maar: geen enkele sleutel. hy zocht vlug in zyn broekzakken - geen sleutel. in zyn jaszak? wat er gaande was hier - dat wilde jonathan druyts nog niet geloven. dat kon niet worden bewaarheid, dat mocht gewoonweg niet. hy ging zoeken overal op of onder de salontafel, in alle jassen aan alle kleêrhangers - en, zelfs, onder het zuur geurende dubbelbed van zyn moeder, in dier verboden, smalle slaapkamer; niks, nergens - in een volmaakte paniek die het was, begaf hy zich naar de deur terug, om daar zo hard dit slechts mogelyk was, aan de deurklink te gaan staan trekken. en om er keihard tegenaan te stampen - tegen de deur, maar ook tegen de deurklink.
    hoe konden ze hem dit willen aandoen!!
   

WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu