wat voorafging:
juist wanner jonathan druyts vanavond, op humo's pop poll in het sportpaleis, een bekende vlaming om het leven wil gaan brengen, schynt hy door zyn broêr en zyn moeder in huis te zyn opgesloten...
DE MOORD OP SERVAIS VERHERSTRAETEN
feuilleton in 40 afleveringen
door don vitalski
AFLEVERING 18
hoe jammerlyk dat hy nu niet naar zyn lief kon bellen - dwz naar cindie mintjes, met wie jonathan nu een goed jaar tezamen was. het kon niet anders, wist jonathan, of ook cindie zelf, zoals zy in mekaâr zat, was aldoor doende, naar hém te proberen te bellen... hoe lamentabel!
en ja, dit gaf hy grif toe: dit was, voor vandaag, de eerste keer dat 'ie haar indachtig werd - en voor dit jaar, de allereerste keer op zo'n diep-grypende manier... de weinige keren dat 'ie haar verklaard had, zich tot over z'n oren op haar verliefd te weten, waren telkens tegengesteld aan gelogen geweest; in waarheid kon 'ie er zelfs met zyn verstand gewoonweg niet by: zo'n kleine, frêle, blondharige spring-in't-veld, die zy was - terwyl jonathan zelf, waar of niet: wat stelde die voor?... wat anders, dan een vroeg bejaarde saaie gryzerik?... een lomperik, een oude zak. dus hoe kon dit? maar - hy zag geen kans om iets met haar te ondernemen...
haar vriendinnen ook, waren uiterst erotisch; maar, begreep 'ie dan telkens ogenblikkelyk, van zyn eigenste volwassen wereld hadden die geen kaas gegeten... volstrekt niks wisten die daarvan...
waarom, byvoorbeeld, waarom wantrouwde cindie hem nooit? doordat ze zo naïef was... onze held wist zich verwikkeld in een gevecht op leven en dood - waar cindie mintjes hooguit met haar "partiële" bezig was... met haar zogenoemde "homologatiecommissie"... ze leefden ieder op een eigen planeet - dermate zelfs, dat jonathan de enige was die dit inzag...
maar hier nu vanavond, met zyn cigaretjes hier aan tafel, en met voor zich ook die mislukte smartphone van zyn broêr, vermocht 'ie opeens niet anders dan terug te denken aan die eerste, feërieke namiddag toen hy haar tegenkwam in het park... haar smalle, maar toch volumineuze twee borsten, zoals die uitpuilden langs de brede mouwsgaten van haar witte, doorzichtige t-shirt in de zon... na een halfuur al stonden zy mekaâr te tongzoenen - stond zy hém te tongzoenen - want: hy schaamde zich voor zyn gebit, voor de geur van zyn asem, voor geheel zyn postuur...
vandààg zou hy haar kunnen liefhebben zonder remmingen!
dan toch maakten-'ie zich los van zyn omgeving. optenief ging jonathan druyts nog één enkele keer aan die deurklink staan trekken. daarna beenden-'ie automatisch de kleine woonkamer in, waar, zonder geluid, de televisie bleef voortspelen. wat was nu weêr juist en exact, vroeg 'ie zich af, het aanvangsuur van die pop poll, in dat sportpaleis? begerend om dit snel te weten te komen, doorzocht 'ie dat stapeltje humo's weêr, op de salontafel. waar ook enige pasphoto's van zyn broêr slingerden, en voorts een paar van die eeuwige lotto-formulieren van zyn moeder. het kalf! - wat zou zy met dat geld willen beginnen, mocht zy winnen!
een kruising van het trefzekere noodlot dat ons bestiert links, en rechts het verbysterende toeval zelf, zo scheen het, wilden-'t klaarblykelyk zodanig hebben uitgetekend, dat juist op dit moment, op televisie, de trekking van deze nét vermelde lotery aan het plaatsgrypen was. dit, in tyden waarin onze regering er miljoenen voor uittrok om campagnes op te zetten tégen 's lands gokverslaafden...
"ik moét hier weg," zo dacht jonathan nog eens vlug.
de balletjes met alle cyfers daarop, die het waren, hadden gedaan met rollen. op een geel-groene billboard onderaan in beeld, kwamen de uitslagen tevoorschyn:"nul zeven drie vyf zeven zeven vyf drie zes."
hy pakte het bovenste lotto-formulier van zyn moeder, en checkte deze cyfers. yskoud zweet, als een koud kokende damp, brak hem uit. "nul zeven twee vyf zeven zeven drie drie zes."
een byna oneindig aantal keertjes telden-'ie dit koortsachtig nog 'ns na, maar telkens met ditzelfde resultaat: zyn moeder, begreep jonathan, had zeven cyfers van de negen cyfers juist geraden. en het formulier, dwz de toegang tot dit kapitalistische hoogspel - dàt formulier hield jonathan druyts in zyn handen.
meer werktuiglyk dan wat anders, verplaatsten-'ie zich terug naar de bykeuken - teneinde daar, zo rustig het maar mogelyk was, optenief het gezegende nummer van die gast te draaien, die ze noemden "de aflapper".
dé redding meldde zich, inderdaad...
jonathan druyts was,- en dat wisten wy al langer dan vandaag -, een soort van kuifje, inderdaad... ergens opgesloten zynde met een zekere brandstapel in het vooruitzicht, stelden-'ie zich toch maar enkel of alleen déze, enkelvoudige, broodnuchtere hamvraag:"hoe kom ik hier weêr uit?"
"wat nu weêr!" zei den aflapper meteen zeer luid...
WORDT VERVOLGD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu