halfeen snachts. ik kom weêr thuis, na een gig in vlimmeren. boenk, paukenslag: er staat iemand geparkeerd voor myn dubbele garage-poort!!... viermaal claxoneren, haalt niks uit.
en natuurlyk nergens elders in de straat een halve meter vry. dus: ik zet myzelf voor de garage-poort van de overbuur - die erom bekend staat, gek te worden van parkeerders-voor-zyn-garage.
de politie bellen (de blauwe lyn.)
per ongeluk zeg ik "huisnummer 30" ipv "huisnummer 55" - een huisnummer 30, daar woonden-ik negen jaar geleên; dus niet dat dit helemààl onlogisch is. maar: daarom duurt het wel mooi tot vyf uur snachts, vooraleêr d'r effectief een takeldienst opduikt, om die boosdoener (met neêrlands nummerplaat) op te tillen, op de kar te zetten, en weg te voeren als een nodeloze stekkendoos. waarna ik, eindelyk, m'n garage in kan, en àlle rolluiken van myn fort helemaal neêrlaat.
vyf uur snachts was dat - dus: een vermoeiende, tamelyk lastige nacht is dit geweest. die mens, dwz die nederlander, die gaat niet echt lachen, wanneer die hier toekomt straks; z'n mobiel zomaar foetsie?? maar: het is zyn eigen schuld, wat een primitieve arrogantie - wat, byvoorbeeld, als ik zelfs UIT m'n garage had gemoeten, zeer dringend? een soort van netjes bevredigd wraakgevoelen voltrekt zich.
tien uur smorgens. de rest van de familie is het huis uit. de deurbel gaat af. pas na enige minuten ga ik toch eens door het balkon zien (het kan àltyd iemand van boldotcom wezen, er is àltyd wel een cadeauboek naar myzelf onderweg, jihaaa!...) in de verte: de rug van een gryze man die, met gebogen schouders, het kruispunt oversteekt - zeker en vast is hy die nederlander, die nu moet uitzoeken waar de politie is, waar de sleepdienst zyn centrale heeft, en hoe of waarom die daar helemaal moet geraken, in deze aanhoudende, klamme motregen - en: hoeveel geld hy metéén moet ophoesten (indien niet metéén betaald, komt er nog een extra geldsom bovenop...) ineens vind ik myzelf een klootzak. exact even voos als de rest van de wereld. ik was vannacht, desnoods een uurlang, de straten moeten blyven doorkruisen, op zoek naar een àndere parkeerplek. eender wie die domme sukkel daar is, die daar loopt. o gemiste kans; met een kleine inspanning, had ik vanmorgen, in deze rotbuurt, op een pààr vierkante meters de zon een béétje kunnen doen schynen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu