woensdag 30 september 2020

pech en geluk

pech:
vrydag pedagogische studiedag...

geluk: in afwachting van de van school komende kinderen, kunnen zitten op het terras van de bar bakeliet...

waar was je te woensdag

alleszins niet écht in onze badkamer,- want die is weg...


de radio-ploeg;

christophe kenis
peter boodts
maarten loos
aflevering 1 opgenomen
van "antwerpen in de jaren 90",
de podcast;
van wal stekende met de special guests eric smout en marc verstappen;
de organisatoren van de nachten...


aan de tuin van trix, nà het zeer boeiende gesprek...

mollie van de schaatsclub gaan halen.

ze maakt een moeilyke tyd door.
"alleen in de schaatsclub ben ik gelukkig."

chefkok 9


9.
Het kwam er dus voorspelbaar genoeg op neêr dat die Marijnissen bezig was met het verduisteren van geld dat langs zijn wegen in de Terra Cotta binnen vloeide. Dit vermoedde ik al, maar kwam ik pas definitief te weten dankzij de gezichtsuitdrukkingen van Yorek. Die varieerden van dag tot dag, maar spraken den laatste tijd allemaal van onvrede. En dit, terwijl de zaken zo vrolijk begonnen waren!... Op een dag, ver na middernacht, liep ie beneveld door wodka de keuken binnen. Ik was net bezig de vloer te dweilen. Daar diende normaal gezien de kuisploeg voor, maar ik wilde dat het perfect was. Juist doordat ook m'n eigen moreel niet meer zo gaaf was. Vooral als je niet gelukkig bent, is het van levensbelang om je spullen in ieder geval op orde te hebben.
    Omdat hij dus goed dronken was, kon ik hem aanspreken. Het was duidelijk dat er, op zijn Russisch, "waarheid" gingen worden gezegd.
    "Waarom ben je zo afstandelijk? De laatste tijd?" Zo vroeg ik hem.
    Hij probeerde de kwestie te ontwijken. Maar ik bleef doorvragen. De aap kwam uit de mouw; "Ik vertrouw die Marijnissen de laatste tijd, denk ik, niet helemaal."
    "Ik loop met hetzelfde gevoel."
    "Maar - ik kan niks bewijzen of aantonen."
    Nochtans, daar bestond wel een manier voor. Een chefkok moet zijn kas opmaken, elk halfuur van de dag; "economie" komt van het Griekse "Oikos" en "Nomos"; huishouden. De kern van het huishouden is de keuken, dus de hoofdeconoom is een chefkok. Je moet exact weten wat er binnenkomt en wat er weêr buitengaat. Ik deed een kast open, waarvan die Yorek niet eens wist dat die bestond. Een stel boeken, alles bijeen vijfduizend bladzijden. Mijn gehele boekhouding. Ieder pakje boter, iedere gepelde garnaal.
    Yorek deed eindelijk zijn handschoenen uit. Hij zette zijn bril op, begon de turven aandachtig te doorbladeren. Ondertussen sprak hij: "Jij verdient nu 6000 euro per maand. Dus luister," ging ie voort, "Wat zou je ervan zeggen, als je daarvan nu eens 2000 per maand in de zaak zou investeren."
    Hij was duidelijk onder de indruk van al mijn cijfertjes, van mijn grafiekjes zelfs.
    "Je wordt dan aandeelhouder van het huis. En dan kan je tegelijkertijd een beetje voor controleur spelen."
    Zoals al gezegd: hier een paar meter verderop was er  een kantoor van de KGB. Controleurs waren een nationale trots.
    Het plan was om die Marijnissen met zijn rug tegen de muur de drijven. Dat hoefde niet lang te duren. Soms kwam hij zeer vroeg 's morgens al eens langs, vlak voor de grote drukte begon, dus meteen de volgende dag liep ie ons, Yorek en mij tezamen, tegen het lijf. We stonden allebei recht, in de lobby, die verder helemaal verlaten was.
    We lieten hem alle papieren zien. Het enorme deficit in zijn berekeningen. Dat deficit was bloot komen te liggen, omdat nu mijn eigen cijfers van de totaalbedragen waren afgetrokken.
    De man sloeg bleek uit maar ontkende alles, bij hoog en bij laag. Voor zover hij daar de energie toe vond, want wél was hij gigantisch hard geschrokken. Een donderslag bij klare hemel. Een volmaakte, negentiende eeuwse operette.
    "Mijn cijfers kloppen!" riep hij. "Maar deze cijfers, die je me voorlegt, dié kloppen niet. Het zijn de cijfers van Frederik die niet kloppen!"
    Dat bleef ie maar zeggen. Net zolang tot ik er kwaad om werd. Mijn economie was in Sint-Petersburg mijn leven. Alleen al wat de ingrediënten betreft, moet een chefkok àltijd maken dat er zo weinig mogelijk verspild wordt; heet gekookt water moet nadien nog voor een soep kunnen dienen, en daarna nog eens voor een bouillon. De resten van een varkenspoot moeten nog in een stoofpan kunnen, ook érg veel kan worden diepgevroren; ieder minste stukje eten kan blijven reïncarneren, net zolang tot het geconsumeerd is. In het verleden draaide ik, als ik mijn best deed, met een "verspilling" van 6 procent, dat was een regel, en dat was eigenlijk  nog steeds iets te veel; in Sint-Petersburg had ik mijn recyclagesysteem op het fanatieke af weten te perfectioneren, dat was een ambitie geweest, die mij op de been hield; inmiddels draaide ik op twee of drie procent verspilling, maximaal. Dus die opportunistische dief, die mocht zijn bek houden, toch zeker als het over mijn boekhouding ging!

    


gast-auteur

HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken


wat voorafging: Geïnspireerd door een beroemd ontdekkingsreiziger besluit onze held een in Afrika vermiste landgenote op te sporen. In Mombasa komt hij in contact met de Swahilisprekende Duvel, die hem, met zijn veertigkoppige expeditie, zal vergezellen door de jungle.


aflevering 25


Wat vriendelijk dat de joelende Sukkeluu’s die zware draagstoel van ons overnamen! Want we hadden zoals later bleek, nog een halve dag te gaan vooraleer we in het donker hun Sukkeluudorp bereikten. Wellicht zouden zij daar morgen met een even joelend als beleefd en vriendelijk gezicht feestelijk onze hals afsnijden, ons doodknuppelen, vierendelen, met één been aan de hoogste top van een boom ophangen...

   ‘We moeten zo vlug mogelijk ontsnappen,’ fluisterde Duvel klappertandend. Waarschijnlijk werd zijn onooglijk, egoïstisch hartje diep van binnen door dezelfde vrees beklemd. Ik vroeg me af waarom hij fluisterde, want hij uitte zich in het Nederlands. ‘Zeg hen dat… dat je dringend moet plassen.’

   Wou Duvel tijdens het door mij veroorzaakte oponthoud stiekem de halve fles rum soldaat maken? Wou dit Samsonnetje in zijn reistas snel op zoek gaan naar het door hem weggestopte, vlijmscherpe giraffekaakbeen? Ik wist echt niet waar hij op aanstuurde. Alleen, voor mij waren alle middelen goed. Hoeveel stoute handjes er ook zouden vallen, dit keer zou elke in zijn eer gekwetste Belg het oogluikend door de vingers zien.

   

Ik bleef staan. En in een taaltje dat zelfs de achterlijkste Sukkeluu kon begrijpen, opende ik mijn gulp en wees naar een verlaten, door giraffen kaalgevreten baobab, wat verder. Opdat ik niet zou ontsnappen, volgde het hele gezelschap me joelend naar de boom. Door hun nabijheid zag ik me wel genoodzaakt het niet zo ontwikkelde pietje van een gewezen boekhouder aan de hete Keniaanse openlucht bloot te stellen. Na dat urenlang van zwetend gezwoeg met de draagstoel was het weinig evident nog een paar druppels uit mijn blaas te persen. Mijn joelende begeleiders gingen met zijn allen rond mij staan, hielden eventjes op met joelen en deden precies hetzelfde; met dit verschil dat zij onderuit hun voorste luipaardschaamdoekje een reuzekanjer tevoorschijn haalden. Opdat die overdreven spetterende Sukkeluu’s het urine kotsende, halfdode vogeltje achter mijn hand niet zouden opmerken, schoof ik nog wat dichter naar de boom, wat niet hielp. Eén nieuwsgierige Sukkeluu had mijn tekortkoming opgemerkt. Bij de volgende tel stonden ze met zijn allen dubbel geplooid. Over het beschamends dat er verder gebeurde, wil ik voor geen geld uitweiden. In elk geval had het lang geduurd eer die jongens bijgekomen waren. Voor Duvel lang genoeg om er met zijn persoonlijke fles vandoor te gaan.

   Van mening dat mijn gezel zich tussen de bagage had weggestopt, opende de Sukkeluu’s zijn reistas. Daar vonden zij naast het giraffekaakbeen en zijn door het olifantsjong besmeurde hemd nog twee tussen een massa vuile sokken weggestopte flessen rum. Het waardeloze giraffekaakbeen gooiden zij in een kloof aan de voet van de Kilimanjaro. Jammer! Daarentegen werden de flessen met veel gejuich ontkurkt en aan de mond gezet, zodat het gejoel weer kon beginnen. 

   Was Duvel stomdronken? Of had de sukkel, zoals hij me nadien verklaarde, heus zijn rechtervoet omgezwikt? Tegen de eerste hellingen van de Kilimanjaro vonden de bijna uitgejoelde Sukkeluu’s hem languit snurkend op het zanderig, mulle olifantenspoor. De bofkont werd gelijk, bovenop onze materialen in de draagstoel gelegd.

    Sukkeluudorp stekedonker. Sukkeluudorp muisstil. Niet joelen. Sukkeluukindjes slapen. Sukkeluukoppensnelvrouwtjes morgen dolblij. In afwachting één stomdronken indringer en één indringer met dood vogeltje in pikzwart hok gegooid. Volgende dag Sukkeluuhoofdkok met vriendelijk gezicht de een na de ander lekker keel afsnijden, vierendelen tot in de vierde macht en voor één keer niet aan de hoogste boom ophangen. Afkoken of beter: roosteren. Oppeuzelen.


Wordt Vervolgd

dinsdag 29 september 2020

agenda


toch nog eens herhalen dat ik aanstaande maandag in rykevorsel een solo-editie speel van "de kempenkrak"

zoveel mogelyk / zo weinig mogelyk

zoveel mogelyk
: de kinderen zelf hun spullen laten gaan halen, bvb als ze in de zetel zitten en vragen naar een glas appelsiensap

zo weinig mogelyk: administratie 

pech en geluk

pech
: rocco was op school, na het zwemmen, alweêr 'ns zo verstrooid, dat ie nadien by ons thuiskwam met, zonder dat ie het besefte, zyn lange broek binnenstebuiten (dus zakken buiten, tirette binnen...)

geluk: binnen 84 dagen is het kerstmis.

weird superhero



  death shield










   stopt ni!...

waar was je ten dinsdag

smorgens vroeg thuis vertrekken, naar het school in schilde

 

exact smiddags van schilde naar het school in schoten


om 15u terug naar huis

chefkok 8

8.
Ondertussen zat ik zowat een jaar en een half al in Sint-Petersburg. De Terra Cotta was helemaal in orde, de zaken draaiden op volle toeren. Dit werd mijn tweede zomer. Nog méér snikheet dan de vorige. Hier begon mijn allergie voor dampkappen in het algemeen mij al parten te spelen. De dampkappen van de hel.
    In de keuken het gebruikelijke zootje soldaten: een eigenwijze souschef, daaronder de iets vlottere chef de partie, onder hem twee handige keukenhulpjes, die nog alles wilden bewijzen, en drie afwassers - gelukkig ongeveer steeds diezelfde drie, uitzonderlijk genoeg. De meesten waren er al bij sinds de dag van de opening.
    De Terra Cotta was een souterrain, en aldoor zagen we het grimmige cliënteel naar beneden, de trappen afkomen. Aan de overkant van de straat was het bureau van de KGB. Het héét natuurlijk niet meer de KGB, maar het is toch precies hetzelfde. De jetset kwam drinken, Russisch en Europees. Lobbyen bij de kaviaar, de truffels, de champagne. En natuurlijk de wodka. Wie geen wodka drinkt, kan in Sint-Petersburg niet overleven. Als je niet drinkt, ben je voor niemand te vertrouwen; want je kàn niet de waarheid spreken als je niet drinkt. Dronken zijn, is gelijk aan de waarheid spreken.
    Dat gebruik is voor een kok zeer frustrerend. De wanhoop die ik gewaarwerd telkens wanneer ikzelf die monumentale trappen afging, vroeg in de morgen of krankzinnig laat 's nachts; wat had je hier nu aan - als een integer chefkok? Velen van die mensen hadden nog nooit een oester in het echt gezien. En ze hadden niks om die meê te vergelijken. Ze bestelden dertig oesters, schransten de helft daarvan razendsnel van hun bord, terwijl ze voortgingen met zuipen; net zolang, tot we ze in de taxi moesten duwen. En ze aten ook alle gangen tezamen. Voorgerecht, nagerecht, hoofdgerecht, soep - dat moest allemaal in één keer op tafel. Daar is ook een uitdrukking voor, dat heet "Russisch Banket". Als je hier bij mensen op bezoek kwam, toch stond in hun eetkamer de tafel altijd helemaal vol, zelfs al verdienden ze geen rotte roebel; met vis, vlees, groenten, fruit. En vers brood! Bij de mensen thuis was het soms hartelijk, in het restaurant was het alleen maar een kwestie van overvloed, overvloed als een vorm van overcompensatie.
    De vrouwen in ons eethuis waren allemaal soorten Melania's. Allemaal blond, allemaal blauwe ogen, allemaal gigantische, ronde borsten, in blinkende, strakke jurken. Hun mentaliteit was ongeveer dezelfde zoals die van onze vrouwen - maar dan zoals die van onze vrouwen van rond het jaar 1900. De vrouw bij de haard. De Russinnen zagen daar het seksistische niet van in.
    Tussen Marijnissen en de rest van de ploeg was het een beetje beginnen te rommelen. Als onvermijdelijk. Ik schrobde de borden soms eigenhandig, op het eind van de dag, om het werk van de afwassers, die naar huis waren, nog eens te vervolmaken. De man, mijn rechtstreekse Baas, kwam achter mij te staan, in de deuropening.
    "Ik hoor dat Yorek moeilijk doet? Heeft ie daar met jou over gesproken?"
    Ik ging voort met schrobben.
    "Klopt het, dat Yorek mij niet helemaal vertrouwt?" Zo bleef ie maar vissen. Hij begon mij ook te verdenken - geheel terecht overigens. Ik wist heel goed waar ie het over had - maar ik stond aan Yorek z'n kant.
    Die Marijnissen ging maar door. Het was zijn avond. Hij had gezopen alsof ie zelf een Rus was en hij verlangde ernaar dat de maskers zouden afvallen. "Denk jij dat ook? Denk jij ook dat ik sjoemel?"
    "Sjoemelen," zei ik, "Da's wel een zeer Vlaams woord voor een Hollander."
    Ik legde m'n spullen opzij en stapte de kamer uit. De trappen op. De juli-nacht in - een Witte Nacht, inderdaad. Glinsterende kristallen dampen.
    Op weg naar mijn appartement... Om de drie maanden had ik een nieuw appartement; van zodra de huisbaas, eender welke huisbaas, er lucht van kreeg dat ik een Belg was, belde die aan. "Hey - je huur is 200 roebel opgeslagen." Dat kon zomaar, daar bestaan geen reglementen tegen. Dus kon ik weêr ophoepelen. Deze zomer bewoonde ik een ferm appartement op een tiende verdieping op de Zinovjev Oelitsa (sommigen zullen willen zeuren over de precieze spelling van Russische straatnamen; dit wil dan zeggen dat ze geen Russisch kennen.)
    Ik stak de warme, bewolkte Neva over. Trotsky Most. Overal agenten. Mijn chauffeur zweette zich te pletter, die had vast wat op zijn geweten.
    Later vernam ik dat er zich op de brug een verloren gelopen homofiel had aangemeld, die helemaal aan diggelen was gemept. Dat had ik één keer, een maand eerder, ook zelf eens zien gebeuren. De politie kwam zoiets onderzoeken, maar ze verroerde geen krimp om de sukkelaar te verdedigen. Homofielen die naar het buitenland wilden, kregen van de overheid een gratis vliegticket - als ze een contract ondertekenden waarin ze beloofden, nooit nog naar Rusland te zullen terugkomen.
    Zo zijn de mensen hier. Waarom zijn ze zo? Het lijkt alsof ze de duivel hebben gezien. Dàt is het gevoel dat je krijgt in Sint-Petersburg; dat je in een stad bent gekomen waar de duivel is geweest. De duivel in eigen persoon.


TO BE CONTINUED







gast-auteur


HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken


aflevering 24




Dag 15 -


De eindjes van de tussen het gras wegglippende luipaardstaarten werden langer. Rond de middag kregen zij zelfs zwarte voeten met een gebleekte onderkant. Mijn gedachten gingen naar de zogenoemde Luipaardmannen. Van Kk… Of de adjunct van de Britse gouverneur had mij voor hen gewaarschuwd. Zij zouden elke blanke op hun weg de keel afsnijden. Ik begon over mijn ganse lijf te beven. Het liefst had ik me als een vadsige Pasja op de draagstoel geworpen om daar met de ogen dicht en van de voeten tot het hoofd diep weggestopt onder drie zwarte dekens, naar de nog resterende halve fles rum te grijpen. Maar Duvel zou me een lafbek noemen, wat ik van nooit van hem zou tolereren. Bovendien was één Duvel te weinig voor de draagstoel. Zonder mij zou hij niet enkel zeer moeizaam, maar ook nauwelijks avanceren.

   

Het volgende halfuur kregen die zwarte voeten ook benen en een romp waaroverheen een gedrapeerd luipaardvel. Nog later voegde zich boven een zwart, gebogen hoofd, zelfs de dreigende, geopende muil van datzelfde luipaard. De luipaardvellen vermenigvuldigden zich stilzwijgend. Dra werden we door vier van die luipaardkrijgers op de voet gevolgd. Maar ook opzij, uit de dichte bosjes, kwamen ze tevoorschijn. Vijf links. Vijf rechts. Zo was het voorlopig genoeg geweest.

   Werd het de zwetende, zwaar zwoegende Duvel helemaal zwart voor de ogen? Doordat hij als eerste liep, had hij nog steeds niks opgemerkt. Bij een omgevallen baobab dwars over het laatste olifantenspoor werd hij door de getrokken zakmessen van vijf Luipaardmannen staande gehouden. Ik herkende de vooruit gestoken puntige eindjes van hun kurketrekkers onmiddellijk. Met de bedoeling er de kurken van hun rumflessen mee te trekken of met het mes bij de deur van hun hut aardappelen of fruit te schillen, hadden zij deze van mij als geschenk gekregen. Een stommiteit, zoals ook gebeurd was met onze potten en pannen toen, zoals achteraf bleek, een bende joelende Sukkeluu’s met dat keukengerei als helmen over hun kop, zich bij onze groep voegde. Waarom deze mannen geen luipaardpakje droegen, weet ik niet. Mogelijk waren in de buurt van de Kilimanjaro alle luipaarden op.

   Wij waren nu volledig door kurketrekkers omsingeld. Er ongemerkt vandoor gaan was onmogelijk.




maandag 28 september 2020

dinsdagbunnies


michèle ferket en michèle mattyn - pre-corona

waar was je te maandag

de werklieden van Piedfort uit poederleê
in ons pand
druk bezig de keuken uit te breken

jammer dat de photo zo fel bewogen is...

de kinderen zien die nieuwe keuken wel zitten...

charles maria nelson op bezoek...
terug van een vrywillige collocatie...
maar nu, naar zyn zeggen, met een contract op zak dat hy tekende by danny lademacher himself...
"myn muziek gaat binnenkort over de hele wereld verkrygbaar zyn..."
"da's goed charlie maar blyf zitten je bent druipnat van de regen en myn vloer is zojuist gedweild..."

actua

de kracht van iggy pop

als hém zo'n sean dhondtje was overkomen - so what?? 

dat is de kracht van iggy pop - maar meer nog is het de onmacht van de gefabriceerde ideale schoonzoon.


state of being, 29 september 2020






toch maar vroeg uit bed gekomen, om te checken of voor luv alles goed was, dwz of ze al haar bouwkundige ambities naar behoren had kunnen doornemen met de werklieden, die reeds bezig waren met timmeren. de kinderen, min of meer klaar om naar school te vertrekken, ongemeen vrolyk, al is dat geen regel, en hadden ze op zo'n rommelig huis ook juist heel ànders kunnen gereageerd hebben.
    dan terug naar bed, wat natuurlyk beschamend is; die lieden werken zich het zweet uit hun sloffen, en jy ligt nog te zemelen onder het molton-deken? hier staat tegenover dat zy gisteren géén optreden hadden!
    om halftien opnief wakker. toch alsnog in de slaapkamer gebleven, voortlezend in myn eigen roman, "het huis met het jachtgeweer", dat ik in december opnief wil uitbrengen maar dan als een kerstverhaal. er schort érg veel aan die taal - maar: de sfeerzetting is verpletterend, vind ik zelf; dat heb ik later nooit meer kunnen overtreffen (als een hommage aan jan arends, knut hamsun en gogol...)
    rond elf uur in de voormiddag naar de machine-kamer; warm en netjes in de mooie bibliotheek, het enige schuiloord in dit pand, dat op een paar uur tyds tot een werf is geworden, onder gigantische timmer-, boor- en schuurgeluiden. op straat een kolossale container. maar:= op déze kamer trof my goddelyk soelaas!
    een paar "kempenkrakken" in enveloppen gedouwd, voor alweêr een heleboel bestellingen. ook van winkels. intussen naar het nieuws geluisterd. daarna, met veel aandacht, aan myn lesvoorbereidingen begonnen. hoe beter je bent voorbereid, hoe meer vanzelf en relaxed de rest van de week verloopt, op school. vorig jaar was het aldoor trappelen en semi-paniek - al kon ik daar zelf niet aan doen, ik had toen tegelykertyd krankzinnig veel gigs aan de hand! vandaag is er ruimte voor alles, alsof de afmetingen van myn leven zelf in breedte en diepte hebben toegenomen (deze laatste zin, is een erg byzonder iets, goed geformuleerd en van een grote betekenis in myn autobiographie...)
    om 15u charles maria nelson op bezoek. die timing was niet extréém slecht. hy was doorweekt, dus hy mocht zich niet bewegen. "op die stoel blyven zitten!" zo beval ik hem, om de twee minuten opnief.
    vervolgens door de drizzel naar de post gefietst. waar de mammie van lenka, sissi seyfert, met een mondmasker voor in de ry stond aan te schuiven (er is een kans dat ze dit leest, dwz sisi komt geregeld op deze blog...)
    waanzinnig gezellig was het, om de gehele dag zo alleen thuis te toeven, zo huiselyk en bedryvig.
    om 16u luv en de kinderen terug thuis.
    in hun drukke gezelschap weêr boven, beginnen te werken aan myn essay over de 19e eeuwse vlaamse auteur august snieders, in opdracht van Het letterenhuis... zeer boeiende figuur... aartsconservatief wel... maar toch mét voeling voor de verarmde klassen... socialisme zonder socialisten; het verzachten van het leed van de arbeidende klasse moet komen van proactieve compassie van de adel, haha!... 

erg veel romans van august Sniedersstraat
eindigen in zelfmoord...


dreamer

twee dromen wist ik snachts heel goed nog, maar smorgens niet meer. wél herinner ik my nog een droom waarin ik tezamen met twee andere mensen doende was, een superschattig, pasgeboren ysbeertje te koesteren... vreemd...

chefkok 7


7.
Terwijl, op een abstracte manier, de werken aan mijn ideale keuken vorderden, werd ik toch aldoor zeer netjes uitbetaald. 5.000 euro netto per maand, steeds op de eerste dag van de maand, dat was niet slecht en ik had het al wel eens ànders geweten. Op een ogenblik riep de opdrachtgever me bij zich, de frivole Yorek. In deze zelfde stad van doldrieste ondernemers, was hij een jaar of twee terug ook nog eens aandeelhouder en medebestierder geworden van een grand hôtel op de Malaya Dimitrovka Ulitsa, het fameuze Hotel Angleterre, te vergelijken met de Waldorf Astoria in Amsterdam. Zelfs Yorek vond de verbouwingen aan de Terra Cotta onderhand wat lang beginnen duren; "We gaan je inzetten in het restaurant van de Angleterre." "Is daar dan niemand, op het moment?" "Toch wel," zei Yorek. "Maar - da's een apart, en best wel zeer grappig verhaal..."
    Dat verhaal dat hij zo grappig vond, ging over het volgende. Met veel moeite en aandacht hadden Yorek en de zijnen speciaal voor deze keuken, een gloednieuwe chefkok aangetrokken; het betrof echter niet écht een chefkok,  want die man had met keukens nul ervaring. Ze hadden hem, met andere woorden, tot in de puntjes helemaal moeten opleiden, en daar hadden zij zich kosten noch moeite voor bespaard. Op den duur was die chefkok een échte chefkok geworden, en zelfs een buitengewoon goede, als ik het relaas mocht geloven.
    Van de ene dag op de andere, echter, had die nieuwe chefkok zijn schort uitgetrokken en over het droogrek gehangen; hij pakte het vliegtuig in de vlieghaven van Sint-Petersburg, om met de Noorderzon naar London te verdwijnen. Al na een paar dagen was ie daar goed aan de slag, in een restaurant in het financiële district van London. Maar de Russen waren hem daar op een avond komen terugvinden. Die man was hun investering. Hij kreeg een zachte, voorzichtige tik van ze cadeau, werd in het koffer geduwd, en stante pede teruggebracht naar Sint-Petersburg. Daar stond ie nu als vanouds aan de fornuizen. Op het moment was ie aan het koken voor President Bush en voor de piepjonge Putin; kroketten en ravioli, dat was Putin zijn lievelingsgerecht."
    "Wat heb ik daar dan meê te maken?"
    "Hij is vast wat in de war, die kok. Hij zal vast wat versterking kunnen gebruiken. Net zolang," zo was de afspraak, "Totdat de Terra Cotta klaar zal zijn."
    Aldus geschiedde.
    Die chefkok in wie ze geïnvesteerd hadden, was inderdaad tamelijk subliem, al was het niet moeilijk om hem nog vanalles bij te leren. Hij maakte goeie ravioli, hij moést wel, de jonge Putin had er in eigen persoon voor had gezorgd dat overal in Rusland de Italiaanse keuken werd opgewaardeerd, Italiaans is Europees, en dus de norm. Terwijl een zevenkoppige, afgevaardigde lijfwacht er met kalashnikovs in de hand op toe stond te zien, nam ik waar hoe die verdomde chefkok op geniale wijze zijn bloem stond te kneden, met water en olijfolie; kneden en laten rusten, kneden en weêr laten rusten; net zolang tot de stukjes deeg elastisch werden als dumplings, en je er àlles meê kon doen. Maar: hij deed er nooit garnalen in. Wel byvoorbeeld zeer goeie varkenswangen, maar nooit garnalen. "Probeer dat eens?" "Oui Chef."
    Tegen iedere Europeaan was het altijd maar van "Oui Chef"...


TO BE CONTINUED


gast-auteur


HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken

aflevering 23


Dag 14:


’s Nachts hadden de Sukkeluu’s alles meegenomen. Alles. De overblijvende geschenken, de rum, de bekers. Maar ook de spullen die zich naast de tent bevonden, zoals Duvels zweep en nog zes dicht geplooide waaiers van pauwenveren. Achteraf beschouwd leek me dat best zo. Tijdens onze stilzwijgende ‘koude’ oorlog kon ik me voorstellen dat Duvel me eerder met zijn karwats te lijf zou gaan dan dat wij elkaar liefdevol een zacht briesje zouden toe waaieren. Op onze draagstoel nu enkel nog mijn grammofoon, het doosje met de naalden, onze valiezen, de opgerolde tent, twee liter water, een anderhalve fles rum.


WORDT VERVOLGD...





zondag 27 september 2020

agenda dees week

woensdag: eerste opname van de podcast "antwerpen in de jaren negentig" voor radio rix, met als special guests marc verstappen en eric smout

pas op: de "kempenkrak" in rykevorsel, die een jaar lang op aanstaande zaterdag stond, is op de valreep verschoven naar volgende week maandag (wegens succes moeten verhuizen naar een grotere zaal...)

pech en geluk


pech
: smorgens een halfuurlang naar vers ondergoed moeten zoeken

geluk: de acht elpees tellende reissue van princes "sign o the times"



onderschat / overschat

onderschat: de axolotl (zie: photo)

overschat: de noodzaak om in het engels "name" te laten rymen op "game"

naar waarde geschat: de hovercraft

waar was je te zondag


met steven veston in cc geel, voor een gig met "de kempenkrak"...