vrijdag 25 september 2020

gast-auteur



HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken


wat voorafging: Geïnspireerd door een beroemd ontdekkingsreiziger besluit onze held een in Afrika vermiste landgenote op te sporen. In Mombasa komt hij in contact met de Swahilisprekende Duvel, die hem, met zijn veertigkoppige expeditie, zal vergezellen door de jungle. Opgelet: vandaag wordt dit feuilleton onderbroken...


FLASHBACK

De redactie heeft pas vandaag uit dit relaas een losse bladzijde teruggevonden, stammende van Dag 2. Die bladzijde wordt hier nu ingevoegd als een flashback. Morgen loopt het verhaal echter weer voort zoals altijd.

Dag 2 - teruggevonden fragment


-----------------  Op uitnodiging van een landgenoot wiens naam ik ondertussen kwijt ben, een bezoek gebracht aan zijn prachtige, met palmbomen omgeven villa bij het strand. Afkomstig van Oostende was hij lange tijd in de visserij werkzaam geweest. Door tussenkomst van zijn vrouw, een meisje uit Dover, kreeg hij de kans tweede adjunct te worden bij haar oom, de Britse gouverneur in Kenia. Voor deze functie had hij vijf jaar geleden wel de Britse nationaliteit moeten aanvragen. Nadat hij ons door een boy een kop van de beste Engelse thee uit Indië had laten inschenken, vroeg ik schijnbaar langs de neus weg of hij een zekere Duval kende.

   Mijn landgenoot zat op een hoge stoel, omgeven door twee boys die hem elk met een brede, uit opengevouwen pauwenveren samengestelde waaier flink wat koelte toewuifden. Beneden aan zijn voeten was een vierde boy onvermoeibaar bezig de neus van zijn schoenen tot zwarte spiegelvlakjes op te blinken.

   Bij het horen van Duval keek mijn landgenoot een beetje raar, verstoord, misschien zelfs onvriendelijk op. ‘Er woont in Mombasa bij mijn weten maar één Duval. Een Fransman, afkomstig van Timboektoe waar hij buiten op de vlieghaven, hoewel hij eigenlijk landmeter is, door middel van seinvlaggetjes jarenlang piloten instrueerde. Waarschijnlijk werd de grond ginds te heet onder zijn voeten. Iedereen kent zijn kwalijke reputatie. Hij is een fervent rassenmenger. Daarmee bedoel ik dat hier in elke straat wel één of meerdere kleuters van hem rondlopen. Arme kleurlingen waar hij nooit naar omkijkt.’

   Hoewel ik om die ongunstige redenen mijn volgende vraag liever niet met Duval en mijn komende expeditie in verband bracht, kon ik er moeilijk omheen. ‘Toevallig ontmoette ik hem vannacht in de Zanzi-bar. Hij had het over Luipaardmannen.’

   Nadat wij een eerste slok van onze thee genomen hadden, begon de Britse ambtenaar aan een droog politiek betoog. ‘Luipaardmannen zijn een fanatiek splintergroepje van de stilaan meer en meer opkomende Mau en Mau. Hé, ik zie je verbaasd opkijken. Wel, in Afrika gaat men ervan uit dat zelfs een beginnende politieke beweging méér dan een lid heeft.’

   ‘Ik ben het helemaal met je eens! Bovendien is de ene Mau de andere niet.’

   ‘Deze twee of drie malcontente bewegingen willen alle blanke kolonisten uit Afrika buiten. Het zijn ultra conservatieven. Zij willen geen verandering in hun leven. Willen als van oudsher terug naar hun lemen hutjes in het regenwoud. Neem je in acht voor hen. Achter elk bosje buiten de stad staan zij klaar om elke blanke in één haal de keel over te snijden.’

   Nu wou het toeval dat achter het beschaduwde hoekje van een openstaande deur het zwarte hoofd van een vijfde boy tevoorschijn kwam en mij met een brede, vervaarlijke grijns beloerde. Ik schrok van zijn grote ogen, zijn lange witte tanden.

   ‘Wat is er?’ vroeg mijn landgenoot.

   ‘Daar!’ Ik wees naar het gat van de deur dat ondertussen weer leeg was.

   ‘Wees gerust, daar is niemand. Hier in huis zijn maar vier boys. De andere vier zijn met mijn vrouw naar de markt om inkopen te doen!’

   Eenmaal gerustgesteld, werd het bezoek wel leuk en gezellig, maar ook minder boeiend; voor mij tenminste. Ik herinnerde me dat ik oorspronkelijk niet op visite was gekomen om me op de hoogte te stellen van nakende politieke omwentelingen, noch voor de thee en de hierbij aangeboden lekkere koekjes. Tijdens de duur waarmee de vierde boy op bevel van deze hoge functionaris zich ook aan het poetsen van mijn schoenen zette, had ik nog een ellenlange lijst van deugddoende wissewasjes over ons huidig Belgenlandje, waarvan de geboren Oostendenaar, wiens naam mijn geheugen, tot mijn grote ergernis, ergens onder een versleten mat had geveegd, niet genoeg kon krijgen. Ons gesprek duurde tot de schoenpoetser helemaal klaar was en de pot thee tot de laatste druppel leeg.

   Na ons afscheid de hele namiddag rondgehangen aan de haven. ---------------- 


MORGEN SLUIT HET VERHAAL WEER AAN BIJ GISTEREN





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu