zaterdag 26 september 2020

gast-auteur

HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken


wat voorafging: Geïnspireerd door een beroemd ontdekkingsreiziger besluit onze held een in Afrika vermiste landgenote op te sporen. In Mombasa komt hij in contact met de Swahilisprekende Duvel, die hem, met zijn veertigkoppige expeditie, zal vergezellen door de jungle.



Dag 12:


Die morgen werd ik onder de grootste stilte wakker, wat mijn hoogste verbazing wekte. Met een benepen hart radend wat er vannacht of misschien tegen het ochtendkrieken aan kon gebeurd zijn, ritste ik de tent open om met één blik vast te stellen dat alle dragers ervandoor waren. Zelfs Bobo. De muiters hadden alles meegenomen. Alles: hun hangmatten, de laatste kliekjes van het wrattenzijn, zelfs de ganse voorraad drinkwater. Wanhopig riep ik Duvel erbij.

   ‘Je eigen stomme schuld! Geloof me, wie niet luistert moet voelen. Alleen handjes afhakken helpt die vlegels te begrijpen dat, zoals jij ook fout denkt,  één plus één niet één is, maar twee. Tenminste hadden wij ze als een lange sliert aan de voeten moeten vastketenen, zoals jouw slimme Belgjes dat boven op de bouwwerven van de Rwenzori nog steeds mooi presteren. Zo worden alle luiwammesen daar - of ze nu over slechts één hand of over twee beschikken, - nog als waterdrager nuttig gemaakt.’ Duvel betastte zijn uitpuilende broekzakken. ‘Nog een geluk dat ze er niet met onze shillings vandoor zijn!’

   

Ik kwam terug op onze drankvoorraad. Onder deze omstandigheden leek me die belangrijker dan alle shillings van de hele wereld samen.

   Duvel stelde me onmiddellijk gerust. ‘We beschikken nog over vier flessen!’ Schuldig verlegen wees hij naar de laatste kist met rum, bedoeld als geschenk voor de Sukkeluus. Ik bemerkte meteen dat het houten deksel loszat. ‘Ik geef mijn zwakheid toe: onderweg naar hier had ik vreselijk pijn aan de rechtervoet. Dus heb ik stilletjes vier flessen rum soldaat gemaakt, wat best hielp. Opdat het niemand zou opvallen heb ik ze daarna gevuld met water!’

   Ik wist niet of ik boos moest zijn of Duvel om de armen vallen. Mijn redelijk antwoord hield zowat het midden. ‘We zullen de acht resterende flessen rum en bekers dadelijk ook als geschenk aanbieden. Hoeven we al dat gewicht niet tot aan de Kilimanjaro met ons mee te zeulen!’

   ‘Zeven,’ zei Duvel. ‘Denk alsjeblief aan mijn rechtervoet!’

   Ik stelde me het gezamenlijke gewicht voor van de tent, onze bagage, de grammofoon, alles wat we op de draagstoel zouden leggen en met ons beide handen de hele dag rondzeulen. ‘Acht!’

   ‘Zeven!’


wordt vervolgd





1 opmerking:

reageer hier en nu