zaterdag 5 september 2020

gast-auteur

HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken

aflevering 3

‘Heet? Maar man, prijs je gelukkig! Jij bent zeker nog nooit in Timboektoe geweest? Daar sta je pas op de bodem van een braadpan. Om ginds te overleven moet je bij elke stap een liter water drinken!’
    Hoewel Duvels glas tot op de bodem leeg was, pakte hij het van de toog en verrichtte de werktuiglijke handeling waarmee een dorstige nog een laatste slok neemt. Volgens mij was het een manier om te zeggen dat zijn keel kurkdroog stond, maar momenteel geen cent op zak had voor nog een glas.

Opgetogen omdat ik eindelijk weer Nederlands kon praten, haalde ik mijn portefeuille voor de dag en richtte me tot de zwarte achter de bar. Nog voor ik de kans had mijn mond open te trekken, kwaakte de kikker aan mijn zijde ‘Whisky!’ Daarna richtte hij zijn brede smoel naar mij voor weer een interessant detail. ‘Als hij in Bolivië aan een bar stond, dronk Fawcett ook altijd whisky, van die pure Schotse, weet je wel! Proost! Maar nu over iets anders. Vertel me eindelijk eens: wat kom jij Kempisch boekhoudertje hier tussen de armoede en de honderdduizenden vliegende insecten op deze broeierige, wegzinkende modderplaat uitspoken? Wat jouw Duvel betreft zeg ik dat een man die van geen hout meer pijlen weet te maken, nergens beter af is dan tussen deze zwartjes. Maar jij, jij bent nog jong genoeg om op een mooie toekomst aanspraak te maken.’
    Dit was het moment om het met Duvel over de door het oerwoud opgeslokte Clara Jansen te hebben. Al woonde dat jonge wicht slechts op honderd meter van mijn deur, ik had haar nooit gekend. Zij kwam pas in het nieuws nadat ze al een halfjaar niets meer van zich had laten horen. Raymond Van Damme, een plaatselijke industrieel voor wie ik juist bezig was verscheidene hooggespecialiseerde boekhoudkundige klusjes met tientallen ingewikkelde achterpoortjes in scene te zetten, was er niet gerust in. Op een dag, nadat hij in de pers al vergeefs tientallen noodoproepen had laten verschijnen, met een hoge beloning voor wie erin slaagde haar op te sporen, stelde ik mijn kandidatuur die eigenlijk naar de mislukte Percy Fawcett had moeten gaan. Zo te zien schommelde Van Damme tussen een ongepaste grap en zijn eigen cynisme, tussen ongeloof en diep wantrouwen. Want een schoenmaker moet bij zijn leest blijven, gaf hij als antwoord. Ik probeerde hem te overtuigen dat ik meer was dan een handig schoenmakertje, meer dan een uitzonderlijk bekwaam boekhouder. En of hij zijn fiat gaf of niet: ik moest en zou Clara vinden! Ook al was dat op mijn kosten!

Dat een boekhouder nog andere perspectieven koesterde dan zijn eigen omzetcijfer sloeg hem op slag lam. Ineens bereed ik een tamme ezel. En nadat ik hem ferm de sporen had gegeven, liet hij me zelfs meteen haar laatste brief lezen. Die was afgestempeld in Mombasa. Daarin stond dat ze op weg was naar de Kilimanjaro. Honderddertig kilometers te voet met een tiental negers, - gidsen en dragers. Het beklimmen van zijn besneeuwde krater pal onder de evenaar was haar ultieme droom. Daarna zou ze naar huis keren en met een zekere Prinsen of Prins, - al ruim tien jaar haar vriendje, - in het huwelijk treden en elk jaar voor hem een kind op de wereld zetten.

WORDT VERVOLGD


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu