HEKSENJACHT
door onze correspondent robertus baeken, vanuit de korenvelden van salem...
26.2.
‘Weet je nog Kamiels truc met dat zwijnenhart? Eén van haar kabouters, een hoogleraar biologie, had die bebloede klomp bestudeerd, haar ingefluisterd dat dit hart onmogelijk van een mens kon zijn. Mijn leven werd gespaard. Maar daarvoor zit hij nog een bijkomend jaar in ‘t voorgeborchte.’
‘Hé, dat is toch geweldig nieuws?’
‘Denk je?’ Hoewel ik probeerde Roosje ervan te overtuigen dat daardoor alleen maar de kans groter werd om Kamiel van zijn waanbeelden af te brengen en misschien zelfs spoedig weer naar huis en het gewone leven te doen terugkeren, bleef zij hardnekkig het hoofd schudden. ‘De vloek kan enkel door een ander slachtoffer ongedaan worden gemaakt.’
‘Zullen we de politie erbij halen?’
‘Geloof me, zolang het gaat om een everzwijn, vatten zij het op als een grapje! We kunnen niets doen!’
‘Zo denk ik er precies over!’ hoorde ik Lucretia achter mij, waardoor me in één klap duidelijk werd dat de scriptgirl, zoals dat gaat tussen boezemvriendinnen, niet enkel volledig op de hoogte was van Roosjes probleem rond haar stiefbroer, maar zeker ook van haar onmogelijke liefde voor hem.
Subtiel herinnerde Jeannette ons aan haar aanwezigheid wat verder in de kamer. Zonder benul van wat er tussen ons gaande was, vouwde zij haar accordeon open, dit keer weer voor een soepele wals. De klanken herinnerden ons eraan dat de musical voor het goede verloop nu best zou voortgezet worden. Die ellende met Kamiel was meer dan genoeg geweest. Voor mijn part mocht die halve Patat zelfs in haar eentje opstappen. Weg, dat in het rondspattende varkensbloed! Ik was haar miserie beu! Kotsbeu! Dus zette ik door. Dit feestje mocht tot de avond doorgaan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu