zaterdag 3 juli 2021

GAST-AUTEUR

               PORTRET VAN DE AARDBEIENPLUKSTER ALS JONGE                              VROUW

door robertus baeken, vanuit de aarbeienvelden.







3.

‘Ellendige griep! Waarom ben je niet één keer langsgekomen?’

   ‘Nog altijd tot over mijn oren in de aardbeien! Je hebt er geen idee van! Nog één dag als gister en de vruchten smelten in je hand. Te heet in de serre!’

   ‘Waarom neem je niet een dag vrij?’

   ‘Onmogelijk! Vrijdag had Niessen me naar zijn kantoor geroepen. Zie je, vandaag wordt daar voor het eerst een computer in bedrijf gesteld. En hij had me ernstig toegesproken over de toekomst van de firma. Hij zei dat dit een unieke gelegenheid was om me in te werken. En er zou promotie aan verbonden zijn!’ Ze bereikten de Antwerpse Steenweg, een drukke verkeersader.

   ‘Ik heb de laatste tijd een en ander over hem vernomen,’ zei Francis overheen het lawaai van een passerende vrachtwagen. ‘Niessen en zijn vrouw gaan hun villa verkopen! Mijn broer zag hen bij Mams op kantoor… Het botert niet tussen die twee!’

   ‘Niks van gehoord! Dat haantje praat niet over zijn privé-leven, althans niet in tegenwoordigheid van lagere bedienden.’ Zij staken de rijweg over. Op het veilige fietspad konden ze naast elkaar rijden en ongestoord praten. Maar die ochtend bleek Francis eerder zwijgzaam. Volgens Mieke dacht hij na. Zij wachtte op wat zou komen. Ideeën vond zij opwindend. Misschien doordat zij zelf nooit ideeën had en die van Francis haar, hoewel zij ze vaak nauwelijks begreep, een gevoel van betekenis gaven. Daarmee vergeleken waren de meeste gesprekken op haar werk, thuis, of tussen haar vriendinnen, gewoon kletskoek. Francis vroeg zich zelden af waaraan zij dacht. Maar dit keer borduurde hij bij uitzondering op haar laatste woorden verder. ‘Zo zie je weer hoe de samenleving van boven tot onder is gestructureerd. Het systeem handhaaft zich op basis van vervreemding. Alleen zo verwerft men macht. Gezag, jawel!’ Mieke had altijd moeite zich lang op dezelfde ideeën te concentreren. Werkten haar hersencellen te traag? Nooit vroeg ze hem iets een tweede keer uit te leggen. Dit om vermijden dat hij haar weer zou troosten met het gezegde dat zich in het algehele menselijk gedrag naast uitgekooktheid veelal ook een sympathieke vorm van ‘zorgeloze domheid’ voordeed die de kwalijke gevolgen van de huidige tendens om enkel op de rede te vertrouwen, gelukkig kon verzachten. ‘Of noem het: eenvoud,’ had hij zich verbeterd. Maar het woord was gevallen.


WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu