‘Ik ben een wereldvreemd buitenmeisje,’ ging het door Miekes gedachten. ‘Zo eentje dat in de ogen van al deze stadsmensen regelrecht achter de koe vandaan komt. Iedereen ziet het aan mijn blozend gezichtje en mijn onwennigheid, zoals ik langs deze ultradeftige boulevards hol.’ De eerste keer dat ze zover van huis was. Bovendien had zij pech. Van een voorbijganger kreeg ze te horen dat zij de trein een station te vroeg was uitgestapt. Ofwel had de man zich schromelijk vergist, ofwel had hij haar, bij het zien met wie hij te maken had, voor de gek gehouden door haar de verkeerde richting uit te sturen.
Het was al donker toen zij eindelijk door de straat liep waarvan ze de naam op een briefomslag had. Nu het huis nog. In het portaal van een flatgebouw trof zij de naam Beaumont kleintjes onder nummer vier. Na de bel klikte de glazen toegangsdeur op een kier. Voor alle zekerheid nam ze niet de lift.
Op de derde overloop schraapte een strijkstok over gespannen snaren. Daaroverheen werd een Franse tekst gedeclameerd. Al haar bedeesdheid verdween op slag toen zij met haar oor tegen de deur Francis’ luide stem herkende. ‘La morale est la faiblesse de la cervelle…’ Joost mocht weten waarover het ging. Om niet te storen, wachtte Mieke met aankloppen tot hij zichzelf onderbrak met de verklaring ‘dat de actie niet het ware leven is, maar een manier om je krachten te verspillen.’ Een student stak het hoofd naar buiten.
Francis’ naam betekende zoveel als de toegang tot een haar onbekend, door weinige kaarsen verlicht universum. Centraal in het midden stond haar zelfverklaarde godheid bovenop een stoel, - een bleek schijnsel over zijn halvemaansgezicht. Bijgestaan door de krassende viool dramde dat hemellichaam onverstoord door. Heel wat toehoorders zaten op de vloer: struikelblokken waardoorheen zij kriskras haar weg zocht. Had Francis haar zien binnenkomen? Of was hij toevallig klaar? Na wat juichend handgeklap kwam een lawine van stemmen op gang. Terwijl hij als magnetisch aangetrokken op haar afkwam, ontdekte zij de blik van Eva. Nooit had Mieke zo getriomfeerd als toen hij haar teder in de armen sloot. Eva kon ophoepelen!
‘Wat is hier gaande?’ Opdat niemand het zou horen, had zij het gefluisterd. Liefst had ze zich voorgedaan als een zelfbewuste vrouw; niet enkel bloedmooi en sexy, maar ook geëmancipeerd, - volkomen op de hoogte van het reilen en zeilen in het grootstedelijke universum van de letteren, zoals hier.
‘George is jarig en hij had voor de gelegenheid wijn meegebracht. Kom!’ Hij loodste haar naar een aangrenzend keukentje, waar ze onder het licht van een peertje alleen waren. ‘Wat een verrassing! Hoe kom je hier?’
WORDT VERVOLGD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu