maandag 6 september 2021

mémoires

waarin vitalski iets noteert aangaande dé meest dodelyk saaie namiddag uit zyn integrale kindertyd...

de laatste paar dagen houdt deze volgende, naargeestige herinnering my, zomaar ineens, best intens bezig; ze is niet "nieuw", dwz ik ben dit nooit "vergeten" geweest, maar er komen my nu, merkwaardig genoeg, alsmaar details van voor de geest, en nu pas voel ik aan, dat dit stukje geschiedenis om een werkelyk soort van kindertrauma gaat.
    het begon ermeê dat myn grootmoeder my had beloofd dat wy, op een zaterdagnamiddag, in het zéér verre dorp genaamd essen, het dorp van myn overgrootmoeder, een zogenaamde "grote louis" zouden gaan eten - dit gerecht zynde, naar het scheen, een zéér grote soort van pannenkoek, zoals die daar, in een of ander eethuis, een traditie heette.
    in waarheid, zo bleek, kwamen we daar aan in een volledig niemandsland van droge, antieke binnenkamers. eerst kwamen we by een werkelyk stokoude man, die in een hoek van een kamer op een stoel zat, zich nauwelyks meer kunnende bewegen. hy kreeg, ik geloof voor zyn verjaardag, een elpee cadeau, met daarop, zeiden ze, fanfare-muziek. "dat hoort hy zeer graâg," zo sprak, denk ik, myn overgrootmoeder in zyn plaats.
    vervolgens kwamen we, voor de rest van deze enorme namiddag, in een andere zitkamer terecht, waar die man dus niét was, maar waar de muffe, stoffige, vooroorlogse anti-beweging in nog ergere mate hoogty vierde, verstikkend langs de byna als pyn aandoende bruine meubels. myn grootmoeder en, denk ik, myn overgrootmoeder, zetten zich tezamen voor de rest van de namiddag aan het converseren, aan een tafel met een donkergroen tafelkleed - onderwyl ikzelf, wat verderop, naar een tweezit was verwezen. daar lag één stripboek, dat toén al byna ziekelyk oud op my overkwam; "sjors en sjimmie op de pintoplaneet" - een boek dat toen, achteraf gezien, toch nog maar een twaalftal jaar oud moet zyn geweest. meer vervreemd dan geboeid las ik het dikke, naar oud stof ruikende boek toch helemaal uit, namelyk omdat er verder totààl niks ànders voorhanden was.
    het volgende moment in die tydloos gedurige namiddag, hadden myn grootmoeder en/of myn overgrootmoeder my nog andere "lectuur" aangereikt, namelyk het allerenige dat er voorts nog meer in huis was, namelyk: een stapeltje damesbladen van toen, "libelle" of "het ryk der vrouw" - daar moest ik, als zesjarige jongen, die oneindig voortdurende uren, van die ondraaglyke vervelende, angstaanjagend saaie, oneindige namiddag meê toekomen; met die verkreukte jaren 70-tydschriften over damesmode en naaipatronen...
    op de extreem lange duur, na zeventien keer te zyn doodgegaan en afgestorven, zag ik ons dan toch weêr in de auto stappen; alleen maar zeer terloops, langs-de-neus-weg werkelyk, zei myn grootmoeder toen: "oei, dat restaurant is niet open, zie ik..."
    en zo gingen we maar weêr naar huis.
    

1 opmerking:

  1. Da's raar, ik had dat stripboek ook, denk ik. Of misschien is datzelfde boek nadien bij mij terecht gekomen, of lag dat bij Moemoe thuis? Ik heb het alleszins vaak en graag gelezen. (ik ben dan ook nooit naar Essen gemoeten).

    Die moesten op de pintoplaneet zo van die vierkante blokjes eten, niet?
    IK had graag één van die vliegende schotels in het echt gehad.

    BeantwoordenVerwijderen

reageer hier en nu