komt van het oud-noors "görvi", van het werkwoord "göra", dat in het oud-noors érg véél voorkomt, zowel in de betekenis van "maken" en "doen" als van "koken", "plukken" en "schryven". "garo" wilde zeggen "gedaan hebben", wat dan kwam te betekenen "gereed zyn", en dus "je harnas aanhebben", "je tuig in de hand hebben."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu