vrijdag 22 april 2022

GAST-AUTEUR

DE TRAP

door gastauteur Robertus Baeken, vanuit de timmer-kamer...

8.

Nadat Marie-Claire weer naar boven gegaan was, gebeur­de er lange tijd niets meer. Karl had zeker ingezien dat hij zich met het lawaai uit zijn radiootje haar afkeuring op de hals haalde: hij had het volume een beetje teruggedraaid.

    Hoewel er zich geen bijzondere moeilijk­heden voordeden, schoot het werk slec­hts langzaam op. Er was het vage besef dat wij met een trap bezig waren, terwijl in mijn gedachtewereld het nut van de her­stelling helemaal zoek was, of zelfs niet meer bestond. Ik betrapte ons er voortdu­rend op dat wij naar boven keken, alsof we ver­wachtten dat de vrouw ieder ogenblik weer naar bene­den zou komen om de conversatie voort te zetten. Al mijn aandacht - en zo te zien ook die van Karl - was ge­spitst op de grote kamer aan het einde van de overloop. In mijn verbeelding zag ik haar achter de gesloten deur taartjes eten met de oude heer, de tafel afruimen, kopjes afwassen en ander werk doen. Maar wat voor ander werk? Zij zag er niet uit als een schoonmaak­ster; daarvoor gedroeg ze zich, hoewel zij de omgang met gewone handwerklieden niet schuwde, te zeer als een dame.

   Hier openbaart zich voor ingewijden de ziekte waaraan ik leed: innerlijke leegte, die zich doet gewaarworden als verve­ling; een geestelijke onpasse­lijkheid die nooit verlicht wordt, alleen maar ver­geten soms, bij nieuwigheden of bij verstrooi­ing. Hier zou het persoonlijke van mijn verhaal - wat er uniek en tegelijk doodgewoon aan is - herkenbaar en misschien van belang kunnen zijn voor anderen. Het hart dat altijd meer wil, wordt dan omgebo­gen tot een ziekte­beeld of vorm van schu­ld. Want een ziekte is zelden nie­uw, wél exemplarisch voor andere ziekten, en dus geldig voor de algemene beschrijving van een symp­toom. En inderdaad begon ik nu zelf ook in die richting te denken. Hier beoordeelde ik mezelf en mijn erva­ringen. Hier moest ik het hebben van afwijkend en normaal gedrag, van lijden en vreu­gde, van verraad en liefde, van lawaai en stilte, van al die tegen­stel­lingen zonder welke geen historie mogelijk is, - laat staan een vertelling waarbij een mens iets voor zijn eigen geluk kan opsteken en om die reden bijzondere aandacht zou ver­dienen.


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu