Wilde ik gebruikmaken van deze unieke kans om intiemer te worden, dan moest ik zonder uitstel iets zeggen of doen. Maar wat? Doordat ik me tot hier weinig geneigd voelde om al iets te ondernemen, leek mijn besluit af te hangen van een willekeurig gebeuren dat snel buiten me om moest plaatsvinden. Het was of voor mijn neus een muntstuk op zijn kant viel en een ogenblik zo balanceerde dat ik me afvroeg op welke zijde het zou terechtkomen. Door die onzekerheid werd ik gedwongen te vertrouwen op mijn instincten. Volkomen impulsief vroeg ik naast haar te mogen plaatsnemen.
Marie-Claire trok de vergrendeling van het andere portier uit. Ik haastte me om in te stappen. In het schaarse licht door de voorruit, zag ik de revers van haar opengevallen bontjasje en daartussen, als een half weggeborgen, kostbaar kleinood, een gaaf stukje melkwitte huid, verdwijnend in de schaduw tussen haar ronde borsten.
Zij gespte haar gordel vast. 'Zal ik je terugbrengen?'
Zwijgend gaf ik me over aan de indruk die haar gezicht op mij maakte. In het halfdonker schenen haar vochtige, roodgeverfde lippen langzaam van haar lege, starende blik weg te drijven, alsof voor mijn ogen een volmaakte scheiding tussen geest en lijf plaatsvond.
In plaats van te vertrekken, legde zij de motor stil. Verder hoorde ik het volle leven onverminderd doorgaan: het onvermijdelijk voortschrijden van de tijd, het knagen van de worm in mijn ziel, de onophoudelijke groei van de splijtzwam in mijn buik. Hongerig drukte ik mijn lippen op de hare. En zij gaf toe. Vlees tegen vlees, adem tegen adem voelde ik de hitte van het bloed vrijkomen; een botsing van de hartstochten. Tegelijkertijd gingen mijn gedachten voor de zoveelste keer naar wat me bij het liefdesspel steeds ook bedroefde. Terwijl haar hand liefkozend mijn kruis betastte, kon ik me niet losmaken van het denkbeeld dat wij slechts herhaalden wat zich tussen geliefden al ontelbare keren precies eender had voorgedaan.
Maar dit was geen moment voor bezinning. Ik gaf me over aan onbelemmerd genieten. Tot wat kritisch beschouwen leidt, wist ik al. Voortaan zou ik me hier koppig tegen verzetten en juist de tegengestelde richting uitgaan, blindelings de weg op van de hete hond in mij.
Maar tot wat leidt het toegeven aan verboden hartstochten? Stel je een onvergetelijk orgasme voor waarbij de horizon plotseling als een onvaste lijn gaat kantelen en de tijd en de wereld voor een onbepaalde duur ophouden te bestaan. Zover had het, zonder de angst om door een voorbijganger te worden opgemerkt, tussen ons kunnen komen; en niet tot wat Karl hier, na één van zijn banale avontuurtjes, opschepperig zou uitleggen als ‘droog vrijen’: een foute term voor de onbesuisdheid - zo rap als het ging, - waarbij Marie-Claire mijn opgewekte lichaamssappen over haar duim en vingers deed vloeien.
Waar ik me door dit onverwachte gebeuren diep vernederd voelde, - of mijn ego in haar ogen tot nul verkruimeld werd, - reageerde zij met een vermakelijk lachje. Onverwachts werd ik weer geconfronteerd met al die nare gevoelens uit mijn pubertijd, - daarbij zelfs behept met de vrees dat de leraar catechese opnieuw zijn naar mottenballen stinkende pak had aangetrokken om me onder het uiten van luide verwensingen bij de kraag te pakken en uit de auto te sleuren.
(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu