ik zat in de motregen op een terrasje met jmh berckmans, die dus nog leefde. we zaten ieder een eigen verhaal te schryven. "hoe noem jy my ook alweêr in jouw verhalen?" er was een licht gevoelen van oppositie, maar vooral was het prettig. *** het was de zondag van de levende vrouwen tentoonstelling. ik wandelde daar binnen - en àlles was in orde, alles verliep op rolletjes; hoe hadden ze dit alles zomaar voor mekaâr gekregen, hoe handig; het was kwart voor twaalf smiddags en zometeen gingen de deuren open; maar alles was op orde en iedereen was gelukkig. (een echte wensdroom, zodus...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu