LEONARD EN IK
door Robertus Baeken
45.
In zijn Tropic of Capricorn beschrijft Miller hoe hij met een liefdevolle blik naar zijn snurkende vader keek, terwijl hij in gedachten sprak: ‘Slaap vadertje, slaap, want de werkelijkheid is afschuwelijk!’ Het was een zinsnede die Leonard heel zijn leven is bijgebleven. Ook wat dit betreft, was hij het volkomen met Miller eens. Ik wist precies wat zij met die afschuwelijke werkelijkheid voorhadden, en daarom betuigde ik als gewoonlijk mijn instemming; hoewel ik vond dat de werkelijkheid ook zo kan gezien worden dat je die zelf bent. Met andere woorden: ik loop niet rond in de werkelijkheid, maar de werkelijkheid loopt rond in mij. In dat geval beperkt de creatieve daad zich niet uitsluitend tot de kunst, waaronder het beeldhouwen of schrijven, maar gaat zij deel uitmaken van je dagelijkse leven, ja van heel je wezen. Over deze visie, die mettertijd gans mijn leven veranderd heeft, zal ik het nog uitvoeriger hebben. Voorlopig volstaat het te zeggen dat Leonard het geluk vond in zijn kunst en alles wat daarbuiten lag er noodgedwongen bijnam. Daar had hij bijvoorbeeld de avondlessen, zijn omzeggens enige bron van inkomsten. Omdat hij er diep van overtuigd was dat elke vogel het best zingt zoals hij gebekt is, zag hij het nut van een schoolse leidraad bij de artistieke vorming niet in. Behalve het bijbrengen van de nodige technieken om gipsmodellen te kopiëren en met de ruwe materie en de gereedschappen om te springen, liet hij zijn leerlingen zoveel mogelijk de vrije hand bij het zoeken naar hun persoonlijke visie tijdens de creatieve daad. Gedurende de lessen keek hij dan eerder passief toe. De resultaten waren zeer bevredigend trouwens. Verscheidene van zijn leerlingen behaalden de regeringsmedaille.
Een groot nadeel van het avondonderwijs bestond eruit dat de lessen voor hem wat te laat eindigden om zich thuis om te kleden en opnieuw aan de slag te gaan. Zo verviel hij in de kwalijke gewoonte om zijn stamkroeg, waarlangs hij dagelijks op weg naar huis passeerde, binnen te lopen. Leonard was tevoren ook al een groot drinker trouwens. Maar wat hem dreef om op café te gaan, was beslist meer zijn nood aan gezelschap dan drank. Zo was advocaat Smets een van de stamgasten met wie hij graag optrok. 'Smetje', zoals hij door Leonard werd genoemd, bleek erg goed thuis in de Franse literatuur. Na hun dagelijks potje biljarten gingen zij vaak aan een tafeltje zitten om het samen over hun gemeenschappelijk stokpaardje te hebben: de Franse schrijver Céline.
(WORDT. VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu