donderdag 1 december 2022

GAST-AUTEUR

robertus baeken, die de vader is van don vitalski, schreef het boek "leonard en ik", over zyn nonkel leonard, de fameuze beeldhouwer. over 82 afleveringen verspreid, worden die mémoires hier integraal gepubliceerd.

prent: Tentoonstelling in Lange Nieuwstraat te Antwerpen

LEONARD EN IK

door Robertus Baeken

75.

Het is een feit dat Leonard zich na zijn ontslag op zijn zevenenveertigste levensjaar volledig uit de wereld terugtrok. Zijn broer Peer kwam dagelijks bij hem aanlopen. Hij passeerde voor hem langs de bakker en deed met grote liefde ook alle andere boodschappen. Hoewel Leonard nog erg op elk bezoek gesteld bleef, met mij nog altijd graag over kunst en literatuur babbelde en zich via kranten, radio en televisie met gretigheid van de gebeurtenissen in de wereld op de hoogte hield, bereikte hij hoe langer hoe meer het stadium van de heremiet, die zich niets meer over de wereldse belangen laat wijsmaken. Zonder die wereld te veroordelen, was volgens hem alles ijdelheid. Ondertussen bleef hij met zijn eigen werk doorgaan; niet zozeer uit gewoonte, of omdat hij toch niets anders om handen had, dan wel vanwege het gevoel dat de poorten van de hemel zich enkel zo voor hem openden. Daarom is het misschien niet zo vreemd dat zijn verhaal of persoonlijke geschiedenis, - ofschoon hij nog eenentwintig jaar van zijn dood verwijderd was, - zich vanaf hier als een onveranderlijke gebeurtenis begint te kristalliseren. Leonard had geen bijzondere verlangens, geen wereldse behoeften meer. Hij hield van zijn werk. Hij bevond zich in het paradijs dat hij zelf schiep. En voor zo iemand vliegt de tijd, vliegen de dagen en jaren als rijke uren. Als er nog sprake is van enkele bakens, dan enkel omdat ik, of anderen, in de loop van zijn dagelijks leven hebben ingegrepen.

   Zo denk ik aan de bescheiden tentoonstelling, die ik voor hem in Antwerpen met zijn werk had ingericht. Dat was in februari 1984. Leonard had er geen enkele stap voor ondernomen. Dankzij een vriend die zijn intrek genomen had op de zolder van een laatmiddeleeuws patriciërshuis in de Korte Nieuwstraat, vlakbij het oude stadscentrum, ontdekte ik onder het gebouw een keldergalerijtje, uitermate geschikt voor een bescheiden beeldententoonstelling. Ik sprak de eigenaar van het pand aan, nam een verzekering tegen diefstal, kocht een aantal houtvezelplaten en verzaagde deze in gelijke panelen om ze vervolgens in elkaar te timmeren en te beschilderen. Zo bewam ik voor elk van de dertien tentoongestelde beelden een geschikt hoog voetstuk. Onder het bovenvlak verwees een gegraveerd nummertje discreet naar de prijslijst bij de ingang. Onze neef Max, die als bouwaannemer over een pick-up beschikte, deed gratis het transport. De beelden, waarvan negen stuks in witte steen en de overige in arduin, waren niet al te groot, zodat ze elk door één persoon konden gedragen worden.


(WORDT VERVOLGD...)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu