ik had nog myn twee leguanen. tot myn vreugde kon ik ze buiten vry los laten; ze zouden toch terugkomen, omdat ze hier goed eten kregen. ik zat op het dak van myn ouderlyke huis in vosselaar en kon de dieren van het dak smyten, waarna ze, door zichzelf groter te maken als met zweefvleugels, sierlyk langzaam benedenwaarts door de lucht gleden. myn kinderen kwamen kyken maar moesten met elk met één voet aan een ketting zodat ze niet van het dak konden vallen.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu