17.
Zij is gastvrij, hoorde hij zich in gedachten. Zij is poeslief. Zij wil me schadeloos stellen voor haar weigering om mee te werken. Hij volgde haar langs een openstaande deur naar een belendend vertrek. Een fornuis verraadde dat hier de keuken moet zijn geweest. Terwijl Justine een waterketel liet vollopen, werd zijn aandacht getrokken door een grote, ingelijste foto, schuin tegen de muur. Een ballerina gehuld in een vleeskleurig maillot, leek op het eindpunt van een pirouette gekomen. Boven haar hoofd balanceerde de lijn van haar gestrekte voet al naar een volgende beweging. Door de weerspiegeling in het glas duurde het even voor hij erachter kwam dat de ballerina niemand minder was dan zijn gastvrouw, die hier bovenop twee kopjes een koffiefilter plaatste.
‘Schitterend! Naast je studies dans jij ook ballet?’
Justine stak het licht aan en kwam naast hem staan. 'Voor ik getrouwd was, heb ik het lang geprobeerd! Maar ik had weinig talent.’
‘Dit lijkt me anders een knap staaltje.’ Haar krachtige zwanenhals was hem al eerder opgevallen. Naar zijn eerste indruk was ze eerder tenger. Daarom verbaasde hij zich over haar schitterend figuur, haar rechte benen, stevige dijen. Hij keek zolang dat het bijna gênant werd, temeer daar het minuscule slipje overheen haar maillot zijn verbeelding prikkelde. Hij wendde zijn ogen af. ‘Ik moet bekennen dat ik nog nooit een balletvoorstelling heb bijgewoond.’
‘In dat geval zal de naam Janos Minowski je niets zeggen.’
‘Was hij je man?’
Eventjes werd het doodstil. Voor Joseph was het of hij weer oog in oog met zijn jeugdliefde stond en hoe zij haar spijt bekende dat het tussen hen zo verkeerd was afgelopen. Het schokte hem dat zijn gevoelens voor haar na al die jaren nauwelijks veranderd waren; ook al weigerde hij dit aan zichzelf toe te geven. Hij was getrouwd nu. Hij moest zich niks inbeelden.
Het water kookte. Justine schonk in. Met het kopje in de hand volgde hij haar naar de voormalige woonkamer. Een laatste blik op de foto toonde haar gestrekte voet als het einde van een tot het uiterste gespannen boog, verbonden met een marmeren lichaam. Van pure bewondering hield hij dit beeld heel even vast; tegelijk zag hij het als een geheugensteun om al die schoonheid te gepasten tijde weer op te roepen. Gezien er slechts één stoel was, bleven ze beiden rechtstaan. ‘Jammer dat er geen koekjes zijn!’ Daarmee gaf zij het sein voor een eerste slok.
(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu