zondag 5 maart 2023

GAST-AUTEUR


5e EPISODE

Het zien van de Parijse lichten deed Joseph toch wel wat. De trein reed de Gare du Nord binnen. En toen de portieren open­gingen, brak een weergaloos moment aan: alsof een horde wilde beesten met het uitzicht op de jungle van de wereldstad ineens uit de kooien werd bevrijd. In het kielzog van de reizi­gers zocht hij een verklaring voor zijn uitgelatenheid. Het hing zeker in de Parijse lucht. Hij zag de huis­schilders kinder­lijk opgewonden tussen de wriemelende massa naar de Moulin Rouge hollen. Ook hij was ten prooi aan het rede­loze gevoel dat ach­ter elke straathoek een lokkend avontuur wachtte. En ja... Waarom niet?

   Op zoek naar een geschikt hotel had Joseph zich door het dichte aantal lichtreclames rond het stati­on laten misleiden. Eethuizen en bars genoeg, maar wat verder eindigde hij in een verla­ten straat, die hem onder de schaarse verlichting van twee lantaarns als een nauwe tunnel omsloot. Hij kreeg spijt dat hij niet meteen in de ondergrondse was gestapt. Dit had alsnog gekund, maar hij had al een poosje de indruk dat hij werd gevolgd, en wellicht hield het een risico in als hij op zijn stappen zou terugkeren. Voorzichtig versnelde hij zijn pas, waardoor hij de voetganger een weinig vóór hem zou hebben ingehaald als deze het niet op een lopen had gezet om verder in een portaal te verdwijnen. Toen hij langs diezelfde plek passeerde, trof hem een uitnodigende deur met neonlet­ters erbo­ven: ‘Hôtel l'Ave­nir.’

   Na het langdurig klakken van zijn hielen op de straatstenen ­zweefde hij over een dik tapijt. Bij het openen van een tweede deur kruiste zijn blik de ogen van de onbe­kende, die voor hem had uitge­lopen. Bij de balie was een receptioniste bezig hem in te schrij­ven: een keuri­ge heer met aktentas onder de arm, wat rap een hoop poen ver­raadt. Vandaar zijn angst voor de donkere tunnel. Dat hij er­uit­zag als een bank­ier stelde Joseph wel ge­rust over de kwali­teit van het hotel, maar deed hem tegelijk vrezen dat de prijs voor een kamer het toegestane budget zou over­schrijden.­ In elk geval zou hij dit keer niet ter wille van wat profijt opnieuw de straat opgaan.

   Dentiste,’ zei de bankdirecteur, toen hem naar zijn beroep gevraagd werd. In een visioen zag Joseph Parijs zijn beestige muil opensperren. Diep en zwart gaapte de nauwe tunnel van de straat, met vooraan een rij zieke tanden. De tandarts rolde zijn hemdsmou­wen op, klaar om oneffen straatkeien op te breken.

   Joseph had hard om zijn fantasie kunnen lachen, maar zoiets hoort niet in een chique hotel. Toen het zijn beurt was, legde hij zijn identiteitskaart netjes op de balie. Hij hield zich klaar om de receptioniste bij de vertaling van zijn beroep te misleiden.

   ‘Cent cinquante euros par nuit!’

   Hij ontving de sleutel van une chambre tran­quil­le met ontbijt tussen zeven en tien. - ‘Oui, avec deux oeufs durs, merci.’


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu