55.
‘Ik wens opheldering over de zaak. Of is dat zo vreemd?’ In dat geval zou vanzelf ook de kwestie Justine aangeroerd worden. Ondanks tal van bezwarende elementen bleef hij vasthouden aan zijn geloof dat zij louter door ongelukkige omstandigheden in de criminaliteit was verzeild geraakt.
‘Weet u, belt u mij in de loop van volgende week weer op. Mijn dochter verkeert volledig in shocktoestand.’
Het kwam Joseph voor dat het half onthoofde monster, nu het had gezien dat de ridder geen spatje angst vertoonde, opeens vond dat het hem beter zou uitkomen om vrede te sluiten. Zo deed hij opeens flink zijn best om te aaien, - wat voor een rasp of scherpe vijl verschrikkelijk moeilijk is, - en dit op een toon alsof hij iets van zijn grootste vijand verwachtte: een vorm van toezegging dat hij op discretie mocht rekenen of zo.
‘Denk nu niet dat ik bij uw baas mijn beklag ga doen! Dit blijft, hoop ik, tussen ons.’
Joseph vertrouwde het zaakje niet. De baron wou tijd winnen voor een volgende ronde. Dus keek hij uit om hem zijn woord te geven. ‘We zullen zien,’ zei hij enkel.
Nog diezelfde avond had hij zich naar de avenue Kléber begeven. Op het appartement van Lima was het stikdonker. Jammer, hij had op een laatste gesprek met Justine gerekend.
In een ultieme poging om contact te krijgen, zweefde zijn wijsvinger naar de deurbel. Net dan tikte iemand hem op de schouder. Lagache en zijn adjunct.
‘Dokter Lima is gaan vliegen. Zijn appartement volledig ontruimd! Wilt u trouwens meekomen. U bent ons een bijkomende verklaring schuldig.’ De combi stond aan deze kant van de avenue.
Het werd Joseph duidelijk dat deze heren het meisje in het ziekenhuis hadden verhoord over zijn vragen. En nu zij eveneens over Lima’s adres beschikten, wilden ze vernemen hoe hij daarachter was gekomen. Nog andere feiten werden te berde gebracht. Josephs onderzoek had hem naar een lege villa in Louveciennes geleid. Ook vertelde hij hoe, nadat op hem een aanslag werd gepleegd, de gangsters tot hier in een taxi had gevolgd. Over Justine geen woord. Dat kon altijd nog.
‘Goed, zullen we dan meteen naar die villa rijden?’
(WORDT. VERVOLGD...)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu