zondag 1 oktober 2023

GAST-AUTEUR


23.

‘Dus is hij zomaar weggelopen? Jezus, dat ons zoiets moet overkomen!’ Bij deze klacht beleefde hij een tweede nachtmerrie. Hij stond op. Een levende mummie die, na zijn duizendjarig verblijf in het onderaardse, terug­keert naar de mensheid. Maar deze stervelingen zijn nieuw. Zij begrijpen niets van zijn bovenmen­selijke passies, het donker stromen van blo­ed, van het verraad en de eeuwige strijd met het zwaard, - in dit geval: de machete.

   De kelderdeur kraakte open. Zijn vrouw, zijn zoon: twee vreemden die zich met grote ogen van verbazing realis­eerden dat hij tot de eigentijdse levenden was teruggekeerd, om hem vervolgens met kwetsende vragen te be­stoken. Isabelle kwam eerst los. Joseph probeerde haar verontwaardi­ging te begrij­pen. Feitelijk moest hij tien ant­woorden tegelijk geven. Waarom hij zich voor de politie had ver­stopt. Hoe dat bebloede mes onder hun bed gekomen was. En tot slot het onvermijdelijke: Of hij die mevrouw heus had onthoofd. De waarheid Jos!

   ‘Ik ben onschuldig! Ik weet niets van een machete onder ons bed!’ Hoe heftig hij de woorden ook om zich heen sloeg, het scheen of zijn in­spanningen om hen van zijn gelijk te overtuigen, precies een omgekeerd effect sorteerden. Hij richtte zich tot zijn zoon. ‘Hoe wist de recherche het?’

   Harold stuurde een vragende blik naar zijn moe­der, alsof hij haar toestemming nodig had om te antwoorden. ‘Het stond in een anonieme brief aan Malky.’

   ‘Anonieme brief... Derycke wil de schuld in mijn schoenen schuiven. Ik heb er niks mee te maken.’

   ‘Een onschuldige hoeft zich niet in de kelder te verstoppen,’ merkte Isabelle schamper op.

   Joseph walste eroverheen. ‘Het raam naar onze slaapkamer heeft gister de ganse dag opengestaan.’

   ‘Je komt er niet in zonder ladder...’

   ‘Mogelijk is iemand gewoon langs de deur binnenge­wandeld. Hebben jullie iets bijzonders opgemerkt?’

   ‘Pa!’ Het was of Harold hem een krachtig halt toeriep. ‘Pa, je moet naar de politie!’

   Buiten, op weg naar de ladder, hoorde Joseph zich in ge­dachten morren: ‘Beseffen jullie wel hoe diep ik in de stront zit! De politie bezit voldoende aanwijzin­gen om me bij de kraag te vatten. En wat heb ik om me te verdedigen? Niets! Ik draai voor twintig jaar de bak in. De hel! En de schande!’

   In het schuurtje hing de ladder netjes op zijn plaats. Hij hoorde dat Harold hem gevolgd was. ‘Alles lijkt normaal!’

   ‘Zie ik ook wel!’ zuchtte Joseph, hoewel hij geneigd was te schreeuwen. ‘Tja, dan rest mij niets anders dan me aan te geven.’


(WORDT VERVOLGD....)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu