donderdag 26 oktober 2023

GAST-AUTEUR

43. 
BETOVERD


Zijn voet belandde op de vloer van een badkamer. In het bleke licht van de maan sloop hij naar de overloop en stak het hoofd achter elke deur, in gedachten bezig het mevrouwtje te be­groeten. ‘Kitty, Ik ben het! Hoor, ik ben geen dief! Ik ben hier uit bezorgd­heid. Ik ben hier omdat ik die verdomde foto wil. Maar ook omdat je mij hebt betoverd!’ 

   De ka­mers confronteerden hem uitsluitend met haar afwe­zig­heid. Het paar sliep in een aparte kamers. In te­gen­stelling tot het vertrek van mijnheer, dat er door de karige, antieke meubels streng uitzag, gaf die van haar een kinderlijke indruk. De zalmroze muren opgevrolijkt door ondeugende prenten. Bij het openen van haar kleerkast, ademde hij de geur in van de afwezige en trof zich in dezelfde­ gekke staat als toen hij pakweg zestien was. Om een glimp van zijn uitverkorene op te vangen, had hij urenlang in de vrie­zende kou ge­staan. Om haar één minuutje te spre­ken, had hij tien kilometer door de sneeuw geploeterd. Nachtenlang had hij dat heftige gevoel voor haar in het donker vast­gehouden. En nu trotseerde hij niet minder. Tegelijk vroeg hij zich af hoever dit zelfbedrog zou gaan. De tijd slaat barsten, zowel in het volmaaktste voorhoofd als in het perzikhuidje van de mooiste wang. Was ook hij niet vol ongeloof, gekwetst en verbitterd door zo­veel waarheid, elke dag?

   Zo deze vrouw hem betoverde, dan niet omdat hij onschuld zag. Zijn hoofd was ijl, ijl. Zijn hart bonsde, bonsde. Hij greep haar kamerjas, drukte de kraag tegen zijn neus, neus. Hij leef­de, leefde. Zij was gezonden door de be­geerte, begeerte. Zoals zijn eerste liefde onmo­gelijk was gebleken, zou ook deze schoon­heid uit zijn leven verdwijnen. Hij stond voor Isabelle en bekende: Ik ben een zwak mens. Kun je mij vergeven?

   Wat is er te vergeven, Jos? Zeg het!

   Nog niets eigenlijk.

   Vertel me over alles wat ik jou niet kan bieden, Jos.

   Hier dacht hij lang over na. Toen zei hij: Het gif zit in mij. Ik ben nieuwsgierig. Dat is het! Ik zit met het ge­voel dat het leven me een antwoord schu­ldig is. Ik ben blind! Want kijk, terwijl het paradijs me rakelings voorbijdrijft, in mijn ogen priemt, in mijn neus bijt, blijf ik radeloos op zoek.

   Wij zijn mensen, Jos. Geen Goden!

   Ik mis een frisse kijk! Alleen de liefde kan me redden!

   Deze vaststelling bezorgde hem een ferme schok. In de kleerkast van een dame snuffelen, is niet netjes! Hij kroop weer in de huid van zijn detec­ti­ve en sloot de deur.

   Na de alkoof van de lich­te dame omsloot de wereld van mijnheer hem ge­streng. De mens is schul­dig en onvrij, zeggen de rech­ters. Hij moet verant­woording afleggen voor zijn da­den. Hier bestond de vloer uit hetzelfde glanzende houtwerk als toen hij voor zijn opvoeders stond en met gebo­gen hoofd naar de neus van zijn schoenen keek.

   Zeker omdat mijnheer afwezig was, viel de mufheid van het kantoorver­trek hem minder op. De onschuldige ogen van Van Dycks boerenmeisje aan de muur keken neer op de detective aan de schri­jfta­fel: een zielige vent voor wie een bankje van honderd volstond om te worden omge­kocht.



WORDT VERVOLGD...

   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu