Die morgen werd Joseph met de vogels wakker. Aan haar ademhaling te horen, verkeerde Isabelle nog in een diepe slaap. Hij kon nu meteen naar het peperkoeken huisje rijden. Maar het starten van de wagen zou haar wekken en dan kon hij straks weer de opmerking krijgen dat zij het storend vindt als hij overdag indut. ‘Slaap 's nachts, Jos! En drink minder wijn. Of vind je mij niet langer interessant? Het valt me op dat ik amper vijf woordjes zeg of je ligt al te snurken!’
Ondanks haar vermaning, stond hij stilletjes op en wandelde de tuin in. Op de bank onder de wingerd overwoog hij wat hem te doen stond. Eerst naar het buitenhuisje rijden? De flikken verwittigen? Dat laatste kon dat altijd nog. Stel dat er geen lijk is. In dat geval zie ik haar vanavond, in het Schipperskwartier! Bij de gedachte aan die hoerenkast hoorde hij Isabelle, Harold, zijn oude moeder en schoonmoeder steigeren. ‘Wat was je in die buurt verloren, Jos? Iemand heeft je stiekem een van die huizen zien binnengaan.’
‘Jullie hebben gelijk. Jammer genoeg vind ik geen inzicht en geen verlossing in jullie aanbevolen deugdzaamheid. Ik ben een man, geen mossel. Snap dat toch!’
Zo bleven Josephs gedachten rondtollen; tot Isabelle hem met de theepot in haar hand, riep voor het ontbijt. Zij had zich al opgemaakt. ‘Je was laat, gister!’
Alweer de noodzaak om binnen het vertrouwde kringetje te circuleren. Zijn hele leven al. In plaats van de waarheid te vertellen, schoof Joseph het af op zijn beroepsbezigheden. ‘Ja, weer zo ’n tijdrovend geval van ontrouw!’
‘Jespers had gebeld! De zaak Derycke is afgesloten!’
‘Vreemd! Want daarvoor was ik de hele nacht op pad! Nog iets van Harold gehoord?’
‘Hij komt vanmiddag naar huis. Zijn laatste examen was, dacht hij, ook prima verlopen.’
‘Des te beter!’ Hij nam een snee brood en luisterde naar Isabelles verslag over het laatste bezoek aan haar zus.
Na het ontbijt belde hij Jespers op. Hij hoorde Isabelle in de keuken bezig met de vaat. ‘Wie is hier de baas, Jos? Volgens Derycke heb jij de opdracht teruggegeven!’
‘Dat klopt! Want zie, er bestaan grenzen! Ik ga niet met mijn handen door de stront!’
‘Kom... Niet overdrijven! Derycke betaalt goed. Wij mogen hem niet zomaar laten vallen. Daarom had hij voor jou aan een premie gedacht!’
‘Dat hij de premie in zijn eigen reet stopt!’ riep Joseph geprikkeld, nu hij diens poging tot omkoperij weer voelde aankomen.
‘Wil je het bedrag niet horen, Jos?’
‘Nee! En nog eens nee!’
‘Tja, in dat geval zal Bertje...’
‘Niks van! Bertje is te jong!’
‘Dat geef ik toe, maar...’
‘Luister Jesp: laat Derycke los! Die zaak stinkt!’
‘Nou ja, er is een gunstiger contract in de maak. En daar kunnen we beiden van profiteren!’
Het moment naderde om Jesp uit te leggen wat hem vannacht overkomen was. Maar doordat Isabelle binnenkwam om met haar plumeau allerlei voorwerpen af te stoffen, zag hij zich genoodzaakt zoetjes om de kwestie heen te draaien. ‘Nee, Bertje mag je er in geen geval bij betrekken.’
(WORDT VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu