Het was een heerlijke zomeravond; ook in de Oudemansstraat. Om de rosse buurt zo lang mogelijk te vermijden, had Joseph zijn auto langs de Schelde geparkeerd. Vandaar was hij te voet verder gegaan. Aan de Sint- Pauluskerk stond hij voor de ultieme keuze. Niets belette hem op zijn stappen terug te keren, de avond braafjes bij zijn eigen vrouwtje door te brengen en zo te gehoorzamen aan de belangrijkste burgerlijk spelregel: ‘De echtgenoten zijn elkaar wederzijds trouw verschuldigd.’ Binnen het enge keurslijf blijven! De onnozele hals uithangen! Uit angst voor de gevolgen, de jouw getelde dagen als een mossel aan je laten voorbijgaan! Hun diepte niet peilen! Het echte leven nooit tot de bodem proeven! Kortom, de waarheid verloochenen!
Zijn blik monsterde de mannen voor de uitstalramen. In het schijnsel van de neonlichten, zagen zij er verruwd uit: meer mossel dan man. Kitty had ongelijk. Negen van de tien dachten niet zoals hij. En uiteindelijk werd het dit waarvoor hij zich schaamde: dat hij, zonder zich van hen te onderscheiden, zich op dezelfde plaats bevond. Hij gaarde al zijn moed bijeen en opende op goed geluk af een deur.
Achter de houten scheidingswand van een smalle gang, kwam het vervaarlijk gekef van een hondje. Het dreigende beestje kon hem achter de hoek zo in de kuiten bijten. Verstijfd bleef Joseph staan. Bijna tegelijkertijd steeg de rauwe stem van een vrouw achter de wand boven het keffen uit. Het hondje gaf geen kik. Maar de kreet had hem ferm doen schrikken. Overtuigd dat hij zich van deur had vergist, struikelde hij de straat op.
Als detective zou hij beter selectief te werk te gaan en zich niet op gevoelens van schaamte laten drijven. Daar hij zich moeilijk kon voorstellen dat Kitty een dergelijke vervallen keet zou binnenstappen, wandelde hij het hele straatje door om er één adres uit te pikken waar je, behalve de gelegenheid om een hoer te nemen, ook het vertier had van een gewoon café, zoals drank en gokautomaten.
Nu bevonden zich daar weinig klanten. Misschien een voordeel. Voor hij aan de bar kans zag te bestellen, kwam er al een meisje naast hem op het vrije krukje zitten. Zij nam aan dat hij gezelschap zocht. ‘Ik ben hier voor Kitty.’
‘Hier werkt geen Kitty. Jammer, je zal het met mij moeten stellen. Mag ik ook iets drinken?’
(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu