zaterdag 25 november 2023

gast-auteur

64. DE VERLATENHEID


Laat op de avond had zich bij de geopende voordeur van mevrouw Swaens een toeloop verzameld. Joseph ontdekte haar tenger figuur tussen twee agenten van het plaatselijke politie­korps aan wie zij haar verhaal deed. Naast haar stond een tandelo­ze vrouw met schouderdoek de waarheid ervan met hoofdknikjes te beves­tigen. De zoon snelde vooruit, doorbrak de kring van buren en sloeg de armen rond zijn moeder. Dat hij haar tijdens de omhelzing van de grond tilde, belette haar niet Joseph als schuldige aan te wijzen. Haar gekrijs trok eenieders aandacht.

   Een agent greep hem bij de arm. De andere maande de buurtbewoners aan naar huis te keren.

   ‘Wil je mijnheer Malky van de opsporingsdienst op de hoogte brengen? Ik heb belangrijke aanwijzingen voor hun onderzoek. Hier het nummer.’

   Moeder Swaens kon haar mond niet houden. ‘Pas om halfelf heeft de buur­man me ge­hoord! Zijn schoonzoon is dan over het muurtje geklom­men!’

   Terwijl de ene agent telefoneerde, ging de andere door met het proces-verbaal. ‘Dus heb jij het raampje aan diggelen geslagen. Dan ben je gaan roepen. Toevallig kwam Oscar naar buiten.’ De agent legde de laatste hand aan zijn gekrabbel. Daarna richtte hij zich tot Joseph. ‘Waarom heb jij haar opgesloten?’

   ‘Van mij mocht zij de politie bellen. Maar eerst wou ik haar zoon spreken!’

   ‘Een ingewikkelde kwestie, Jan!’ mengde de andere agent zich in het verhoor. ‘Die mijn­heer Malky is inderdaad on­derzoeks­rech­ter. Hij stond erop onze man naar zijn kantoor te brengen, in Wilrijk.’ En tot Joseph: ‘Loop je zo met ons mee?’

   ‘Wat gebeurt er met mijn wagen?’

   ‘Geef me de sleutel. Ik volg wel!’

   ‘Goed, maar tekenen jullie eerst nog een verklaring op van die jongeman daar!’

   Swaens’ zoon stond naast zijn moeder. ‘Ik heb niets te zeggen!’

   Hoewel Joseph begreep dat de jongen wilde vermijden dat zijn vader van moord zou worden beticht, bracht deze ontkenning hem vreselijk van streek. ‘Ik eis dat hij ver­hoord wo­rdt!’

   In de ontstane tumult greep agent Jan de handboeien. Tot zijn ontsteltenis bemerkte Joseph dat ze voor hem bestemd wa­ren. ‘Hou er rekening mee dat ik me vrijwillig heb aangegeven.’ Hij overhan­digde agent Jan zijn autosleutel en volgde hem ge­dwee.


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu