maandag 6 november 2023

GAST-AUTEUR

51. DE CARLYLE-TAK


Daar hij zichzelf slechts vierentwintig uur gegeven had, nam Joseph minder tijd voor de krant dan ge­woonlijk. Carlyles ongeval in Oostenrijk was al in de vergetelheid. Andere rampen, waarmee hij niets te maken had, stonden vandaag in de belangstelling.

   Met zijn camera en wapen en in de aanslag ondernam hij een eerste stap: richting Chevaliers landgoed. Onderweg betrok de hemel, maar het werd er niet minder warm op, integendeel. De lucht werd nog druk­kender, als bij het begin van een onweer. Tegen het einde van de rit vielen enkele druppels. Gelukkig kwam het niet tot een bui.

   Joseph parkeerde zijn auto, ver­liet de rijweg langs een door rijen populieren omzoomde zandwe­gel en bereikte de hem bekende, getraliede poort. Rond de binnenste spijlen zat een ketting met hang­slot. De door varens overwoe­kerde prikkeldraad rond het domein, dwongen hem de spijlen beet te pakken. Al­tijd weer als hij iemands eigen­dom binnen­drong, voelde hij die beklem­mende zwaar­te in zijn borst, die onbe­stemde angst voor een rake of verdwaalde kogel. Nu hielp het hem gezwind over de poort te klimmen.

   Joseph had weinig oog voor de pracht van de hectaren natuurgebied. Hij vermeed het kronkelpad en holde als een soldaat in de frontlinie van de ene struik naar de andere. Hij bevoelde zijn camera om dan het volgend stukje te veroveren terrein weer af te speuren. Onder het roerloze gebladerte van reusachtige loofbomen was de dichte hemel nauwelijks zichtbaar. De stilte en het eigenaardige, met groen vermengde lic­ht, wekte de indruk van een monotone, levenloze natuur, of er iets onheilspellends in de lucht hing. Hij stond op het punt over een omgewaaide boom te springen toen een ijzeren geluid, komend van de poort, zijn aandacht trok. Weggedoken achter de zanderige plaat, die met de afgerukte wortels omhoog gerezen was, zag hij een blauw Renaultje naderen. Precies op het moment dat het wagentje hem passeerde, maakte de weer­spiegeling van een stukje hemel in het zijraam de bestuur­der onzichtbaar. Jammer. Mogelijk had een blik via de achterruit zijn vermoeden be­vestigd dat Carlyle inderdaad nog leefde, maar de plaats achter de bestuurder werd ver­duisterd door een herdershond. Zijn muil toon­de ver­sche­urende tanden waar­tus­sen de tong slap­jes naar bene­den hing.


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu