hoe dat precies komt, is my ook niet duidelyk, maar voor dit soort van thema's heb ik al myn leven lang een zwak, ik heb in myn boekenkast ook boekjes staan over de geschiedenis van de bocaccio, de biographie van joyce de troch, et cetera. zal ook wel met nostalgie te maken hebben; myn woonst was eêrtyds op 800 meters van de voordeuren van de zillion. (waarom ben ik er nooit binnen geweest? omdat ik er graag over lees - maar omdat ik ervan zou moeten kotsen om er te moeten tussen staan. ik kan op zich al niet tegen plaatsen waar de muziek zo luid staat dat je gewoon niets meer kan zeggen. plus: ik zal er vast ook het geld niet voor hebben gehad, ik ben in die jaren dikwyls uit een restaurant terug naar buiten moeten rennen omdat de menukaart te duur bleek - ook in gewone, alledaagse restaurants.) (toén ervoer ik dat als deprimerend, vandààg begryp ik: cheer up, dat was de prys die je betaalde voor je oneindige vryheid. je hebt toen nooit één halve minuut in een gareel moeten lopen.)
die film over de zillion vond ik in orde, namelyk: net goed genoeg om naar te blyven kyken; maar die bleef toch te veel aan het oppervlak. hier nu in deze documentaire wordt exact hetzelfde verhaal nog eens opnieuw verteld - maar dan tenminste door de echte mensen, zodat het toch wel harder binnenkomt. alles byeen is dit de enige of toch de beste manier om zoiets te vertellen; een montage van talking heads en af en toe een prikkelend archiefbeeld en basta.
ik ben altyd een fan geweest van frank verstraeten, ook toen al. er zo vlak naast wonende, mag ik zeggen dat het totale bullshit is dat die dancing de rust van de buurt verstoorde (merkwaardig genoeg, dat wel; maar zo was het; geen overlast van wat dan ook, behalve heel af en toe een coke-head die verloren liep.) schitterend ook die verhalen over dat cash geld, in oneindige sportzakken gestapeld overal in zyn huis, in zyn auto, in zyn muren op den duur ingemetseld. letterlyk zoveel verdienen dat je niet meer weet waar je het moet steken, ha-ha. en dan die bullshut van die milieupolitie; brandveiligheid en zo, bwah.
wél afgryselyk waren toen die albanese maffia-portiers. dat heb ik wél eens meêgemaakt, dat die een café helemaal kort en klein kwamen slaan. iedereen vluchtte naar achteren. ik dacht: dat heeft geen zin, als ze je moeten hebben, dan hebben ze je. dus ik was de allerenige die gewoon aan zyn tafeltje bleef zitten. een van die kerels had een vat in zyn armen geheven en wilde dat over my heen keilen. hoewel ik binnenin verstyfd was van schrik, bleef ik er uiterlyk ogenschynlyk toch helemaal rustig by, ik deed zelfs niets om weg te duiken. die man kwam daarvan in de war, denk ik, in ieder geval is die toen gewoon voortgelopen.
hoe is dat eigenlyk kunnen eindigen? dwz hoe komt het dat er vandaag zo geen albanese portiers meer zyn?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu