VERZUCHTINGEN
door robertus baeken
‘Luistert u, waarde heer,’ begon hij op onverschrokken toon. ‘Het is niet zo dat ik bij mijn ex binnengedrongen ben. Zoals was afgesproken hadden wij nog een zaak te regelen. Haar vriend had niet het recht me buiten te gooien.’
De rechter zei iets dat door iemands luide kuch aan Vanessa ontsnapte.
Thys had het evenmin verstaan. ‘Wat zegt u?’
‘Daar is hij ook niet in geslaagd,’ herhaalde de rechter luider. ‘De man diende met zware verwondingen aan het hoofd naar het ziekenhuis te worden overgebracht.’
‘Ik heb hem een tik gegeven, juist. Maar wat wilt u? Hij zwaaide met een slagersmes! Of zag u mij liever een kop kleiner?’
Gelach in de zaal. Van de rechter werden beide oogjes zichtbaar. Alleen Thys vertrok geen spier.
‘Dat zegt u wel. Maar dat u daarna het boeltje kort en klein geslagen heeft, - de inventaris spreekt van een schade, oplopend tot zesduizend euro, - was dat ook een kwestie van wettige zelfverdediging... mijnheer Thyssen?’
Het werd duidelijk dat de rechter de beklaagde flink in het nauw had. Vanessa zat reikhalzend op het puntje van haar stoel.
‘Nee waarde heer,’ begon Thys opnieuw. Aarzelend, maar zonder afstand te doen van zijn trotse houding, boog hij het hoofd. ‘Ik geef toe dat ik mijn zelfbeheersing niet had mogen verliezen. Maar wat wilt u? Zelf leefde ik al maanden in armoe. U moet weten dat mijn ex er met al mijn bezittingen vandoor was. Slechts een klein deel heb ik via de gerechtsdeurwaarder kunnen terugvorderen. Wel, en toen ik daar zo binnenkwam en mijn eigen, zeg maar, gestolen spullen terugzag te midden van...’ Thyssens zelfzekere stem haperde. Het was of Vanessa een obelisk zag wankelen. In een flits was zij ervan overtuigd dat hij komedie speelde. De rechter moest zien hoe de herinnering zijn gemoed weer in beroering bracht. Na een korte aarzeling, schijnbaar nodig om zich te vermannen, hernam hij: ‘te midden van een onvoorstelbare luxe... Wel, toen begon de hele kamer voor mijn ogen te dansen. Al mijn opgekropte woede, aangewakkerd door de agressie van haar vriend, kwam aan de oppervlakte. Het spijt me voor wat daarna gebeurd is. Maar probeert u zich in mijn plaats te stellen. Zelf zat ik volkomen aan de grond.’ Thys besefte dat hij zich herhaalde. Hij zweeg abrupt.
Hierin, dacht Vanessa, onderscheidde de beklaagde zich van beroepslui, die aan hun verdediging het staartje weven dat ten gunste van de cliënt bij de rechter uiteindelijk de doorslag moet geven. Maar wellicht speelde deze onbeholpenheid in zijn voordeel. Zoals Thys in rechte houding het vonnis afwachtte, kon zij haar ogen niet van hem afhouden. Zijn dikke kuif blond haar viel op. Smaakvol en onberispelijk zat zijn blauw pak met kraakwit hemd en kleurige das. Misschien gingen zijn zaken sinds kort beter?
Achter haar weerklonken voetstappen. De aankondiger bij de deur hield stil bij haar man en begon tegen hem te fezelen. Paul haalde zijn papieren voor de dag en boog zich naar haar. ‘Eindelijk onze beurt!’
(wordt vervolgd...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu