waarin vitalski helpt het podium op te stellen... opgelet: dit is de dag van drie dagen geleden, niet die van gisteren of vandaag. intussen is reeds iedereen weêr genezen...
een dag als een novelle... uit een onrustige slaap wakkergeworden in het donker, verbazingwekkend genoeg in de lindeboomstraat, myn eigen pand. in de praktyk word ik zo goed als altyd wakker op de tweede verdieping van de klappeistraat 28, by mollie en luv, maar die twee vertoeven deze week in het ziekenhuis, het sint-augustinus te wilryk, de eerste met een baxter in haar voetjes, de tweede met een laptop zonder internet-verbinding.
voor de boeg had ik, wat heet, een "technische opbouw" in de arenbergschouwburg, te beginnen reeds om tien uur 's morgens, doch als ik voortmaakte, had ik wellicht net genoeg tyd, alsnog, om myn gezin de maxi cosi te gaan brengen.
in de badkamer het nieuws... bart de wever die de hoera-stemming van de regering niet kan onderschryven, elio di rupo die het belgische voetvolk zyn dank betuigt om het oneindige geduld. in de verenigde staten is de dochter van stalin overleden... maar wat minder leuk is: nergens ergens verse onderbroeken voorhanden; weshalve dan maar de onderbroek van gisteren binnenstebuiten aangetrokken...
beneden in huis is er lang niet meer gepoetst, maar toch is het leven er, naar myn eigen normen, een weldaad. boven stonden de ramen wydopen, beneden was de chauvage de hele nacht lang blyven voortbranden, een toffe luxe: buitenlucht en toch verwarmd... de chauvage loopt onder de tegelvloer, ook ideaal voor blote voeten...
twee bananen, een halve koffie (wegens het tydsgebrek), een tamelyk lange zoektocht naar myn paar schoenen - klaarblykelyk lagen die in de zetel, maar dan onder myn lange jas. oorspronkelyk waren dit blauwe schoenen, maar by nader inzien bleken die toch te nichterig om werkelyk te willen aanhebben; recentelyk heeft luv ze daarom zwartgeverfd, en sinds kort komt die blauwe tint daar nu subliminaal doorheen geschemerd...
wel nog steeds die ingegroeide teennagel, de linkse dikke teen...
nog meer slecht nieuws: myn prachtige bonzai, de grootste bonzai die je ooit zag, oorspronkelyk een kleine jungle op zichzelf, is intussen geheel reddeloos uitgedroogd geraakt. symbolisch voor de teloorgang myner vrygezellenbestaan; toen ik écht alleen leefde, omringde ik my, byzonderlyk in de veranda onder het glazen dak, met slingerplanten, bonzais en kleine palmboompjes - op youtube had ik een interview gezien met krishnamurti; toen die gevraagd werd "wat doe je zoal?", dacht deze langdurig na, om vervolgens gedecideerd uit te spreken:"planten water geven."
van sterrenbeeld ben ik een waterman.
te voet door de prille nevelslierten naar de constitutiestraat. tamelyk kalm in de buurt. op het heraangelegde kerkplein fietste de panda voorby, die zag er byzonder goed, okerkleurig en byna exotisch uit. enige eerder wazige herinneringen fietsten eveneens voorby. eigenaardig: dat je eerst zo intiem, doch later zo relatief vreemd aan mekaâr kan wezen...
de garage in - onze wagen staat in de constitutiestraat op de min-eerste verdieping. jeroen van dyck, de breed lachende acteur van de tele-novelle "david", reed er net naar buiten.
voorts is zo'n parkeergarage een tamelyk meditatieve biotoop, toch wel. van my mag gerust de hele wereldbol uit één garage bestaan, zonder wat anders. want dit is myn nieve existentie: de plotselinge realiteit waarin ik, zoals geweten wel, door jullie toch, een rybewys heb - waar ik wel nooit aan zal wennen, daarvoor is het te laat gebeurd, precies op myn veertigste verjaardag, hoe geniaal geregisseerd... ik herneem dit zodoende nog maar eens, misschien al voor de derde keer op deze blog: myn collega jowan petit heeft my wel eens op het hart gedrukt dat myn notities hier voor jullie twee ogen een vanzelfsprekende geletterdheid uitasemen - tenzy wanneer ik, beweert hy, over het verkeer schryf; wanneer ik my kwaad of druk of onwel maak om snelheidsmaniakken of chauffeurs die geen voorrang geven aan rechts, of die op smalle wegen als tegenliggers toch te dicht by het midden van de weg ryden en toch geen snelheid minderen - daar worden, aldus jowan, myn alinea's banaal; maar dan juist overvalt my de goesting om zelfs over niets ànders meer te mymeren; een boek van zeshonderd blaêren met als titel "het verkeer van tegenwoordig".
sinds kort hebben we een renault megane, een lengte van acht meters, ik kan daar nergens meê parkeren, in deze garage zelfs zat ik er al twee keer meê tegen een betonnen pilaar. wat vooral pynlyk is om van terug te komen: dan weet je dat je er opniéf tegenaan gaat. hoewel het nu toch wel ietsie beter lukt. onlangs, een week of drie terug, met de verjaardag van barend en riki in de nieve bato batu, was ik tamelyk (wel niet eens overdreven) langdurig aan het sukkelen om geparkeerd te geraken op een uiteinde van de lange nieuwstraat, aan de katelyne vest; een automobilist achter my werd ongeduldig en zwichtte voor het idee om me voorby te steken: door over de tramrails te sjezen; om zulks te presteren, diende hy dan echter over een hoge, betonnen borduur te ryden; zyn chasis werd in volle lengte aan stukken gereten, eenieder in de buurt keek ervan op; welnu, nooit eêr had ik zo'n overdreven woedend gezicht naast my hangen - "pummel!!!!!!!! debiel!!!!!! ga gy een nieve auto voor my kopen??" ik zei rustig:"ik wou hier parkeren..." "houdt uw bakkes!!!!!!!! modderlul!!!!!!!"(sic), et cetera, echt waanzin, effenaf dierlyke woede, precies een hond werd die. hy kende my niet persoonlyk, dus, beste bloggers: hoe kon hy met honderd procent zekerheid weten dat ik toch niet iemand was met, byvoorbeeld, een revolver in het dashboard? hoe kon hy met zoveel zekerheid weten dat ik niet, op een ogenblik tydens zyn tirade, zou uitstappen om hem een keukenmes door zyn voorkop te douwen? hoe kan aan my gezién worden dat ik geen geweld in my heb? algoed, ik kreeg geen pak slaag. én: wezenlyk, als ik het naga: ikzelf trok wel degelyk aan het langste eind, hy was zélf juist de grote debiel, het was zyn éigen idee om die borduur te trotseren, toch? dus myn wraaklust kwam aan haar trekken, die was zelfs, in feite, reeds ingewilligd op voorhand...
in de renault, in alle hoeken en deuren, slingeren er spoken word-cd's, voor als ik, in het voorprogramma van philippe geubels, naar verre streken reis; de radio van tegenwoordig is een belediging, een aaneenryging van lelyke brol, toch zeker vanaf na de middag, té erg om langer dan één kwartier uit te zitten. daarom nu lekker doorbollen en het proza van op die cd's verteren, onderweg naar roeselare, hasselt of heist; "rituelen" voorgelezen door cees noteboom, dagboeknotities door arthur japin, de mémoires van confucius ingelezen door de vertaler... hoe minder de voorlezer een acteur is, hoe beter. klaarblykelyk. de voordracht van arthur japin is een beetje pathetisch; als een schryver, vind ik, in zyn geschreven tekst, aldus ben ik van mening, pakweg verbazing uitdrukt, mag hy die verbazing niet ook in zyn intonatie willen leggen; de schryver moet, wanneer hy zyn eigen teksten voordraagt, toch de schryver, en niet de vertolker willen zyn.
op het kleine stukje snelweg van schynpoort naar wilryk brandt de zon door myn twee ogen, een halve minuut lang zie ik helemaal niks. zo heeft, een jaar of twee geleden, een tractorchauffeur in bocholt vier oudjes omgereden. hy kreeg, onlangs pas, een erg zware straf... zyn advocaat riep uit: maar myn cliënt is toch reeds gestraft??
hoe loopt het proces rond peter van asbroeck...
niemand van al die mensen die op een dag een accident meêmaken, heeft ooit by het instappen op voorhand zyn lot kunnen voorzien.
een béétje stapvoets ryden by de afrit naar wilryk, doch niet overdreven, het gaat vooruit en ik blyf op schema.
zo ryd ik het ziekenhuis binnen, waar een mens dichter by de waarheid en de eeuwigheid komt dan elders.
het vroege uur ten spyt is het hier superdruk. aanschuiven voor een banaan of twee. voor luv het magazine "royalty". ze volgt de capriolen van prins laurent met argusogen. prins laurent die zyn vrouwen slaat. die, destyds, het eerste middelbaar niet moest bissen maar wel zelfs trissen, zoals luv dat heette.
onbegrypelyk, feitelyk, voorts, dat het nog geen volledig jaar geleden is dat mollie hier werd geboren en zo... het is alsof zy er juist altyd al geweest is en die integrale transformatie van het "vader-worden" is uit een volstrekt antiek verleden.
"ik kom de maxi cosi brengen, voor als jullie onverwacht toch weg mogen. dan kunnen jullie de taxi nemen." (want zonder maxi cosi mag zo'n baby niet meê.)
"zal spytig genoeg niet nodig zyn, we mogen hier zeker niet voor woensdag buiten."
mollie ligt te slapen, fel bezweet, haar naakte twee ellebogen klam naast haar engelengezicht. alles dik in orde, het vreselyke is alleen dat ze in quarantaine toeft; ze kan dit piepkleine, veel te warme kamertje nooit uit - en dit onderwyl de wandelgang, met alle prikborden daar, en de clownsmaskers en in de rondte dartelende peuters, haar zoveel entertainment zouden hebben verschaft...
stipt om tien voor tien, dus alles, goed uitgerekend, op één anderhalf uur tyd geflikt, ryden we de willem tellstraat in, dwz de achterzyde van de arenbergschouwburg. mensen die my alleen maar van roepnaam kennen en dus niet in het echt, die my alleen maar kennen van de radio, de kranten en de televisie en voornamelyk, want daar ligt myn specialiteit, de van mond tot mond voortgedragen mythologieën, gaan er niet meestal maar zelfs altyd en altyd vanuit, wie weet waar het vandaan kome, dat ik een soort slordige losbol zou wezen waar geen lyn op te trekken valt, doch in waarheid geef ik moeiteloos zelfs de meest punctuele strever het nakyken; overal altyd juist tien minuten te vroeg arriverend, zelfs wanneer ik te laat had willen komen - wel blyf ik ook steevast, met opzet dus, nog tien minuten drentelen by de afgsproken voordeur; omdat ietsje te vroeg komen nog erger is dan ietsje te laat.
jaren geleden, ergens in het jaar 2000, moest ik my, voor een opname van de televisieserie "spoed", aanmelden, op een keer dus, by een zekere bas, een regisseur, met wie ik kon meêryden toen; ik was ietsje te vroeg by hem aangekomen, hy zag my door zyn geruite vensterramen - en toch gedroeg hy zich perfect alsof hy me niét zag, en wel net zolang totdat het afgesproken uur toch daar was; dan kwam hy opeens, erg vriendelyk buitendien, voor my opendoen. in welke kwestie ik hem overigens volkomen gelyk geef, zelfs benyd ik hem om het lef.
ook istvan lee-lössy, onze technieker, meldde zich aan om tien voor tien stipt. opnief parkeergedoe - "wat eet je?" aldus niet alleen voor myzelf maar ook voor hem, istvan (een hongaarse naam) een broodje halen - istvan moet altyd "met ajuin"; dus preparé met ajuin of een broodje kaas met ajuin, et cetera. warme maaltyd is voor istvan dan weêr altyd, weet ik, zonder paprika; hy is allergisch voor paprika, ik weet niet hoe uitzonderlyk zoiets is?
myn eerste volledige koffie van de dag. genuttigd daarbeneden, in de schemerige foyer van de arenberg. hoewel ik hier, in de kleine zaal dan, al wel honderd keer heb opgetreden (in de grote zaal misschien twintig keer), is de sfeer die ik er automatisch opsnuif toch alleen die van circus bulderdrang, myn cabaretgroep. optredens met bulderdrang hebben iets onuitsprekelyks, er hangt daarmeê(zuiver voor myzelf althans) een soort diesel in de lucht, ook buiten op straat; alle elementen plooien zich naar dat surreële, ik kryg dit niet goed uitgelegd.
er bewegen zich twee poetsvrouwen in de rondte, wat dan weêr het inzicht triggert dat ik vroeger, tot ongeveer myn dertigste levensjaar, algeheel door vrouwen geobsedeerd was; permanente feremonen door myn aders, by iedere beweging, op iedere plaats - en nu is dat voorby, het geheimzinnige is verdwenen. en dat is goed, dat heet wyzer worden.
behalve istvan meldt ook de officiële coach van onze aanstaande toneelstuk, herwig ilegems zich verrekt vroeg aan, om tien na tien. zyn drukke agenda ten spyt, hy repeteert zelf aan een stuk door jan decorte, in de namiddag moet 'ie naar brussel, maar zyn "job" voor my en en veerle tussendoor, neemt hy opmerkelyk ernstig. en dat onderwyl hy praktisch alle andere aanbiedingen die hem bereiken, van zich afslaat... een hele meneer, naar het schynt is hy briljant in de serie "van vlees en bloed" maar ik vind het dan juist goed dat ik die serie nooit gezien heb.
ik wou op deze manier de héle dag beschryven, ook, na alles, het woonkamer-optreden 's avonds laat by charlie de keersmaeker en zelfs daarna nog het laatste rondje in café de kroon, met bert, hannes en steven, - maar ik ga er niet geraken, ik moet dat eens proberen op een zéér kalme tweedaagse, heden is het te druk. maar het concept hééft wel wat: een "state of being" van veertig blaêren...)
rond halfelf zyn we reeds bezig in de grote zaal op de eerste verdieping; achthonderd zitjes, maar toch is het geen écht grote zaal. ze blyft er toch, in zekere zin, klein uitzien. istvan rydt het paard van troje binnenwaarts: ikzelf geen krak zynde in het nadenken over decorstukken (enkel een schryver-performer, maar géén vormgever zynde; die beperking onderken ik zonder tegenzin), had ikdesalniettemin toch één enkele idee-fix hieromtrent. (en intussen schryf ik dus zoals de auteur paul léautaud: anti-esthetisch, platvloers zoals proust dat noemde, niet-gestileerd, een woordenbry zonder über-ich): er moést en zou een grootse ventilator op scène worden gehesen! en dat heeft istvan nu voor mekaâr, dankzy theater "de tyd", die ons deze machine uitleent, gratis en voor niets uit. daarenboven toevallig een mooie, ruige, stoere ventilator, zwart met een enkele willekeurige strepen oranje verf erlangs. herwig wil dat deze ventilator het publiek rechtstreeks in het gezicht blaast, frontaal, doch istvan sabelt met een by cyfer genoemd wetsartikel volgens hetwelke je officieel, legaal, geen énkel voorwerp, zelfs geen stofje, van het podium naar de tribune mag doen overwaaien. dus na wat gepalaver belandt de ventilator jardin, halfschuin, bezyden een door istvan vakkundig van achterwand ontdane koelkast.
intussen is timo van laenen, een van de twee of drie handlangersvan johnny kiday, van het managementbureau "de pretpraters", officieel myn managers, gearriveerd met door herwig bestelde meubels: een tafel en drie stoelen (eigenlyk twee, maar we hadden er drie besteld), in puddinggeel formica. daar ben ik dus onbedreven in; voor my is een tafel algauw een tafel, onderwyl er aan deze éne tafel inmiddels zeventien afmattende discussies voorafgingen. nu merken wy echter: in deze zaal is de tribune zo diep, of evengoed gezegd het podium zo hoog, dat het publiek de kleur van dat tafelblad niet eens zien kan.
waar ik overigens dan weêr wél secuur in ben: als ik comedy solo-optredens doe, is het van belang dat er zich op het podium een barkruk voordoet. die barkruk mag absoluut geen leuning hebben en ook geen metalen draaipoot. zo vaak kryg je, van organisatoren ter plekke, een barkruk aangereikt die nét niet voldoet, dat ik, ip de duur is het zover gekomen, naar overal waar ik optreed, myn eigen barkruk meêtors. de voorbye zomer met de gentse feesten stond ik ver geparkeerd van de plaats waar ik spelen mocht (de vooruit) en moest ik met die kruk in myn twee handen dus alle straten doorkruisen; de gentse konynen uit alle cafévensters riepen uit:"kyken daar, de antwerpse nachtburgemeester heeft zyn eigen barkruk meê!!"
herwig en istvan wedyveren in begeestering; waar moet het vliegenraam? welke kleur van licht moet er op dat vliegenraam? een barokke gemoedstemming zygt onderwyl op my neder, ook onderwyl ik van luv bepaald dramatische sms'jes ontvang, als de pylen van een ontstemde mercurius: de arme mollie, myn dochter, kan niet eten - weshalve hebben ze nu, de doktoren wil ik zeggen, een verdomde sonde door d'r neusje gedrukt!!
moet mollie dat nu meêmaken, ze is nog geen jaar oud!!
een sonde, wat is dat voor waanzin??
ik heb zelf ook wel eens een sonde door myn strot gehad - dat is het inferno, jongens... - zeer goed beschreven trouwens in myn onderschatte, pseudo-autobiografische, semi-gothische roman "de fetisj" - nergens meer te verkrygen (behalve by yours truly, als je het vriendelyk vraagt...)
de techniekers van de arenberg benadrukken duidelyk dat ze van halfeen tot halftwee hun schafttyd hebben. daartydens kunnen we niet veel doen. af en toe belt ook veerle malschaert, die er een beetje onderdoor zit: in september nog had ze een première, op de valreep is ze uitgenodigd om begin december deel te nemen aan het televisieprogramma "het besluit", wat gigantisch veel voorbereidingen vergt, tussendoor is haar baby, genaamd victor leenders, precies zo grieperig en slapeloos als mollie; "je mist voorlopig weinig," hier in de schouwburg is het vooralsnog vooral een kwestie van zitten wachten, wachten op computerprogramma's en dalende en stijgen "trussen" (trussen, dwz.: metalen draagstangen waar lampen en zo aanhangen...)
rond een uur of twee naar de g.b. voor nieve batteryen voor myn dictafoon. die machine gebruik ik intens als notitieboekje voor wanneer ik geen pen of papier by de hand heb. het is, al blyft het november, fantastisch goed weêr, althans rond dit middaguur; byna lente, effenaf!
terug in de schemerige benedenfoyer van de arenberg passeer ik twee dames, ik zou hen by naam moéten kennen, dood my, die instaan voor de programmatie en de publiciteit van de schouwburg. met spyt zien zy zich genoodzaakt ondergetekende meê te delen hoezeer de ticketverkoop voor onze aanstaande première beneden verwachtingen blyft. een bedroevend laag aantal reservaties - en toch vind ik het alleen maar jammer voor hen, en misschien ook voor dat schaarse publiek zelf; maar myzelf kan het geen lor schelen, ik ben intussen van zoveel zen-boeddhisme doordrongen dat ik, heus waar, het verschil niet meer aanvoel tussen 2 of voor 20 of voor 200 mensen in de zaal. en dat is geen pose. met al myn aandacht wil ik voorstellingen ineen knutselen die zo nauwkeurig mogelyk beantwoorden aan myn zelfs voor myzelf ondoorgrondelyke, maar wellicht inmiddels vakkundige impulsen; maar daar stopt myn aandeel, ik ben geen reclamejongen, het kan my onderhand ook écht niet meer schelen of ik ryk ben of arm - de voorbye paar maanden ben ik wat dat laatste betreft overigens/trouwens effenaf uitgeklopt geworden, door schooiers, leenders en dieven - ik kan het hooguit curieus vinden, meer niet.
die dames vragen of ik niemand ken by p-magazine, voor nog wat extra promotie op de valreep. ja, tamelyk goed ken ik de hoofdredacteur, michaël lescroart. p-magazine investeert in de nieuwe generatie standup comedy maar ik hoor daar niet by, wordt gezegd, ik hoor nergens by, absoluut nérgens - niét uit principe...
ik val in slaap op de achterste ry van de tribune.
zo ben ik met deze state-of-being dus niet verder geraakt dan 13:45u, terwyl de dag zou voortduren tot 03u. sorry folks...
5 opmerkingen:
haal die DT-fout in 'word gezegd' er toch maar nog snel uit, beebie!
dit is de beste blog die ik ken.
de eerste keer da'k dacht; "dju, misschien moet ik dit printen, dan kan ik alles lezen zonder dat een lichtbron mijn ogen moe maakt".
ja, wij blijven dat allemaal lezen...
waar ergens die dt-fout, vooraan, achteraan?
Leg een zonnebril in de auto.
Een reactie posten