woensdag 1 april 2015
gastdichter victor glorieux
photo (c) ramael
WE WAREN TE VOET
we waren te voet
in nieuwpoort aangekomen.
in plaats van meteen
iets
te gaan drinken op de dyk,
wilden gustave en zyn broêr vivaldi
ten eerste
een kykje gaan nemen
op de pier.
wat ik een
erg slecht idee vond,
- het
waaide te erg, dat alleen al..
aan het uiteinde van die
onherbergzame pier
zagen we
een afschuwelyk wezen liggen;
het gezicht tegen de vloer,
de armen onder het wier,
bloed overal...
een kleine walvis?
een man in een zelfgemaakt
duikerspak?
-neen, zei vivaldi,
dat is een totale zeemeermin, jongens...
de beiden broêrs
namen
het wezen
in hun armen
en
begonnen het weg te slepen
tot aan de dyk.
-kyk, mama!
-da's reclaâm of zo, zei die mama.
we droegen het ding naar binnen
in de "wagram".
bestelden daar iets en
bestelden ook voor die "zeemeermin"
een warme chocolademelk.
nog voor die arriveerde,
viel het creatuur neêr
tegen de vloer.
reeds
vanaf die allereerste seconde,
nog op die pier,
toen
myn ogen
de haren kruisten,
sprak ik hardop tot myzelf:
-niet
emotioneel worden,
victor -
niét meer,
nooit meer!
ze viel
door niemand
der
aanwezigen
nog
te
reanimeren.
wat later kwam er de ziekenwagen.
-wie heeft haar gevonden?
-wy hier!
-waar dan!
-op de pier ginder,
op het uiteinde van die pier daar...
-sukkels -
wat verbeelden jullie je wel!?
-wat moesten we dàn doen?
-die laten liggen natuurlyk!
achterlyke klunzen!
ze droegen haar weg
in een brancard.
de anderen
keken ons aan
alsof we tuig waren.
we
dronken onze palm nog op
en haastten ons
naar het treinstation.
ikzelf ben sindsdien in ieder geval
nooit meer in nieuwpoort teruggeweest.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
echt gedroomd?
haha, nee - maar wel echt opgeschreven!!
Een reactie posten