zaterdag 25 maart 2017

dolsmurf 4

DE FRAGMENTEN VAN
HET SLANGENMENS




feuilleton in 14 afleveringen


door don vitalski














4.
alsof hier toch wél nog steeds een zagery draaiende was, lagen er bovenaan op die trappen, op het eerste verdiep, overal rond hem, waar hy kwam, stapels en stapels geurige houtkrullen, die opstoven wanneer 'ie passeerde, en zélfs weêrklonk hierboven, van links en van rechts, het snerpende geluid van machines, toch zeker cirkelzagen of iets dergelyks, die hout doorkliefden. of was dit misschien een muzieksoort?
    "hey, domme vogel. kom binnen."
    met een lach die zo laconiek was dat zelfs de paus erby zou versplinteren, maakte niemand minder dan patty bill, de enige natuurlyke dochter van de buffel, haar opwachting in dit verhaal. "ik had het," dacht de neusvogel met spyt, "kunnen weten..."
    maar wat voor 'n onaangenaam toeval: daarjuist, in de vallei van de hangenman, was 'ie de stiéfdochter van de buffel tegen het lyf gelopen (geen wonder, die werkte daar); en hier nu meteen, kwam 'ie dier zus tegen, de enige biologische dochter van de buffel. "ik werk voor de familie," dacht de neusvogel strak.
    hy zette zich op een stoel. hy vroeg nu ook zelf, vooraleêr aan deze babbel te willen beginnen, een stevige whiskey, glennfiddich als dat eventjes kon.
    zonder van haar brede dubbelbed af te komen, greep patty bill naar een fles, deed er de kurk af, en nam een glas. intussen, terwyl zy er, algauw, een aanvang meê nam om dit glas helemaal vol te gieten, werd de lezer hier op dit gedrukte papier een overzicht gegund, van haar laatste zes fel bewogen avonturen.
    om te bginnen hadden patty bill en de leeuwentemmer er, zoals iedereen wist, een best weids gepubliceerde romance op na gehouden. ze waren daarvoor weggevlucht naar een paalwoningendorp, middenin het moeilyk te doordringen berenbos. intussen waren patty en haar vriend juist min of meer slaags geraakt met mekaâr, de leeuwentemmer was teleurgesteld terug naar het circus gekomen, in de hoop daar zyn luizenleventje van weleêr terug te mogen oppikken. meteen daarna werd patty bill, alleen in het berenbos achtergebleven, gevangengenomen door een stel wildemannen - de koppensnellers van borneo. hun bedoeling had eruit bestaan om losgeld voor d'r te gaan eisen, maar door hun eigen gebrek aan organisatie nam dit geen wending. als een uitkomst voor hun onderlinge twisten waren de ergste drukdoeners van die cannibalen tot de bedoeling gekomen, hun gevangene dan maar te zullen onthoofden - op een maanloze nacht, by het blauw sidderende kampvuur, werd patty bill reeds, met haar handen vastgebonden op haar rug, naar het van riet geweven offerblok gebracht. maar toen was, tenslotte, preciés op tyd, het slangenmens haar toch nog komen verlossen. op welke precieze manier dan wel, dat begreep zy zelfs zelf niet helemaal; in ieder geval merkte zy, op een ogenblik, dat ze was bevryd; dat ze wel geen kleêren meer aanhad behalve haar witte bikini, maar dat ze, begeleid door haar verlosser, hals over kop aan het wegrennen was door de nachtelyke maïsvelden die hier en daar het berenbos doorkliefden.
    "het zou rosengarten goed uitkomen als 'ie zyn aloude leeuw weêr by zich had," zei de neusvogel, die geen zin meer had in nog àndere verhalen dan het ene verhaal, waarvoor hy op weg was - het verhaal van de leeuwentemmer.
    "de circusdirecteur is heel erg kwaad - op jullie beiden, maar toch vooral op rosengarten; namelyk omdat 'ie ludo, de laffe leeuw, niet met zich had meêgenomen."
    "dus nu wil 'ie die stomme leeuw terug - om by de directeur weêr op een goed blaadje te komen."
    "zoiets. dus," zei de vogel, "daarom was ik de leeuw gaan zoeken. maar nu heb ik hem, ik weet waar 'ie voorlopig nog uithangt - maar nu ben ik rosengarten zelf ondertussen kwyt."
    "misschien is 'ie dan toch wél naar het secretariaat?"
    "dat nooit."

WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reageer hier en nu