HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA
van onze correspondent in de jungle robertus baeken
aflevering 7
Geïnspireerd door een beroemd ontdekkingsreiziger besluit onze held een in Afrika vermiste landgenote op te sporen. In Mombasa komt hij in contact met de Swahilisprekende Duvel, die hem, met zijn veertigkoppige expeditie, zal vergezellen door de jungle. Tussen hen ontstaat een machtsstrijd.
Bij de eerste gelegenheid dat Duvel naast mij kwam lopen, maakte ik hem erop attent dat we op zijn aanraden noordwaarts zouden vertrekken.
‘Ja, de volgende dagen lopen we met een zo grote bocht naar rechts dat niet één drager het opmerkt. Wij mogen hen in geen geval verontrusten, zie je.’ Ik begreep het. Woorden als Kilimanjaro en Sukkeluu waren taboe, zelfs in het Nederlands. De kans grijpend om zolang mogelijk met hem te communiceren, gaf ik Duvel een compliment over het grote aantal krachtige mannen. Bij het achteromkijken had ik er nog twintig geteld.
‘Te weinig! Je zult zien: al na twee dagreizen zinken die slapjanussen zo diep door de knieën dat ze de helft kleiner worden,’ riep hij, terwijl hij zich met zijn zweep naar de voorste gelederen haastte. ‘Je zal de reserves hard nodig hebben!’
Waarom Duvel de voorste dragers zo hard aanpakte, werd me pas duidelijk toen we vóór het donker de eerste negorij bereikten. Op een open plek voorbij de laatste hut werd voor mij en mijn grammofoon een comfortabele tent opgesteld. Duvel had geen onderkomen. Dus moest ik voor die blanke in het hoekje noodgedwongen een plekje reserveren. De dragers hadden hun eigen hangmatten en hun eigen handen om de nachtelijke insecten op hun lijf dood te meppen. Voor hun dagelijkse broodkorst stonden ze in rij bij Duvel aan te schuiven. En na het openen van mijn geldbeugel passeerde diezelfde rij langs mijn kant. Terwijl in het schemerdonker de shillings van eigenaar wisselden, zag ik hoe elke munt van de vorige verschilde. De ene was meer gekarteld of roestig bruiner dan de andere. Dat de dragers het ronde schijfje in hun hand nog nauwkeuriger en liefdevoller bekeken en bevoelden dan ik, maakte dat ik triomfeerde. Het mascotje ontpopte zich héél eventjes tot de verborgen leider. Nog korter verviel de gewezen boekhouder ook in zijn oude, slechte gewoonte: in zijn logboek vermeldde hij datum, uur en tegelijk het precies aantal dragers, gelijk aan de veertig shillings!
Nadat Duvel er nauwlettend op had toegezien dat er niet één de rij voor een tweede keer had vervoegd, riep hij de mannen op om hun muntje zolang bij hem in bewaring te geven: tussen hun voorste of achterste schaamlapje zouden ze die snel kwijtspelen.
Eenmaal het zaakje rond, begreep ik nog meer van Duvels haast. Met een stem hees van verlangen vroeg hij om Estudiantina te laten horen. Buiten stond hij al over de grammofoon gebogen. Eerlijk gezegd had ikzelf daar ook de hele dag op gerekend. Maar voor één keer had ik meer zin hem te laten horen wie het hier voor ‘t zeggen had. Ondanks zijn aandringen, telkens en telkens weer, weigerde ik zijn verzoek vierkant. Dat de nachtelijke hemel zwaar bewolkt was, dat er in de lawaaierige negorij van overal storend tamtam opklonk, gaf me voldoende redenen om hem eens goed te laten voelen wie hier het bevel voerde.
WORDT VERVOLGD...




























1 opmerking:
Het wordt spannend! Elke dag weer benieuwd hoe het verder gaat...
Een reactie posten