dinsdag 30 november 2021
dakkan / dakkanni
pech en geluk
pech: de onovertrefbaarheid van de verslavende aantrekkingskracht van gamen voor kinderen.
geluk: een paar totààl rustige dagen voor de boeg.
onderschat /overschat
alternatieve feiten
citaat vd dag
ranking
waar was je ten dinsdag
state of being, 1 december
vroeg overdag. pas straks, in de middag, naar die gevangenis-gig uitrukken. doch in die paar vrye uurs nu voor de boeg, weinig kunnende uitsteken. misschien toch éventjes het nero-verhaal... catharina, de weduwe van marc sleen en beheerster van diens nalatenschap, heeft me gisteren, na lezing van myn schetsen tot dusver, uitgebreid te verstaan gegeven dat ik "goed bezig" ben, zodat ik er met aangezwengeld zelfvertrouwen weêr tegenaan kan.
dreamer
ik reed met een enorm grote autobus annex vrachtwagen. er was wel een soort co-chauffeur (s), maar toen ik op een moment eventjes achter het stuur in slaap viel en weêr wakker werd, toch niet meer. "je kan het wel," zei die co-chauffeur maar dan aan de zykant staand op straat. de bus zat vol kinderen, onder anderen myn eigen kinderen. ik wist het verschil niet meer tussen de rem en de koppeling en het gaspedaal. dan kwamen we, middenin de stad, by een extreem steile helling; gewoon hopen dat we niet voorover zouden slaan. het kwam echter tot een goed eind.*** arriverend by een vacantieverblyf waar ook vermoeiend veel kinderen waren. er was een boekenkast: die zo klein was: dat er maar één boek in paste, als in een magnetische houding.
gast-auteur
130. - laatste aflevering
Ik zie jou daar nog staan op die vernissage. De enige die oog had voor mijn vertwijfeling.’
‘Nee! Dat realiseerde ik me pas toen je ijlings wegliep.’
‘Een schrijver schept de mensen naar zijn beeld en gelijkenis,’ zegt Mieke. ‘Niettemin is hij geen alwetende. Is de hemel hierboven leeg? Ik heb het niet over de sterren. De eeuwige twijfel, begrijp je?’
‘Leeg of vol: wij bestaan! Dit buitengewone feit valt niet te ontkennen.’
‘Ik ben maar een gewone aardbeienplukster… Nadenken, dat is niets voor mij!’
De man tilt de bak met zwier omhoog. ‘Deze aardbeien ruiken en ogen overheerlijk: dat is alles wat ik op dit moment met zekerheid kan zeggen. En waarom zou het met aardbeien anders gaan dan met gevoelens of gewaarwordingen: zien is weten. Zo eenvoudig is dat! Tot een volgende keer!’
Weer bij de auto zet de man de bak achteraan in de bagageruimte. Voorin zit een dame. Als hij naast haar plaatsneemt, ziet Mieke haar mond bewegen. Misschien vraagt ze: ‘Wie is dat aardbeienplukstertje? Ken je haar?’
Dan komt het antwoord van de man, - want Mieke ziet dat hij ook iets zegt. ‘O, ik ken haar slechts oppervlakkig. Vroeger kwam ik haar wel eens tegen. Zij was verloofd met de jongste van Beaumont, met wie ze elke morgen naar school reed. Maar vorig jaar is die jongeman met een dronken kop achter het stuur van zijn deux-chevauxtje in het kanaal gereden. Weet je nog?’
‘Was hij die blonde kerel met brilletje?’
‘Juist! Vreemd, hoe een dubbeltje kan rollen… In ’t najaar is het meisje met zijn broer getrouwd. Martin Beaumont, tuinder.’
Mieke ziet de auto in de bocht verdwijnen. Ja, zo gaat het, denkt ze, de woorden van de man overwegend. Ik moet me niet van den domme houden. Het leven gaat door, ondanks Francis’ waarschuwingen. Nu is hij dood. Berthe is dood. Zoveel mensen, zoveel gezichten en verzonken werelden in mij. Mijn leven dat door een oceaan van dood omgeven wordt. Blinde handen tasten de omgeving af, grijpen zich vast aan een onbekende binnenkant en vinden een wonderlijk eilandje van naamloze gewaarwordingen, zo klein, zo naakt, zo kwetsbaar als mijn eigen zoontje.
‘Morgen zullen we allemaal doodgaan!’ had Francis georakeld. ’t Is waar: elke blik, elke aanraking, elke kus, is tegelijk een afscheid. Toch belet niets me te zingen, noch tegen beter weten in alle dood te ontkennen!
maandag 29 november 2021
pech en geluk
onderschat / overschat
onderschat: onze tolerantie tegenover de serial-killer putin.
het mindere detail
dit is vooral altyd zo onvergeeflyk, omdat het toch helemaal niet moéilyk is om die twee puntjes op de juiste plaats te zetten??
uit het schriftje
@the movies 1/5
@the movies 2/5
tussendoor wordt er naar myn eigen, kleine meninkje wel flink wat vervelende muziek gespeeld ook. by één voorbeeld: die oneindig langdradige outro van "hey jude" - daar spring ik van door een venster. maar net zo terloops passeren dan ook al die totale klassiekers de revue; de trivialiteit waarmeê dan zomaar eens eventjes "let it be" wordt ingezet, tussen één boterham en één koffi door, dat is toch echt crazy.
dus inderdaad is dat allemaal mccartney wat de klok slaat - maar, opnieuw myn eigen belevenis: kippenvel kreeg ik dan toch wel pas wanneer daar een echte lennon-song wordt ingezet: "across the universe". terecht vond hy dat zelf een van zyn mooiste songteksten ooit;
@ the movies 3/5
@the movies, 4/5
@the movies, 5/5
gast-auteur
nota: niet de aflevering van gisteren, maar déze aflevering is de voorlaatste; dwz. dit hier is de aanvang van de tweedelige "coda".
129
Ruim een jaar later, zowat eind augustus. Het is een hete dag en Mieke zit op beide knieën in het open veld, slechts gekleed in een dun bloesje en een afgedragen linnen broek. Links en rechts lange aardbeienbedden waarvan de vruchten snel moeten worden geplukt en naar de veiling te Hoogstraten gebracht. Gister had een zware regenval een deel van de oogst verwoest. Vandaag zou de ongenadige zon een al even grote ravage aanrichten. Mieke laat de kwetsbare vruchten handig en met ongelooflijke vlugheid in de kartonnen bakjes terechtkomen.
Aan de rand van het veld, waar de bomen een schaduw werpen, ligt haar kleintje rustig te slapen. Hoewel er nog veel te doen is, staat Mieke vaak bij het reiswiegje te kijken. Er gaat dan altijd een vreugdekreet door haar heen, maar nooit zonder ook een spoortje van verdriet. Niet dat zij aan het verleden denkt of bang is voor de toekomst, nee. Zij bestaat als iemand die door vaandelvlucht heeft overleefd. Het lot heeft het zo gewild. Zij weet zelf niet waarom, of welke zin het zou hebben, maar zij leeft verder. In haar is een onbekende macht die wil dat het leven doorgaat.
En op zo’n dag stopt daar de groene combi van een koper. Mieke vermoedt iemand met een groot gezin, die een voorraad jam wil aanleggen. Terwijl de man met een lege bak in haar richting komt, krijgt zijn gezicht iets bekends. Mieke plukt verder.
‘Tien kilo aardbeien, alsjeblief!’
‘Kom!’ Mieke leidt hem naar de balans waar ook het wiegje staat. Zwijgend begint ze de vruchten af te wegen. Zij laat niet merken dat ze de man die er even zwijgzaam op staat toe te kijken, heeft herkend. Tenslotte is hij een vreemde. ‘Vierhonderd frank, mijnheer!’
De man grijpt zijn portefeuille en laat een vriendelijk lachje horen. ‘Ha, hier werk jij tegenwoordig! Ik was je de laatste tijd uit het oog verloren. Je bent een tand kwijt, zie ik.’
‘Ik heb wel meer verloren…’ lacht Mieke. ‘Maar ook veel gewonnen!’ Haar blik maakt hem opmerkzaam op het wiegje.
‘Ja, zo gaat dat…’ zegt de man, haar vier bankjes overhandigend. ‘Het leven gaat door.’
Als hij op het punt staat de volle bak van haar over te nemen, komt Mieke met iets anders voor de dag. ‘Ik heb op de tv gehoord en gezien dat jij personages verzint, - op papier, - waarna ze hun eigen leven gaan leiden… Lijkt me moeilijk!’
‘Moeilijk wil niet zeggen: onmogelijk!’
‘Dat is waar!’ zegt Mieke, van de gelegenheid gebruikmakend om de romancier weer aan het woord te laten. ‘Want je kunt die personages toch niet iets laten doen dat ze niet zelf willen?’ Haar vraag is er eerder om hem verder aan de praat te krijgen, dan uit belangstelling voor de techniek van het schrijven. De meeste verhalen komen haar als pure nonsens voor.
‘Vanzelfsprekend!’ antwoordt de man, met een gezicht waaruit zij opmaakt dat haar vraag niet zo gek was. ‘Zij handelen als het ware zelfstandig. Toch overkomen hen ook allerlei toevalligheden: vaak zelfs avonturen die ze niet gewild hebben. Zo gaat dat ook in het echte leven. Zoals mijn personages, weet ik niets op voorhand. Pas achteraf wordt de gehele samenhang duidelijk. Dan zie ik dat hun lot, in weerwil van alle voor- of tegenspoed, af te leiden was van hun karakter, dromen, verlangens; van hun omgeving ook, ja van alles waarmee ze te maken hadden.’
WORDT VERVOLGD...
zondag 28 november 2021
agenda dees week
damagni / damoet
alternatieve feiten
etymologie
addendum
eêrgisteren stond hier een top 10 van waanzinnige geleerden.
ranking
boektitels van de rode ridder
niet naar inhoud van die albums, want die ken ik nauwelyks,
mop vd week
state of being, 29 november 2021
gast-auteur
PORTRET VAN DE AARDBEIENPLUKSTER
ALS EEN JONGE VROUW
door Robertus Baeken, vanuit de aardbeienvelden
128. - voorlaatste aflevering
‘En als Francis komt?’ waarschuwde ze.
Maar Martin was duidelijk over het punt heen tot waar hij zich door voorzichtigheid liet leiden. ‘Zoals je zegt: mijn broer heeft kansen genoeg gehad. Mijn beurt nu!’ Haastig trok hij zijn drijfnatte T-shirt over het hoofd en kwam bij haar liggen. Verder zeiden ze niks. Mieke dacht ook nergens aan. Om te vrijen hoef je niet te denken. En volgens haar was het wat zij deden, in tegenstelling tot wat anderen - bijvoorbeeld de ouwe Gregoor of pastoorke Pauwels - erover dachten, onvergetelijk mooi en onschuldig. Niettemin bleef bij Martin de twijfel of hij te maken had met een lichtekooi. Want op weg naar het hoogtepunt gooide hij al zijn wantrouwen er ineens uit: ‘En hoe zit het dan met Niessen? Waarom beken je niet dat je met hem naar bed gaat?’
Makkelijk een beschuldiging van de hand te wijzen, maar in dit geval was het juist zijn twijfel die Mieke tot verzet aanspoorde. ‘Zelfs indien het waar zou zijn… Denk jij echt dat een vrouw zoiets zou toegeven?’ Daarbij deed ze een vergeefse poging om zich onder hem uit te wurmen. Maar op dat moment was Martin al zover dat hij als een dolleman op haar tekeerging. Vergeleken met hem gedroeg Mieke zich eerder passief. Ook toen het afgelopen was, bleef zij als levenloos op de heide liggen. Tot slot keerde ze zich met de rug naar hem.
‘Het spijt me, Mieke… Ik zei het toch: in mijn hoofd is alleen maar wellust!’
Omdat Martin niets meer zei, kwam zij als eerste los. ‘Ik zou het met iedereen kunnen doen,’ begon ze stilletjes en gelaten. ‘Zelfs met een klein, stokoud, stinkend mannetje. Maar met ‘n ku-ke-le-kuu kraaiende haan als Niessen? Nooit! Zelfs al was hij de laatste man op aarde!’
‘En Francis?’
‘Verliefd of niet, jouw broer koos van meet af aan voor het ware gevoel,’ ging ze rustig verder. ‘Tot ik zwanger werd, slaagde ik er mooi in zijn redenering te volgen. En echt waar: nog steeds komt dat gevoel voor mij op de eerste plaats; maar niet zoals bij hem, wie het vóór alles om woorden bleek te gaan. Zo werd ik het grondig beu steeds maar dat grote gelijk van hem te aanhoren. Ik werd er misselijk van!’
Lang had Mieke met de rug tegen Martin gelegen. Zij maakte geen haast. Een stem in haar zei dat Francis niet meer zou opdagen. Toen ze eindelijk aanstalten maakte om overeind te komen, drukte een hand haar kalmpjes terug. Die hand raakte haar zachtjes aan, liefkozend de rondingen van haar heup, schouders, boezem. Het was of Mieke in haar eenzaamheid en de donkere momenten van haar ongelukkig-zijn de eindeloze, zwarte poolnacht had doorstaan, en nu, tegen een roodgloeiende hemel, de eerste zonnestralen als een ongelooflijke streling rakelings over de grillige horizon, - die rijke belofte, - zag voorbijschieten.
WORDT VERVOLGD...